[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de brief van Vereniging Eigen Huis (VEH) inzake verhoging ozb

Integrale visie op de woningmarkt

Brief regering

Nummer: 2021D04676, datum: 2021-02-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32847-713).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32847 -713 Integrale visie op de woningmarkt.

Onderdeel van zaak 2021Z02136:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

32 847 Integrale visie op de woningmarkt

Nr. 713 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 februari 2021

In de brief van 26 november 2020 heeft de vaste Kamercommissie Binnenlandse Zaken verzocht om te reageren op de brief van Vereniging Eigen Huis (VEH) d.d. 20 november 2020 met betrekking tot verhoging onroerendezaakbelasting (ozb). In de brief van VEH vraagt zij de verhoging van de ozb in 2021 te voorkomen. Als oorzaak voor de ozb-verhoging worden de begrotingstekorten op jeugd- en ouderzorg genoemd.

Ik ben me bewust dat de financiële positie van gemeenten onder druk staat. Het is belangrijk dat gemeenten voldoende middelen hebben om hun taken uit te voeren. Daarom ook heeft de financiële positie van gemeenten mijn volste aandacht en spreek ik hier regelmatig over met gemeenten, provincies en uw Kamer. Het kabinet is de afgelopen periode gemeenten financieel tegemoet gekomen door onder andere het compenseren van de extra kosten en misgelopen inkomsten vanwege corona1, bevriezing van het accres en het schrappen van de opschalingskorting voor twee jaar. Daarnaast zijn extra middelen beschikbaar gekomen voor Veilig Thuis, Vrouwenopvang en Dak- en Thuislozen. Ook is de reeks van de tijdelijke extra middelen voor jeugd ad € 300 miljoen verlengd naar 2022.

Om ook te zorgen dat de structurele financiële positie van gemeenten in de toekomst niet tot problemen leidt, trek ik richting de formatie samen met gemeenten en provincies op. De insteek is dat een volgend kabinet op basis van de uitkomsten van onderzoeken een integraal besluit kan nemen over wat er nodig is om gemeenten hun taken goed te laten uitvoeren. Ter voorbereiding op de formatie ben ik dan ook met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in gesprek over de jeugdzorg en loopt er een onderzoek naar de impact van de financiële positie van gemeenten op het voorzieningenniveau (eind februari afgerond). Verder heb ik met provincies afgesproken dat zij gegeven de bijzondere situatie een analyse van de financiële positie van gemeenten maken en deze in februari opleveren.

Gelet op de financiële positie van gemeenten houd ik ook een vinger aan de pols met betrekking tot de ontwikkeling van de lokale woonlasten.

De cijfers met betrekking tot de ozb van VEH lopen vooruit op de jaarlijkse rapportage van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). Het COELO brengt in de jaarlijkse atlas van de lokale lasten de ontwikkeling van de lokale lasten uitgesplitst per categorie voor alle gemeenten van Nederland in beeld. De atlas verschijnt naar verwachting in maart. De cijfers van de VEH zijn een steekproef onder een aantal gemeenten, en geven dus nog geen volledig beeld. Het is dan ook nog te vroeg voor een landelijke analyse en duiding. Zodra het totale beeld bekend is, kan de ontwikkeling van de ozb bezien worden in de context van de ontwikkeling van de totale lokale woonlasten. Deze context is essentieel, omdat bijvoorbeeld de keuze voor de verhoging van één specifieke heffing gecompenseerd kan worden door een verlaging of minder hoge stijging van een andere heffing. Bovendien dient ook gekeken te worden naar de ontwikkeling van de woonlasten van een gemeente over de tijd. Sommige gemeenten hebben namelijk nog relatief lage lokale woonlasten.

Tot slot, het is aan de gemeenteraden om de hoogte van de lokale woonlasten vast te stellen. Deze besluitvorming komt op gemeentelijk niveau tot stand met inachtneming van de lokale wensen en opgaven. De gemeenteraden leggen over de hoogte verantwoording af in het democratische proces. Het kabinet zal zich inspannen voor een gezonde financiële positie van gemeenten.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren


  1. Kamerstuk 35 420, nr. 207↩︎