Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over de koehandel met Nieuwkoopse 'stikstofruimte'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2021D05163, datum: 2021-02-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-1553).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z00304:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: F.P. Wassenberg, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1553
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de koehandel met Nieuwkoopse «stikstofruimte» (ingezonden 11 januari 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 4 februari 2021).
Vraag 1
Kent u de berichten «Boeren willen stikstofrechten verhuren aan de Rotterdamse haven» en «Zuid-Holland komt met aparte beleidsregels voor Nieuwkoop»?1 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat het vooral voor het Natura 2000-gebied de Nieuwkoopse Plassen & De Haeck van groot belang is dat stikstofemissie wordt gereduceerd door de Nieuwkoopse veehouderij? Welke andere Natura 2000-gebieden worden (sterk) overbelast door de uitstoot van deze veehouders?
Antwoord 2
Doordat veehouderijbedrijven uit Nieuwkoop vlakbij het Natura 2000-gebied Nieuwkoopse Plassen & De Haeck zijn gevestigd, komt de stikstof uit hun bedrijven vooral op dit gebied neer. De bedoelde bedrijven zijn niet de hoofdoorzaak van de overbelasting van dit gebied en andere Natura 2000-gebieden; het grote aantal bronnen dat in totaal voor de depositie zorgt, is verantwoordelijk voor het grootste deel van de totale depositie.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat in de Nieuwkoopse Plassen & De Haeck onder andere veenmosrietland voorkomt, waarvan de veilige grens voor stikstofdepositie ligt op 714 mol N/ha/jaar (de kritische depositiewaarde), wat inhoudt dat de stikstofdepositie daar eigenlijk onder zou moeten blijven?3
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat de gemiddelde stikstofdepositie in Nederland in 2018 ruim 1.700 mol N/ha/jaar was? Wat is de huidige stikstofdepositie rond de Nieuwkoopse Plassen & De Haeck?4
Antwoord 4
Volgens het Compendium voor de leefomgeving bedroeg de depositie van stikstof in 2018 gemiddeld over Nederland 1730 mol stikstof per ha. De depositie op de veenmosrietlanden in Nieuwkoopse Plassen & De Haeck (het habitattype met de laagste KDW in dit gebied) is gemiddeld ongeveer 400 mol/ha/jaar hoger dan de KDW.
Vraag 5
Beaamt u dat de stikstofreductieopgave om de Nieuwkoopse Plassen & De Haeck weer in gunstige staat van instandhouding te brengen zeer groot is?
Antwoord 5
Zoals uit het antwoord op vraag 4 blijkt, vergt het onder de KDW brengen van de stikstofdepositie een flinke inspanning.
Vraag 6 en 7
Kunt u bevestigen dat het PAS-arrest van het Europese Hof van Justitie duidelijk heeft gemaakt dat wanneer Natura 2000-gebieden een (veel) te hoge stikstofbelasting hebben, maatregelen voor stikstofreductie aangemerkt moeten worden als maatregelen om te voldoen aan de verplichtingen van artikel 6, lid 1 en 2 van de Habitatrichtlijn (en dus volledig ten goede moeten komen aan de natuur), en daarmeeniet ingezet mogen worden als mitigerende of compenserende maatregel voor nieuwe projecten (artikel 6, lid 3 en 4 van de Habitatrichtlijn)?
Kunt u bevestigen dat de PAS-uitspraak van de Raad van State daaraan heeft toegevoegd dat het (toch) deels uitgeven van deze «stikstofwinst» (bijvoorbeeld door salderen)alleen is toegestaan wanneer de naleving van de verplichting van artikel 6, lid 1 en 2 van de Habitatrichtlijn op een andere wijze is verzekerd?5
Antwoord 6 en 7
Dat klopt: als behoud van de natuurkwaliteit niet is geborgd en herstel van de natuur met andere maatregelen niet mogelijk is, kunnen maatregelen die naar hun aard zijn aan te merken als maatregelen om de doelstellingen uit artikel 6, lid 1 en 2, Habitatrichtlijn te halen, alleen worden ingezet om de natuurkwaliteit te verbeteren, en niet om het effect van toename van stikstof als gevolg van projecten te mitigeren.
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat met de nieuwe wet Stikstofreductie en natuurverbeteringniet is verzekerd dat de instandhoudingsdoelstellingen voor de Nieuwkoopse Plassen & De Haeck gehaald zullen worden? Zo nee, kunt u het tegendeel aantonen?
