[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Dam over het verrekenen van schadevergoeding op grond van artikel 6:1:13 van het Wetboek van Strafvordering

Mededeling (uitstel antwoord)

Nummer: 2021D04883, datum: 2021-02-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-1518).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z00468:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1518

Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het verrekenen van schadevergoeding op grond van artikel 6:1:13 van het Wetboek van Strafvordering (ingezonden 13 januari 2021).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 3 februari 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met de mogelijkheden om na onterecht uitgezeten voorarrest of detentie een schadevergoeding te ontvangen, zoals verwoord op de website van de Raad voor de rechtspraak?1

Vraag 2

Kunt u de werkwijze uiteenzetten hoe in de praktijk met artikel 6:1:13 van het Wetboek van Strafvordering wordt omgegaan, namelijk het verrekenen van uit te keren schadevergoedingen met openstaande vorderingen?

Vraag 3

Hoe vaak wordt per jaar van deze procedure gebruik gemaakt en hoeveel geld wordt jaarlijks door Justitie uitgekeerd? Kunt u over het jaar 2020 per arrondissement aangeven in hoeveel gevallen en met welke opbrengsten er tot verrekening is over gegaan?

Vraag 4

Worden schadevergoedingen standaard verrekend met openstaande boetes en andere vorderingen, zoals ontnemingsmaatregelen en schadevergoedingsverplichtingen?

Vraag 5

Is het verrekenen van schadevergoeding een optie die kan worden toegepast, of is het een wettelijke verplichting die daadwerkelijk in elk geval wordt toegepast?

Vraag 6

Is het de officier van justitie die de verrekening moet vorderen of past de rechter deze verrekening ambtshalve toe? Wordt deze beslissing gelijktijdig met het verzoek tot schadevergoeding door de rekestenkamer behandeld? Of wordt deze beslissing uitgevoerd door een instantie als het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB)?

Vraag 7

Op welke wijze komt informatie over openstaande geldboetes of andere aan de staat verschuldigde geldsommen onder de aandacht van de betrokken officier van justitie dan wel rechter?

Vraag 8

Bent u van mening dat de praktijk waarin schadevergoedingen worden verrekend met openstaande vorderingen op een goede manier functioneert? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Zou het een verbetering in het proces van verrekening zijn indien na de beslissing tot toekenning van de schadevergoeding contact wordt opgenomen met het CJIB om zodoende de schadevergoeding te verrekenen met verschuldigde geldsommen? Zou dit niet tot meer verrekeningen leiden, aangezien het overzicht dat wordt opgevraagd bij het CJIB actueler is? Zou dit niet eveneens resulteren in minder zittingen? Versterkt dit niet eveneens de één-overheid gedachte?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Dam (CDA), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het verrekenen van schadevergoeding op grond van artikel 6:1:13 van het Wetboek van Strafvordering. (ingezonden 13 januari 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


  1. Rechtspraak.nl, «Schadevergoeding na vrijspraak», https://www.rechtspraak.nl/Onderwerpen/Schadevergoeding-na-vrijspraak↩︎