Antwoord op vragen van de leden Omtzigt en Leijten over een overzicht van delen van wetten die wel door het parlement zijn aangenomen maar nooit in de werking zijn getreden
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2021D04490, datum: 2021-02-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-1509).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van zaak 2020Z21668:
- Gericht aan: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
- Gericht aan: A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1509
Vragen van de leden Omtzigt (CDA) en Leijten (SP) aan de Staatssecretarissen van Financiën over een overzicht van delen van wetten die wel door het parlement zijn aangenomen maar nooit in de werking zijn getreden (ingezonden 16 november 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst) (ontvangen 2 februari 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1161.
Vraag 1
Herinnert u zich dat u tijdens de behandeling van het Belastingplan 2021 hebt geantwoord dat meer dan de helft van de artikelen van de Fiscale vereenvoudigingswet 2017 (Kamerstuk 34 554), die de Staten-Generaal in 2016 hebben goedgekeurd, nog niet in werking getreden zijn, terwijl de verwachting tijdens de wetsbehandeling was dat de hele wet in werking zou treden per 1/1/2019?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich dat het hierbij ging om onder andere het onderdeel «stroomlijning invorderingsregelgeving belastingen en toeslagen»?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Kunt u het beloofde overzicht van alle fiscale wetten en wetsartikelen die zijn aangenomen door de Staten-Generaal, maar (nog) niet in werking zijn getreden van ten minste de afgelopen tien jaar zo spoedig als mogelijk is aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 3
In de bijlage bij deze brief treft u een overzicht aan van fiscale wetten of wetsartikelen van de afgelopen tien jaar die nog niet in werking zijn getreden.
Graag wijs ik u erop dat er wetten of wetsartikelen zijn waarbij in de wettekst zelf al is aangegeven dat de wet of het artikel op een zekere datum in de toekomst in werking zal treden. Als voorbeeld noem ik stapsgewijze tariefaanpassingen. Ik heb zulke gevallen niet in het overzicht opgenomen.
Een andere groep zijn wetten of wetsartikelen die bij koninklijk besluit (KB) in werking zullen treden. Het overzicht geeft aan welke fiscale wetten of wetsartikelen de afgelopen tien jaar nog niet in werking zijn getreden omdat nog geen KB is genomen. Enkele voorbeelden zijn de wet afschaffing scholingsaftrek en de door u in vraag 2 genoemde «stroomlijning invorderingsregelgeving belastingen en toeslagen».
Naast de fiscale wetten en toeslagenwetgeving van het Ministerie van Financiën zijn in het overzicht ook wetten van andere departementen opgenomen waarvan de uitvoering (deels) belegd is bij de Belastingdienst.
Vraag 4
Kunt u dus per fiscale wet dan wel toeslagwet aangeven welke artikelen niet in werking zijn getreden, wat het doel was van die artikelen en wat de reden is van het uitstel of afstel van inwerkintreding?
Antwoord 4
In het overzicht zijn ook het doel van de wet en de reden waarom nog geen KB is genomen benoemd.
Vraag 5
Kunt u per fiscale wet en per artikel (of groep van gerelateerde artikelen) ook aangeven of het uitstel verwacht was of niet, en of de Kamer daarover geïnformeerd is?
Antwoord 5
Per onderwerp is aangegeven of de latere inwerkingtreding verwacht was en of de Kamer tussentijds is geïnformeerd over de voortgang en eventueel verder uitstel.
Vraag 6
Kunt u aangeven of het ministerie standaard een lijst bijhoudt van (delen van) wetten die nog niet zijn ingegaan? Zo nee, waarom niet? En zo ja, kunt u die regelmatig publiceren?
Antwoord 6
De rijksoverheid zorgt ervoor dat de voortgang van alle wetten, amvb’s en koninklijke besluiten voor iedereen raadpleegbaar is. Via wetten.nl van de rijksoverheid is alle informatie beschikbaar, ook of wetten al dan niet in werking zijn getreden. Het Ministerie van Financiën houdt niet centraal een overzicht bij of fiscale of toeslagen wet- en regelgeving in werking is getreden; uiteraard is dat wel bij de behandelende afdelingen bekend. Het ontbreken van zo’n centraal overzicht heeft ertoe geleid dat ik uitstel heb moeten vragen voor de beantwoording van uw vragen. Het onderwerp zal vanaf nu onderdeel uit maken van de jaarverslagen van het ministerie aan uw Kamer.
