Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 15 en 16 februari 2021
Raad voor Economische en Financiële Zaken
Brief regering
Nummer: 2021D05372, datum: 2021-02-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-07-1741).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 07-1741 Raad voor Economische en Financiële Zaken.
Onderdeel van zaak 2021Z02461:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2021-02-11 10:00: Eurogroep/Ecofinraad (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2021-02-11 11:15: Procedurevergadering Financiën (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2021-03-10 18:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-05-11 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1741 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2021
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de Eurogroep en de informele Ecofinraad van 15 en 16 februari a.s. Deze vergaderingen zullen middels videoconferentie worden gehouden en ik ben voornemens deel te nemen.
Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Geannoteerde agenda t.b.v. Eurogroep en Ecofinraad 15 en 16 februari 2021
Eurogroep
Reguliere samenstelling
Gedachtewisseling over de macro-economische ontwikkelingen en de vooruitzichten voor het beleid
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de economische situatie naar aanleiding van de publicatie van de winterraming die op 11 februari a.s. wordt verwacht. In de Eurogroep en Ecofinraad is sinds het uitbreken van de COVID-19-crisis reeds meermaals gesproken over de economische gevolgen van de COVID-19-crisis en de impact hiervan op lidstaten.
In reactie op de COVID-19-crisis zijn op Europees niveau maatregelen genomen om eraan bij te dragen dat alle lidstaten, ook met hoge publieke schulden, in staat zijn om hun gezondheidszorg en economie te ondersteunen en om het herstel na de crisis te bespoedigen. Zo is onder andere besloten tot het instellen van het pandemic crisis support instrument van het ESM1, het SURE-instrument van de EU (European instrument for temporary support to mitigate unemployment risks in an emergency)2, een pan-Europees garantiefonds bij de Europese Investeringsbank (EIB)3 en een tijdelijk herstelinstrument NextGenerationEU (NGEU), inclusief de Recovery and Resilience Facility (RRF).4 Deze instrumenten zullen de komende maanden en jaren nog voor steun aan het opvangen van de gevolgen van de crisis en het bevorderen van het herstel zorgen.
Naast de inzet van deze Europese instrumenten blijft het van belang dat lidstaten op dit moment hun economieën voldoende ondersteunen om de gevolgen van de crisis te mitigeren en economische groei en werkgelegenheid te ondersteunen. Om lidstaten hiervoor de ruimte te geven wordt sinds het voorjaar de algemene ontsnappingsclausule van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) toegepast. Om schulden terug te brengen en de houdbaarheid van overheidsfinanciën te waarborgen zal een terugkeer naar begrotingsdiscipline na de crisis noodzakelijk zijn. Mede daarom is een tijdige gebruikelijke toepassing van de Europese begrotingsregels wenselijk. In het voorjaar van 2021 zal worden geëvalueerd of de geopende algemene ontsnappingsclausule van het SGP nog steeds gerechtvaardigd is.
Daarnaast blijft het volgens Nederland van belang dat lidstaten aandacht besteden aan het versterken van hun economie om duurzame economische groei en weerbaarheid te vergroten. Bovenal is het cruciaal dat lidstaten structurele hervormingen implementeren die bijdragen aan economische groei en de veerkracht van de economie. De RRF, die vereist dat lidstaten plannen opstellen voor zowel structurele hervormingen als investeringen, kan hiervoor een stimulans bieden.
Internationale rol van de euro
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal spreken over maatregelen die ertoe kunnen bijdragen dat de internationale rol van de euro groter wordt. In dit kader is recentelijk ook een mededeling gepubliceerd door de Europese Commissie, waar de internationale rol van de euro een onderdeel van is.5 De Tweede Kamer ontvangt een separaat BNC-fiche over deze mededeling.
Vergroting van de internationale rol van de euro is al langere tijd een doelstelling van de Europese Unie, vanuit het oogpunt dat dit voordelen oplevert in termen van grotere monetaire autonomie, lagere transactie-, risicomanagement- en financieringskosten en een lagere gevoeligheid voor buitenlandse wisselkoersschokken. Zo heeft de Commissie in december 2018 een mededeling gepubliceerd over de internationale rol van de euro, met daarbij aanbevelingen over de rol van de euro op het gebied van energie.6 Recent heeft de Commissie als onderdeel van de mededeling over het bevorderen van een open, sterk en veerkrachtig Europees economisch en financieel systeem wederom aandacht gegeven aan de internationale rol van de euro.7 De meeste voorgestelde acties in deze mededeling werden al aangekondigd in andere publicaties van de Commissie, en moeten nog verder worden uitgewerkt.
Zoals begin 2019 is opgenomen in het BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 2752) over de internationale rol van de euro is het kabinet van mening dat dit het beste kan worden gerealiseerd via langdurig gezond economisch en begrotingsbeleid in de individuele lidstaten. Hierdoor nemen de risico’s van het aanhouden van (blootstellingen in) euro’s af en wordt de euro derhalve aantrekkelijker. In aanvulling daarop kunnen maatregelen die de institutionele fundamenten van de euro versterken en zo de geloofwaardigheid en duurzaamheid van de munt bestendigen, bijdragen aan het vergroten van de internationale rol van de euro. Ook kunnen flankerende maatregelen bijdragen aan het vergroten van de internationale rol van de euro. Daarbij kan gedacht worden aan het bevorderen van het gebruik van de euro in internationale grondstoffenmarkten en financiële markten en het verder versterken van de kapitaalmarktunie en de bankenunie. Nederland kan deze acties steunen.
Solvabiliteit van het bedrijfsleven – de stand van zaken
Document: Corporate Solvency of European Enterprises: state of play. Dit document zal worden gepubliceerd op https://www.consilium.europa.eu/en/council-eu/eurogroup/eurogroup-documents-register/.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal spreken over de impact van de COVID-19-crisis en de genomen steunmaatregelen van overheden op de solvabiliteit van het bedrijfsleven. De Europese Commissie zal een overzicht geven van de stand van zaken op het gebied van solvabiliteit van (niet-financiële) bedrijven. Hieruit blijkt onder meer dat de impact van deze crisis verschilt tussen sectoren en dat bedrijven die financieel kwetsbaar waren voor de start van de crisis grotere kans hebben om in solvabiliteitsproblemen te komen. Vooralsnog heeft de crisis niet geleid tot oplopende faillissementen en een toename van oninbare leningen van banken. Dit komt mede door steunmaatregelen van overheden.
Het kabinet onderstreept het belang om vooral bedrijven die sterk door contactbeperkende maatregelen worden getroffen te ondersteunen, zodat levensvatbare bedrijven ook na de crisis hun activiteiten kunnen voortzetten. Daartoe heeft het kabinet diverse tijdelijke instrumenten opgezet, zoals de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) en de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). De regelingen ademen zogezegd mee, als de economie aantrekt of de beperkende maatregelen worden afgebouwd, dan zal het omzetverlies van bedrijven minder worden, en de steun dan navenant ook.
Als deze steunmaatregelen afgebouwd worden, kan het aantal faillissementen wel gaan stijgen. Het kabinet wil een overmatige stijging van faillissementen voorkomen door een geleidelijke afbouw van belastingschulden die bedrijven gedurende de uitstelperiode hebben opgebouwd. Bedrijven krijgen daarbij drie jaar om dit terug te betalen. Ook spant het kabinet zich in om als onderdeel van de time-out arrangement (TOA) samen met andere schuldeisers, intermediairs en schuldhulpverleners richtlijnen voor een soepelere en efficiëntere behandeling van saneringsverzoeken van ondernemers te ontwikkelen. De nieuwe Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) maakt het eenvoudiger voor bedrijven om met hun kredietverstrekkers tot een akkoord te komen. In EU-verband verwelkomt het kabinet het versterken van insolventieraamwerken, hiervoor kan de benchmarking exercitie van de Europese Banken Autoriteit (EBA) goede aanknopingspunten bieden. Daarnaast houdt het kabinet een vinger aan de pols bij banken voor wat betreft de kredietverstrekking. Goed gekapitaliseerde banken zijn hiervoor essentieel. Het kabinet is daarom voorstander van een Europese stresstest voor banken, die verder kijkt dan de huidige situatie met brede schuldmoratoria in diverse landen. Dergelijke stresstests en een voortvarende schuldherstructurering verhelderen de kapitaalpositie van banken, wat ruimte creëert voor nieuwe investeringen in groeisectoren.
Diversen – Ontwerpbegroting 2021 van Litouwen en beleidsprioriteiten Estland
Document: Commission Opinion of 20.1.2021 on the updated Draft Budgetary Plan of Lithuania (https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/economy-finance/com_opinion_-_updated_dbp_lt_-_adopted.pdf)
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep heeft op 30 november jl. gesproken over de ontwerpbegrotingen die de eurolanden medio oktober hebben ingediend bij de Europese Commissie en de opinies van de Europese Commissie over deze ontwerpbegrotingen. Vanwege de verkiezingen op 15 oktober jl. heeft Litouwen op 18 november jl. een beleidsarme ontwerpbegroting ingeleverd bij de Europese Commissie. Op 11 december startte de nieuwe regering en op 21 december is een nieuwe ontwerpbegroting voor 2021 ingediend.
De beoordeling van de ontwerpbegrotingen heeft dit jaar als gevolg van de COVID-19-crisis een ander karakter dan in voorgaande jaren. De beoordeling is gebaseerd op de landspecifieke aanbevelingen t.a.v. het begrotingsbeleid (vastgesteld in juli), die dit jaar alleen kwalitatief van aard waren en geen numerieke doelstellingen bevatten (in lijn met de activatie van de algemene ontsnappingsclausule). Om deze reden heeft er alleen een kwalitatieve beoordeling van de ontwerpbegroting van Litouwen plaatsgevonden.
De Commissie stelt dat de ontwerpbegroting voldoet aan de landspecifieke aanbevelingen, in de zin dat er begrotingsmaatregelen zijn genomen om de schokken van de crisis op te vangen. De Commissie waarschuwt echter dat sommige stimulerende maatregelen in Litouwen niet tijdelijk zijn of niet structureel worden gedekt door compenserende maatregelen.
De Commissie concludeert verder dat gezien de grote onzekerheid veroorzaakt door de crisis en de uitzonderlijke macro-economische en budgettaire impact hiervan, een besluit over het openen van buitensporigtekortprocedures niet gerechtvaardigd is. Volgens de Commissie zal het begrotingsbeleid ook in 2021 het economisch herstel moeten blijven stimuleren.
Nederland onderschrijft de uitzonderlijke situatie vanwege de huidige crisis en erkent de noodzaak voor de genomen maatregelen in reactie hierop. Nederland is het eens met de conclusie van de Commissie dat het begrotingsbeleid in 2021 het economisch herstel moet blijven stimuleren maar dat stimulerende maatregelen wel tijdelijk moeten zijn. Nederland deelt de mening van de Commissie dat de schuldhoudbaarheid op de middellange termijn in acht moet worden genomen.
Daarnaast zal onder dit agendaitem de nieuwe Minister van Financiën van Estland, Keit Pentus-Rosimannus, de beleidsprioriteiten van de nieuwe regering in Estland presenteren. Dit gebeurt standaard in de Eurogroep bij het aantreden van nieuwe regeringen.
Ecofinraad
Stand van zaken financiële diensten dossiers
Document: ST 5561/21
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Het voorzitterschap van de Raad voorziet de Ecofinraad op reguliere basis van informatie over de lopende wetgevingsvoorstellen op het terrein van financiële diensten. Nederland zal de updates van het voorzitterschap van de Raad ten aanzien van financiële diensten dossiers aanhoren.
