Verslag van werkzaamheden commissie Onderwijsbevoegdheden
Werken in het onderwijs
Brief regering
Nummer: 2021D04235, datum: 2021-02-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27923-415).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Hoge lat, lagere drempels. Voorzittersverslag van de werkzaamheden van de commissie Onderwijsbevoegdheden
- Aanbiedingsbrief bij "Hoge lat, lagere drempels. Voorzittersverslag van de werkzaamheden van de commissie Onderwijsbevoegdheden"
Onderdeel van kamerstukdossier 27923 -415 Werken in het onderwijs.
Onderdeel van zaak 2021Z01914:
- Indiener: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-02-02 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-02-11 10:15: Procedurevergadering (videoconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-02-11 13:05: Aanvang middagvergadering: STEMMINGEN (over alle onderwerpen tot en met 10 februari) (Stemmingen), TK
- 2022-01-20 10:00: Procedurevergadering (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-12-15 10:00: Leraren en Lerarenopleidingen (Commissiedebat), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-02-28 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
27 923 Werken in het onderwijs
Nr. 415 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2021
Met deze brief zenden wij uw Kamer het verslag van werkzaamheden van de commissie Onderwijsbevoegdheden (hierna: commissie) inclusief de begeleidende brief waarmee dit verslag getiteld Hoge lat, lage drempels aan ons is aangeboden. Hiermee komt eerder dan voorzien een einde aan de werkzaamheden van dit adviescollege1.
De voorzitter van de commissie Paul Zevenbergen schrijft ons dat het de commissie niet is gelukt om te komen tot een advies waar de gehele commissie achterstaat.
In het nu aan ons aangeboden verslag kan een deel van de commissie zich vinden. De inzichten en opvattingen van het andere deel van de commissie zijn in hun eigen bewoordingen opgenomen in het afsluitende hoofdstuk.
Opdracht
In februari 2020 is de commissie op ons voorstel en in opdracht van het kabinet gestart met hun werk om een uitwerking te maken van het advies Ruim baan voor leraren2 . Dit vroeg om het formuleren van nieuwe bekwaamheidsgebieden voor het po, vo en mbo (inclusief speciaal onderwijs) en het beschrijven van een algemeen deel dat op alle sectoren van toepassing is. Daarnaast zou de commissie uitgangspunten voor de nieuwe vorm van lerarenopleidingen formuleren en voorbeeldroutes beschrijven waarlangs verschillende studenten een bevoegdheid kunnen halen.
De Onderwijsraad onderstreepte in Ruim baan voor leraren het beeld uit verschillende onderzoeken dat het loopbaanperspectief voor leraren beter moet. Leraren geven ook zelf aan dat hun opleiding niet altijd goed aansluit op de praktijk of de doelgroep waaraan zij lesgeven. Een andere bevoegdhedenstructuur kan hier wat aan doen. Op sommige punten is de structuur te complex geworden, bijvoorbeeld in het beroepsonderwijs. Dit maakt het organiseren van het onderwijs en het inzetten van bevoegd personeel ingewikkeld en regelgeving soms onduidelijk. Een andere werkwijze kan hier veel voor betekenen, door bijvoorbeeld meer onderscheid te maken tussen verschillende doelgroepen (denk aan het 10–14 onderwijs) en leraren in staat te stellen om via bij- en omscholing de inzetbaarheid in een andere sector of ander vakgebied gemakkelijker uit te breiden.
Vervolg
Op 15 januari hebben wij na een gesprek met de voorzitter de commissie per brief verzocht te pogen om te komen tot één gezamenlijk commissieverslag, met daarin opgenomen de tegengestelde opvattingen op die punten waar in de commissie geen overeenstemming over bestaat. Ook dit bleek voor de commissie niet mogelijk. Dat is teleurstellend.
Ondanks dat het de commissie niet is gelukt om tot een gezamenlijk advies te komen, geeft de voorzitter in zijn begeleidende brief aan dat er veel materiaal ligt waar op voortgebouwd kan worden. In het verslag is aangegeven op welke punten de commissie het wel eens is geworden, dit betreft onder andere een uitwerking van vier bekwaamheidsgebieden die samen de bevoegdheid moeten vormen en de verdere ontwikkeling van de lerarenopleidingen en aandacht voor het HRM beleid op scholen.
Over mogelijk vervolgstappen staan in het verslag een aantal aanbevelingen. Wij zullen het verslag en de aanbevelingen bestuderen en mogelijke vervolgstappen – samen met het onderwijsveld – inventariseren. Daarbij zullen we bezien welke aanbevelingen mogelijkerwijs op redelijk korte termijn opgevolgd kunnen worden en welke ter overweging worden gelaten aan een nieuw kabinet.
Met het bestuursakkoord flexibilisering lerarenopleidingen en onze inzet op strategisch HRM beleid en het verduidelijken van de uitzonderingsmogelijkheden in Artikel 33 van de WVO zijn al belangrijke verbeteringen ingezet. Het zetten van een integrale vervolgstap met betrekking tot de bevoegdhedenstructuur zal aan een volgend Kabinet zal zijn.
Wij geven de commissie en het secretariaat de komende weken de gelegenheid om hun werkzaamheden zorgvuldig af te maken, met het oog op overdracht, archivering, en het afwikkelen van lopende verplichtingen. Wij danken de commissie tot slot voor de open en transparante wijze waarop zij hun werk de afgelopen maanden samen met het onderwijsveld hebben gedaan. Ondanks de lastige omstandigheden heeft de commissie vele organisaties en personen betrokken bij hun werk. Een weergave daarvan vindt u op de website van de commissie3.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob