[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake uitbreiding economisch steun- en herstelpakket)

Memorie van toelichting

Nummer: 2021D04894, datum: 2021-02-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35723-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35723 -2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake uitbreiding economisch steun- en herstelpakket).

Onderdeel van zaak 2021Z02211:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 723 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake uitbreiding economisch steun- en herstelpakket)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze derde incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk zijn, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Voor de indiening van deze derde incidentele suppletoire begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd via een drietal brieven:

– Kamerbrief Uitbreiding economisch steun- en herstelpakket van 21 januari 2021;

– Kamerbrief Steun- en herstelpakketvan 28 augustus 2020;

– Kamerbrief Noodpakket banen en economie van 17 maart 2020.

Daarnaast zijn de relevante moties die door de Tweede Kamer op 2 februari 2021 zijn aangenomen in deze begroting verwerkt.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
B. van ’t Wout

B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. Leeswijzer

Ondergrenzen toelichtingen

Voor wat betreft het toelichten van significanteverschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1.000 5 10
=> 1.000 10 20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

2. Beleidsartikelen

2.1 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

VERPLICHTINGEN 7.612.899 4.050.100 11.662.999 0 0 0 0
Waarvan garantieverplichtingen 4.335.000 4.335.000
Waarvan overige verplichtingen 3.277.899 4.050.100 7.327.999
UITGAVEN 3.534.496 4.049.600 7.584.096 0 0 0 0
Waarvan juridisch verplicht 39% 21%
Subsidies (regelingen) 2.214.335 4.049.600 6.263.935 0 0 0 0
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) 41.217 41.217
Eurostars 18.000 18.000
Bevorderen Ondernemerschap 16.590 16.590
Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG 25.590 25.590
Bijdrage aan ROM's 7.330 7.330
Verduurzaming industrie 36.264 36.264
Startup-beleid 18.300 18.300
Urgendamaatregelen industrie 59.500 59.500
Invest-NL 10.582 10.582
Noodloket (TOGS) 0 1.600 1.600
Qredits 0 70.000 70.000
Tegemoetkoming vaste lasten 1.937.000 3.790.000 5.727.000
Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch Nederland 6.000 8.000 14.000
Tegemoetkoming Starters 0 180.000 180.000
Omscholing naar tekortsectoren 37.500 37.500
Overige subsidies 462 462
Leningen 160.000 0 160.000 0 0 0 0
Bedrijfssteun 160.000 160.000
Garanties 307.740 0 307.740 0 0 0 0
BMKB 37.523 37.523
Groeifaciliteit 8.472 8.472
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) 11.745 11.745
Garantie Ondernemingsfinanciering (Corona) 250.000 250.000
Opdrachten 10.998 0 10.998 0 0 0 0
Onderzoek en opdrachten 3.766 3.766
Caribisch Nederland 1.296 1.296
Regeldruk 2.271 2.271
Regiekosten regionale functie 665 665
Small Business Innovation Research 3.000 3.000
Bijdrage aan agentschappen 110.599 0 110.599 0 0 0 0
Bijdrage RVO.nl 110.068 110.068
Bijdrage Agentschap Telecom 531 531
Bijdrage aan ZBO's/RWT’s 326.810 0 326.810 0 0 0 0
Bijdrage aan TNO 177.836 177.836
Kamer van Koophandel 123.498 123.498
Bijdrage aan NWO-TTW 25.476 25.476
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 402.864 0 402.864 0 0 0 0
Internationaal Innoveren 51.986 51.986
PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag) 166.411 166.411
TO2 (Deltares, MARIN en NLR) 59.682 59.682
Topsectoren overig 15.793 15.793
Ruimtevaart (ESA) 72.104 72.104
Bijdrage NBTC 9.239 9.239
Bijdragen organisaties 5.649 5.649
Economische ontwikkeling en technologie 10.000 10.000
EU-cofinanciering JTF 12.000 12.000
Storting begrotingsreserve 1.150 0 1.150 0 0 0 0
Storting reserve BMKB 1.150 1.150
ONTVANGSTEN 153.738 0 153.738 0 0 0 0
BMKB 33.000 33.000
Groeifaciliteit 8.000 8.000
Garantie Ondernemings-financiering (GO) 13.000 13.000
Luchtvaartkrediet-regeling 5.912 5.912
Rijksoctrooiwet 37.887 37.887
Eurostars 5.094 5.094
F-35 8.000 8.000
Bedrijfssteun 40.000 40.000
Diverse ontvangsten 2.845 2.845
1 Kamerstuk 35 677, nr. 1 en 2 en Kamerstuk 35 685, nr. 1 en 2.
Toelichting

In deze incidentele suppletoire begroting wordt het parlement om autorisatie verzocht voor het aangaan van verplichtingen en doen van uitgaven zoals vermeld in de Kamerbrief Uitbreiding economisch steun- en herstelpakket van 21 januari 2021, Kamerbrief Steun- en herstelpakket van 28 augustus 2020 wat betreft de leningsfaciliteit garantiefondsen reissector en Kamerbrief Noodpakket banen en economie van 17 maart 2020 met betrekking tot Noodloket (TOGS). Daarnaast zijn de relevante moties die door de Tweede Kamer op 2 februari 2021 zijn aangenomen in deze begroting verwerkt.

Verplichtingen
Leningsfaciliteit garantiefondsen reissector

In 2020 heeft EZK voor € 156,5 mln aan leningsovereenkomsten getekend, met de fondsen SGR (€ 150 mln), GGTO (€ 4 mln) en VZR (€ 2,5 mln). Van de beschikbare verplichtingenruimte van € 160 mln resteerde in 2020 € 3,5 mln. Van dit verplichtingenbudget wordt in 2021 € 0,5 mln toegevoegd aan de begroting van EZK, ten behoeve van de leningsovereenkomst met een enkel andere garantiefonds.