Economisch herstel in de Europese Unie
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
In de Ecofinraad zullen lidstaten spreken over de economische situatie in de Europese Unie als gevolg van de COVID-19-pandemie. Sinds het uitbreken van de COVID-19-crisis is hier meermaals over gesproken. Tijdens de gedachtewisseling over de economische situatie zullen lidstaten naar verwachting ook aangeven wat de status is van de implementatie van de herstelinstrumenten. Specifiek zal er door lidstaten worden ingegaan op de stand van zaken met betrekking tot de Recovery and Resilience Facility (RRF).8 De meeste lidstaten zijn momenteel in gesprek met de Europese Commissie over de inhoud van hun herstelplannen.
Het kabinet acht het van belang dat landen hun economieën voldoende ondersteunen om potentiële negatieve gevolgen van de COVID-19-crisis te mitigeren. Verder blijft het van belang dat lidstaten inzetten op het versterken van hun economie om duurzame groei en de weerbaarheid te vergroten. De RRF, waarbij lidstaten een plan opstellen met structurele hervormingen en investeringen die de landspecifieke aanbevelingen adresseren, kan daar aan bijdragen.
Verder zal de Europese Commissie een update geven over SURE (European instrument for temporary support to mitigate unemployment risks in an emergency).9 Er is momenteel 90,3 miljard euro toegezegd aan leningen voor 18 lidstaten. Hierover is de Tweede Kamer meest recentelijk geïnformeerd op 3 december jl.10 In totaal heeft de Unie tot nu toe 53,5 miljard euro geleend op de kapitaalmarkt, om deze middelen voorts uit te kunnen lenen aan de lidstaten. De rest van de leningen zijn gepland in het eerste halfjaar van dit jaar. Ook is het mogelijk dat lidstaten een aanvullende aanvraag indienen voor de 9,7 miljard euro die nog voor SURE beschikbaar is.
Tot slot zullen het Portugese voorzitterschap en de Europese Commissie de lidstaten informeren over de voortgang m.b.t. de financiering van het Europese herstelfonds Next Generation EU (NGEU); zowel een stand van zaken over de ratificatie van het Eigenmiddelenbesluit (EMB) als een toelichting op de voorgenomen leenstrategie voor NGEU. In Nederland is het wetsvoorstel ter goedkeuring van het EMB op 22 januari jl. aangeboden aan de Tweede Kamer. Het voorzitterschap en de Commissie zullen het belang van een snelle ratificatie van het Eigenmiddelenbesluit benadrukken, omdat dit een vereiste is om middelen voor NGEU te kunnen mobiliseren.
Decharge Europese jaarbegroting 2019
Document: ST 5792/21
Aard bespreking: (gedachtewisseling ten behoeve van) besluitvorming – aanname Raadsaanbevelingen
Besluitvormingsprocedure: De Ecofinraad beslist over het dechargeadvies van de Raad aan het Europees Parlement met gekwalificeerde meerderheid. Vervolgens beslist het Europees Parlement of zij overgaat tot het verlenen van decharge aan de Europese Commissie.
Toelichting:
Op 12 november 2020 heeft de vaste commissie voor Financiën verzocht om een reactie aan de Kamer op het jaarverslag van de Europese Rekenkamer (ERK)11. In de geannoteerde agenda12 van de Eurogroep en de informele Ecofinraad van 30 november en 1 december is invulling gegeven aan dit verzoek. Daarin heeft het kabinet aangegeven dat het jaarverslag van de ERK een belangrijk element is in de standpuntbepaling ten aanzien van de decharge van de EU-begroting, meer specifiek de Raadsaanbevelingen die de Ecofinraad zal aannemen in februari 2021. Deze Raadsaanbevelingen zijn gericht aan het Europees Parlement (EP), dat decharge verleent aan de Europese Commissie over de uitvoering van de Europese jaarbegroting. Tijdens deze Ecofinraad zal een gedachtewisseling plaatsvinden over de Raadsaanbevelingen en deze zullen na de Ecofinraad worden goedgekeurd middels een schriftelijke procedure.13
De ERK geeft over het jaar 2019 een afkeurende verklaring over de uitgaven van de EU-begroting en berekent voor dit jaar een foutenpercentage van 2,7% voor de uitgaven. Dit is een verslechtering ten opzichte van het voorgaande jaar en ligt boven de materialiteitsgrens van 2%. In 2018 bedroeg het foutenpercentage 2,6% waarop de ERK het oordeel «verklaring met beperking» heeft gegeven. Het afkeurende oordeel van de ERK over de uitgaven in 2019 is daarmee een strenger oordeel dan in 2018.