Vraag 7
Kunt u deze vragen binnen drie weken en eén voor één beantwoorden?
Antwoord 7
Bij brief van 17 december 2020 heb ik uw Kamer aangegeven de vragen na het kerstreces te kunnen beantwoorden.
Bijlage
Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen | 2020 | Doel: Aanpassingen in het partnerbegrip in artikel 1.2 Wet IB 2001 en artikel 3, zevende lid, Awir, de invoering van een kwijtscheldingsbepaling in artikel 31 Awir en de afschaffing van de «geen kwijtscheldingsbepaling» in artikel 31bis Awir. |
Reden uitstel: De uitvoering kan nog niet gestart worden om uitvoeringstechnische redenen en de inpasbaarheid in de bestaande systemen van de Belastingdienst/Toeslagen, zoals ook benoemd in de memorie van toelichting van het wetsvoorstel. |
||
Informatie Kamer: In de memorie van toelichting is benoemd dat deze maatregelen later in werking treden. In de Nota naar aanleiding van het Verslag (35 574 nr 10, Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en enkele andere wetten met het oog op verbetering van de uitvoerbaarheid van toeslagen, is aangegeven dat vaststelling van de inwerkingtredingsdatum van kwijtschelding uitvoeringstechnisch naar verwachting na 1 januari 2023 mogelijk is. |
||
OFM 2020 Keuzeregeling berichtenverkeer met Belastingdienst (N.B. geldt voor Awir, AWR en IW) |
2019 | Doel: Uitvoering regeerakkoord Rutte III; burger moet kunnen kiezen of hij m.b.t. formele berichten (bijv. aanslag IB) digitaal of per post met de Belastingdienst communiceert. |
Reden uitstel: Digitalisering van alle berichten en het maken van een faciliteit waarmee de keuze kan worden gemaakt en geregistreerd, is een omvangrijk ICT proces. Verwachting is dat (een deel van) de keuzeregeling niet eerder dan in 2022 operationeel is. |
||
Informatie Kamer: Via voortgangsrapportages 2019 en 2020 van de Belastingdienst is de Kamer geïnformeerd, Kamerstukken 31 066, nr 674 en 31066, nr 702, bijlage. |
||
Afschaffing aftrek scholingsuitgaven | 2019 | Doel: Omzetten fiscale aftrek scholingsuitgaven in een subsidieregeling SZW/OCW, vereenvoudiging belastingstelsel. |
Reden uitstel: De afschaffing van de scholingsaftrek is gekoppeld aan de invoering van de subsidieregeling STAP-budget van de Ministers van SZW en OCW. Het STAP-budget treedt naar verwachting per 1-1-2022 in werking. |
||
Informatie Kamer: Bij de behandeling van het Belastingplan 2019 is de Kamer over de procedure geïnformeerd die tot nu toe conform de planning verloopt (Kamerstukken 35 306 C – Memorie van antwoord). |
||
Wet op de kansspelbelasting. Art II, III en IV | 2019 | Doel: Regelen van de doorwerking van de wet Kansspelen op afstand (Wet KOA) van de Minister van JenV en de Staatssecretaris van Financiën in de wet op de kansspelbelasting. |
Reden uitstel: In afwachting van de invoering van de wet KOA. De planning is dat op 1 maart 2021 de wet KOA in werking treedt. |
||
Informatie Kamer: De Kamer is regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang, meest recent via Kamerstuk 33 996, nr. 88. |
||
Fiscale verzamelwet 2021, art IV | 2020 | Doel: Regelen van de doorwerking van de wet Kansspelen op afstand (Wet KOA) van de Minister van JenV en de Staatssecretaris van Financiën in de wet op de kansspelbelasting. |
Reden uitstel: In afwachting van de invoering van de wet KOA. De planning is dat op 1 maart 2021 de wet KOA in werking treedt. |
||
Informatie Kamer: De Kamer is regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang, meest recent via Kamerstuk 33 996, nr. 88. |
||