Verplichtingen en uitgaven
Subsidies
Noodloket (TOGS)

Ten behoeve van laatste betalingen voor de regeling TOGS in verband met bezwaar en beroep wordt het budget in 2021 verhoogd met € 1,6 mln. De TOGS is hiermee afgerond.

Startersleningen via Qredits

Naar aanleiding van de motie Dijkhoff (Kamerstuk 25 295, nr. 772) heeft het kabinet in de Kamerbrief over aanpassingen in het economische steun- en herstelpakket van 9 december 2020 € 70 mln gereserveerd om opties te verkennen om het buffervermogen van startende bedrijven te versterken, evenals het verstrekken van overbruggingskredieten voor ondernemers in getroffen sectoren. Na goedkeuring door de Europese Commissie ontvangt Qredits een subsidie in de vorm van een geldlening van € 40 mln om leningen met gunstige voorwaarden te verstrekken aan ondernemers die gestart zijn in het eerste en tweede kwartaal van 2020. Tevens wordt de bestaande lening van € 25 mln met € 30 mln opgehoogd naar € 55 mln om ondernemingen die voor 31 december 2019 gezond waren en door de coronapandemie zijn getroffen overbruggingskredieten aan te bieden.

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

Het budget van de TVL wordt verhoogd met in totaal € 3,79 mld. Deze verhoging houdt verband met de volgende verruimingen van de regeling:

– Verhoging van het vergoedingspercentages van de vaste lasten naar 85% bij omzetverlies vanaf 30%. Het vergoedingspercentage loopt daarmee niet langer op van 50% (bij 30% omzetverlies) naar 70% (bij 100% omzetverlies). De verwachte kosten hiervan zijn € 1,4 mld voor het eerste en tweede kwartaal van 2021.

– Naast mkb-bedrijven ook openstelling van de regeling voor niet-mkb bedrijven door het loslaten van de grens van maximaal 250 werknemers. De kosten hiervan worden geraamd op € 600 mln voor het eerste en tweede kwartaal van 2021.

– Het maximale subsidiebedrag voor een onderneming per kwartaal wordt verhoogd van € 90.000 naar € 330.000 voor bedrijven met niet meer dan 250 werknemers en naar € 400.000 voor bedrijven met meer dan 250 medewerkers. In totaal leidt dit tot circa € 560 mln aan extra steun voor het eerste en tweede kwartaal van 2021.

– Verlenging van de voorraadsubsidie gesloten detailhandel naar het eerste kwartaal van 2021 en verhoging van de subsidie van 5,6% naar 21% op het vastelastenpercentage in de TVL. De opslag kent een eigen maximumvergoeding van € 200.000, bovenop de verhoogde maximumvergoeding van € 330.000. De verwachte kosten van deze subsidie in het eerste kwartaal 2021 zijn € 160 mln.

– Voor de reissector wordt binnen de TVL een eenmalige opslag voor annuleringskosten opgenomen. De kosten hiervan worden geraamd op € 40 mln.

– Voor landbouwbedrijven met SBI-codes 1.1 tot en met 1.5 wordt een specifieke regeling ontwikkeld. Het kabinet reserveert hiervoor € 80 mln voor het eerste en tweede kwartaal van 2021.

– Het minimum subsidiebedrag wordt verhoogd van € 750 naar € 1.500 per ondernemer. De verwachte kosten van deze aanpassing zijn € 20 mln voor het eerste en tweede kwartaal van 2021.

– Het voor de TVL geldende minimale bedrag aan vaste lasten van € 3.000 per kwartaal wordt verlaagd naar € 2.000 per kwartaal. De kosten hiervan worden geraamd op € 20 mln voor het eerste en tweede kwartaal van 2021.

– Voor het eerste kwartaal van 2021 is de TVL in een eerder stadium op diverse punten verruimd. Deze verruimingen worden nu doorgetrokken naar het tweede kwartaal. De kosten hiervan worden geraamd op € 410 mln, waarvan € 180 mln voor het doortrekken van het hogere subsidiepercentage (van 50% naar 50–70%), € 140 mln voor het loslaten van de SBI-codes en € 90 mln voor het niet doorgaan van de verhoging van de omzetdervingsdrempel van 30% naar 45%.

– Tot slot raamt het kabinet het hogere beroep op de TVL ten gevolge van de huidige lockdown en andere beperkende maatregelen in de eerste helft van 2021 op € 500 mln.

TVL Caribisch Nederland

De TVL Caribisch Nederland is gebaseerd op de TVL voor Europees Nederland en toegesneden op de lokale omstandigheden. Zo kent de regeling een standaard vaste kostenratio voor alle sectoren. Voor continuering van de regeling in het eerste en tweede kwartaal van 2021 is € 8 mln meer nodig dan het huidige budget van € 6 mln.

Tegemoetkoming Starters

Voor starters wordt een regeling ontwikkeld die zo veel mogelijk is gebaseerd op de TVL. De regeling zal gelden voor starters gestart tussen 30 september 2019 en 30 juni 2020 en heeft als referentieperiode het derde kwartaal van 2020. De kosten van de regeling in het eerste en tweede kwartaal van 2021 worden geraamd op € 180 mln.

Het kabinet monitort voortdurend hoe het pakket van generieke crisismaatregelen voor diverse economische actoren uitwerkt en of het pakket nog adequaat is. Als de uitgaven hoger uitvallen dan de huidige ramingen dan zal dit generaal worden gecompenseerd. Bij onderuitputting na definitieve beëindiging van de crisismaatregelen vloeien de middelen terug naar het algemene beeld.