Uitstel beantwoording vragen van het lid De Groot over de veiligheid van medewerkers bij de NVWA
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2021D04587, datum: 2021-02-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-1527).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z02104:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: T.C. de Groot, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1527
Vragen van het lid De Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de veiligheid van medewerkers bij de NVWA. (ingezonden 2 februari 2021).
Mededeling van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 2 februari 2021).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat u signalen heeft ontvangen dat er een aanzienlijke groep medewerkers is bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) die zich niet herkent in de conclusies uit de rapportage «Op weg naar een vitale organisatie Dierenwelzijn»? Zo ja, wat gaat u met deze signalen doen?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat u signalen heeft ontvangen dat er medewerkers worden geïntimideerd binnen de NVWA wanneer zij ervoor kiezen contact op te nemen met de politiek over ernstige zorgen met betrekking tot voedselveiligheid en dierenwelzijn? Zo ja, hoe gaat u hun veiligheid waarborgen?
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat u niet afwijzend staat tegenover direct contact tussen medewerkers van de NVWA en de politiek, indien zij ernstige zorgen willen aankaarten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Hoe is het mogelijk dat in het rapport passages zijn opgenomen die herleidbaar zijn tot personen, zoals ook in de aanbiedingsbrief benoemd wordt?
Vraag 5
Waarom is deze keuze gemaakt en deelt u de mening dat dit zeer onwenselijk is? Is dit een normale gang van zaken bij dergelijke interne rapportages en bent u van mening dat dit een veilige werkomgeving oplevert?
Vraag 6
Hoe verhouden de passages die daar betrekking op hebben zich tot uw reactie op het 2Solve-rapport, waarin u stelt dat de NVWA een veilige werkomgeving moet bieden waar ruimte is voor onderling aanspreken?2
Vraag 7
Hoe beoordeelt u dat uit de lijst van geïnterviewden blijkt dat slechts «een aantal teamleden van de overige teams» betrokken zijn bij het opstellen van het rapport? Van hoeveel mensen is hier sprake en bent u van mening dat dit leidt tot een eenzijdig beeld?
Vraag 8
Deelt u de mening dat hoe de dierenwelzijnsteams te werk gaan, juist een voorbeeld is van hoe het wel moet volgens het 2Solve-rapport en uw reactie daarop?
Vraag 9
Klopt het dat de opsteller van het interne rapport bij de presentatie de opmerking gemaakt heeft dat je «serieus de vraag kunt stellen of een harde hand nodig is» bij de werkwijze van de dierenwelzijnsteams? Zo ja, hoe verhoudt deze opmerking zich tot uw reactie op het 2Solve-rapport dat stelt dat «een stevige en consequente handhaving in alle onderdelen van de NVWA de norm is»?3
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg NVWA gepland op 2 februari 2021?
Mededeling
Op 1 februari jl. heeft het lid De Groot van de D66-fractie mij enkele vragen gesteld inzake de NVWA en de veiligheid op de werkvoer. Deze vragen heb ik in goede orde ontvangen. Op 2 februari spreek ik de leden van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tijdens het AO NVWA. Daar deze vragen verband houden met het AO op 2 februari 2021, zal ik gebruik maken van die gelegenheid om in te gaan op de vragen van het lid De Groot.