Antwoord 8
Het wetsvoorstel en de daarmee samenhangende maatregelen uit de programma’s stikstof en natuur hebben onder andere tot doel bij te dragen aan het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen van stikstofgevoelige habitattypen en soorten in gebieden als Nieuwkoopse Plassen & De Haeck.
Het kan zijn dat de mate van depositiereductie, of de snelheid waarmee die wordt bereikt, onvoldoende blijkt te zijn om in concrete gebieden behoud te kunnen borgen en herstel mogelijk te maken. Op voorhand is dat nu niet duidelijk, maar dat zou kunnen blijken uit gebiedsinformatie. Het gaat dan om gevallen waar ondanks genomen herstelmaatregelen tóch verslechtering optreedt. Als een herstelmaatregel in zo’n geval die verslechtering dus niet kon voorkomen, is een aanvullende bronmaatregel nodig om een zodanige vermindering van depositie te bewerkstelligen dat verslechtering wél kan worden voorkomen en realisatie van instandhoudingsdoelstellingen mogelijk blijft.
Vraag 9
Deelt u het inzicht dat, zolang de Nieuwkoopse Plassen & De Haeck zo sterk overbelast zijn met stikstof, het zeer onverantwoord is – en bovendien juridisch niet te verdedigen – dat «stikstofwinst» die behaald wordt door maatregelen weer uitgegeven wordt aan nieuwe activiteiten?
Antwoord 9
Voor zover de maatregelen in hun aard zijn aan te merken als maatregelen in de zin van artikel 6, lid 1 en 2, Hrl, kunnen die maatregelen alleen ter mitigatie worden ingezet als behoud is geborgd en andere maatregelen beschikbaar zijn om de instandhoudingsdoelstellingen te halen.
Overigens ziet artikel 6, lid 1 en 2, Hrl op overheidsmaatregelen en in de Nieuwkoopse aanpak gaat het om transacties tussen private partijen. Overheidsingrijpen zou op grond van artikel 6, lid 2, Hrl aan de orde kunnen zijn als door de handelwijze van private partijen verslechtering zou kunnen optreden. Op grond van beleidsregels zijn extern salderen en verleasen toegestaan. Ik bekijk met de provincies in hoeverre de beleidsregels handvatten bieden voor initiatiefnemers om hiervan gebruik te kunnen maken. Dat moet initiatiefnemers helpen en tegelijkertijd moet worden gezorgd dat behoud geborgd blijft.
Vraag 10
Bent u bereid de Nieuwkoopse veehouders het eerlijke verhaal te vertellen, namelijk dat de uitstoot op korte termijn ten minste zal moeten halveren en dat deze reductie geheel ten goede moet komen aan de natuur, en hen niet langer stroop om de mond te smeren door naar hun alternatieve «oplossingen» te kijken?
Antwoord 10
In de Nieuwkoopse aanpak willen boeren door middel van innovatie hun stikstofdepositie verminderen. Vooralsnog is er geen aanleiding om te veronderstellen dat particuliere initiatieven naar hun aard zijn aan te merken als maatregelen in de zin van artikel 6, lid 1 en 2 Hrl, die alleen ten goede zouden kunnen komen aan de natuur.
Trouw, 6 januari 2021, «Boeren willen stikstofrechten verhuren aan de Rotterdamse haven» (https://www.trouw.nl/binnenland/boeren-willen-stikstofrechten-verhuren-aan-de-rotterdamse-haven~bc908bbd/)↩︎
Nieuwe Oogst, 7 januari 2021, «Zuid-Holland komt met aparte beleidsregels voor nieuwkoop» (https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2021/01/07/zuid-holland-komt-met-aparte-beleidsregels-voor-nieuwkoop)↩︎
Pronvincie Zuid-Holland, 15 december 2017, «PAS Gebiedsanalyse Nieuwkoopse Plassen & De Haeck» (https://www.natura2000.nl/sites/default/files/PAS/Gebiedsanalyses_vigerend/103_Nieuwkoopse-plassen-en-de-Haeck_gebiedsanalyse_15-12-2017_ZH_def.pdf)↩︎
Compendium voor de Leefomgeving, 21 november 2019, «Stikstofdepositie, 1990–2018» (https://www.clo.nl/indicatoren/nl0189-stikstofdepositie)↩︎
Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1603, r.o. 14.3.↩︎