Wet aanpassing kansspelbelasting voor sportweddenschappen | 2018 | Doel: Regelen van de doorwerking van de wet Kansspelen op afstand (Wet KOA) van de Minister van JenV en de Staatssecretaris van Financiën in de wet op de kansspelbelasting. |
Reden uitstel: In afwachting van de invoering van de wet KOA. De planning is dat op 1 maart 2021 de wet KOA in werking treedt. |
||
Informatie Kamer: De Kamer is regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang, meest recent via Kamerstuk 33 996, nr. 88. |
||
Wet op de zorgtoeslag (VWS) | 2018 | Doel: Regelt de doorwerking van een wijziging in de Zorgverzekeringswet (nieuw artikel 68). Dit artikel beoogt de gevolgen op te vangen wanneer iemand met terugwerkende kracht meer dan vier maanden verzekeringsplichtig in NL is. Omdat betrokkene in dat geval mogelijk met terugwerkende kracht recht heeft op zorgtoeslag, is aanpassing nodig van de wet op de zorgtoeslag. |
Reden uitstel: Wacht op de inwerkingtreding van de Zvw-wijziging, voordat de wijziging in de Wet op de Zorgtoeslag ook inwerking kan treden. Dit moet gelijktijdig gebeuren. |
||
Informatie Kamer: Bij de Verzamelwet VWS 2018 is de Kamer geïnformeerd (Staatsblad 356, 2018). Sinds de behandeling is geen aanvullende informatie aan de Kamer gestuurd. |
||
Belastingplan 2018, art VI | 2017 | Doel: Regelen van de doorwerking van de wet Kansspelen op afstand (Wet KOA) van de Minister van JenV en de Staatssecretaris van Financiën in de wet op de kansspelbelasting. |
Reden uitstel: In afwachting van de invoering van de wet KOA. De planning is dat op 1 maart 2021 de wet KOA in werking treedt. |
||
Informatie Kamer: De Kamer is regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang, meest recent via Kamerstuk 33 996, nr. 88. |
||
Artikel IX OFM 2018 (Dividendbelasting) | 2017 | Doel: Dit betreft een aanvulling van de inhoudingsvrijstelling dividendbelasting voor vrijgestelde Vpb-lichamen (onderdeel van de FVW17, zie hieronder) ten aanzien van de fiscale beleggingsinstelling. Voor inwerkingtreding wordt aangesloten bij dit onderdeel van de FVW17. |
Reden uitstel: Aanvankelijk stopgezet in verband met het voornemen tot afschaffing van de dividendbelasting (gecommuniceerd in Kamerstuk 34 785, nr. H). |
||
Informatie Kamer: Na het niet doorgaan van de afschaffing is gecommuniceerd (Kamerstuk 35 026, nr. D, p. 21) dat de bepaling alsnog in werking zal treden. Destijds is geantwoord dat het tijdstip van inwerkingtreding zal worden betrokken in een nader onderzoek naar het proces om de dividendbelasting op orde te brengen, waaronder de gevolgen voor de uitvoering. |
||
Onderdeel FVW17: Inhoudingsvrijstelling dividendbelasting vrijgestelde Vpb-lichamen |
2016 | Doel: Voor niet-vennootschapsbelastingplichtige (Vpb-plichtige) Nederlandse en vrijgestelde buitenlandse rechtspersonen wordt een vrijstelling aan de bron van dividendbelasting ingevoerd. |
Reden uitstel: De inhoudingsvrijstelling van artikel 4a Wet DB 1965 is inmiddels onderdeel van een bredere automatiseringsopgave van de dividendbelasting geworden, waaronder ook de digitalisering van de aangifte dividendbelasting valt. De Belastingdienst verwacht nu dat de inhoudingsvrijstelling van artikel 4a Wet DB 1965 op 1 januari 2024 in werking kan treden. |
||
Informatie Kamer: Na niet doorgaan van de afschaffing is gecommuniceerd (Kamerstuk 35 026, nr. D, p. 21) dat de bepaling alsnog in werking zal treden. Destijds is aangegeven dat het tijdstip van inwerkingtreding zal worden betrokken in een nader onderzoek naar het proces om de dividendbelasting op orde te brengen, waaronder de gevolgen voor de uitvoering. |
||
Onderdeel FVW17: Stroomlijnen rood blauw |
