De invloed van de negatieve rente op zorg- en onderwijsinstellingen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D05305, datum: 2021-02-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z02403).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Nijboer, Tweede Kamerlid (Ooit GroenLinks-PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z02403:
- Gericht aan: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Indiener: H. Nijboer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z02403
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over de invloed van de negatieve rente op zorg- en onderwijsinstellingen (ingezonden 5 februari 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat verschillende zorginstellingen jaarlijks geld kwijt zijn aan het aanhouden van geld op hun rekeningen?
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel publiek geld jaarlijks wordt onttrokken aan de zorg en het onderwijs door deze negatieve rente?
Vraag 3
Welke rol heeft het zakelijke karakter van de bankrekeningen op de verplichting om geld af te dragen door de rentestand?
Vraag 4
Snapt u dat het gezien de verplichting om buffers aan te houden wrang is dat onderwijs en zorginstellingen extra achteruit boeren?
Vraag 5
Welke delen van de zorg en het onderwijs zijn het meest getroffen in termen van financiële afdrachten door het aanhouden van buffers?
Vraag 6
Deelt u de mening dat geld dat wordt uitgegeven aan rente niet ten goede kan komen aan zorg of onderwijs?
Vraag 7
Wat betekent deze situatie voor het aanbod van zorg en onderwijs?
Vraag 8
Deelt u de mening dat deze extra lasten niet mogen leiden tot tekorten waardoor minder zorg en onderwijs geleverd kan worden?
Vraag 9
Bent u ermee bekend dat ook goededoelenorganisaties met de negatieve gevolgen van negatieve rentes te maken hebben en deelt u dat dit ongewenst is?
Vraag 10
Bent u bereid om banken ertoe te bewegen een oplossing te vinden zodat publiek geld niet langer afgedragen hoeft te worden?
Vraag 11
Bent u bereid om daarbij de optie te onderzoeken of het aanhouden van publieke financiële middelen bij de overheid een optie is?