2016 | Doel: Harmoniseren van invorderingswetgeving van belastingen en toeslagen door introductie van de debiteursgerichte benadering, preferentie van toeslagschulden, kwijtschelding, uniforme rechtsbescherming, en de mogelijkheid tot verrekening van schulden. |
Reden uitstel: Bij de totstandkoming van deze wet was al duidelijk dat de inwerkingtreding pas kon plaatsvinden na de invoering van een nieuw innings- en uitbetalingssysteem en de uitfasering van het oude systeem ETM, dit is in de toelichting opgenomen. Het streven was om de maatregelen op 1 januari 2019 in werking te laten treden. Die streefdatum is om verschillende redenen maar met name vanwege de uitfasering van ETM niet gehaald. |
||
Informatie Kamer: Over de vertraging is gecommuniceerd aan de Kamer, voor het eerst in de 21e halfjaarrappportage die op 16 april 2018 aan de TK is gestuurd. Aangegeven is dat het streven gericht was op realisatie na 2021. Vervolgens is regelmatig over (de vertraging van de) uitfasering van ETM aan de Kamer bericht (22e halfjaarsrapportage, 23e halfjaarsrapportage, Tweede voortgangsrapportage jaarplan 2019, Eerste voorgangsrapportage 2020). In de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van 15 januari 2021 is wederom opgenomen dat stroomlijnen van de invorderingsregelgeving voor belastingen en toeslagen wordt opgeschort en dat wordt onderzocht of elementen uit dit wetsvoorstel in aangepaste vorm ingevoerd kunnen worden zodat alleen de voor de burger meest gunstige onderdelen worden gerealiseerd. |
||
Wet tegemoetkoming Loondomein In artikel VIII van de Wet van 23 december 2015 tot wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen |
2015 | Doel: Harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten (Stb. 2015, 547) door een horizonbepaling, waardoor alle bepalingen in de Wet tegemoetkomingen loondomein over het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak zouden komen te vervallen (met name paragraaf 2.4) op een bij KB te bepalen tijdstip. |
Reden uitstel: Op dit moment is het voornemen om het laten vervallen van het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak niet door te voeren. |
||
Informatie Kamer: In artikel IIIb van het wetsvoorstel uitvoeren breed offensief (kamerstuk 35 394) van de Staatssecretaris van SZW, is bij tweede nota van wijziging een bepaling opgenomen om die wijziging te schrappen uit genoemde wijzigingswet. Dat wetsvoorstel is op dit moment in behandeling bij de Tweede Kamer. |
||
Wetswijziging in de Invorderingswet 1990, Depotstelsel | 2013 | Doel: Bestrijding van malafide uitzendondernemingen. |
Reden uitstel: Deze wetswijziging was geënt op het depotstelsel dat in de plaats zou komen van de g-rekening. Het depotstelsel is echter niet doorgegaan. In 2019 is besloten om dit wetsvoorstel aan een herbeoordeling te onderwerpen. Eind oktober 2020 is het rapport van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten in opdracht van SZW verschenen met aanbevelingen om misstanden bij arbeidsmigranten in Nederland tegen te gaan. Rapport: «Geen tweederangsburgers. Aanbevelingen om misstanden bij arbeidsmigranten in Nederland tegen te gaan, Rapport, Rijksoverheid.nl». |
||
Informatie Kamer: In de 15e halfjaarsrapportage (Kamerstuk 31 066, nr. 233) heeft de Staatssecretaris van Financiën aangegeven dat de invoering van het depotstelsel van de baan is. De herbeoordeling is aangemeld op de wetgevingskalender en de Kamer is hierover geïnformeerd bij brief van 20 december 2019 (Kamerstuk 29 861, nr. 48, 2019–2020 Integrale aanpak misstanden arbeidsmigranten). In december 2020 is de kabinetsreactie op dit rapport uitgegaan. Besluitvorming hierover is aan het volgende kabinet. |