Het foutenpercentage van de uitgaven met een hoog risico draagt significant bij aan het algemene foutenpercentage (4,9% bij een materialiteitsgrens van 2%). Het betreft voornamelijk betalingen gebaseerd op vergoedingen voor kosten en projecten die daarvoor niet in aanmerking hadden mogen komen omdat niet is voldaan aan de subsidievoorwaarden («eligibility»). Hiervoor bestaan doorgaans complexe regels. Dit zijn bijvoorbeeld uitgaven binnen het Cohesiebeleid en het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Binnen de categorie uitgaven met een laag risico is volgens het oordeel van de ERK geen sprake van materiële fouten.
Naast de afkeurende verklaring op de uitgaven geeft de ERK een goedkeurend oordeel over de inkomsten van de Europese begroting en over de betrouwbaarheid van de rekeningen.
Waarschijnlijk is een meerderheid van de lidstaten voorstander van het aannemen van een positief dechargeadvies aan het EP. Het foutenpercentage is echter gestegen in 2019 t.o.v. 2018, en de ERK heeft dit jaar een afkeurend advies gegeven over de uitgaven. Bovendien bevindt het algemene foutenpercentage zich nog steeds boven de materialiteitsgrens van 2%. Nederland is daarom geen voorstander van een positief dechargeadvies en zal daarom tegen de Raadsaanbevelingen stemmen. Daarmee geeft Nederland de boodschap af dat urgente verbetering van belang is. In 2018 heeft Nederland ook, als enige lidstaat, tegengestemd.
Begrotingsrichtsnoeren 2022
Document: ST 5791/21
Aard bespreking: (gedachtewisseling ten behoeve van) besluitvorming – aanname Raadsconclusies
Besluitvormingsprocedure: Consensus
Toelichting:
Voordat wordt gestart met de onderhandelingen over de EU-begroting voor het jaar 2022 worden er door de Raad begrotingsrichtsnoeren opgesteld. Deze worden in de Ecofinraad besproken, zullen na de Ecofinraad worden goedgekeurd middels een schriftelijke procedure.14 De Raad geeft de Europese Commissie via deze richtsnoeren sturing bij het opstellen van de (concept) begroting voor 2022. De begrotingsrichtsnoeren zijn niet juridisch bindend. De begroting voor het jaar 2022 is de tweede begroting van het Meerjarig Financieel Kader voor de periode 2021–2027.
In de concept richtsnoeren wordt allereerst het belang van een prudente begroting benadrukt, waarbij tegelijkertijd wordt aangegeven dat er voldoende middelen beschikbaar dienen te zijn om de prioriteiten in de EU te ondersteunen. Daarnaast benadrukt de Raad in de richtsnoeren, evenals in voorgaande jaren, het belang van budgettaire discipline in de EU: de plafonds binnen het MFK-raamwerk moeten gerespecteerd worden en er dienen voldoende marges onder de plafonds te resteren om te kunnen reageren op onvoorziene omstandigheden. Verder wordt het belang genoemd van betrouwbare en precieze ramingen om de voorspelbaarheid van de afdrachten van lidstaten aan de EU te vergroten. Tevens roept de Raad alle EU-instituties op om de uitgaven aan personeel op een stabiel niveau te houden.
Het kabinet is voornemens om in te stemmen met laatste bekende versie van de richtsnoeren, zoals die hierboven is omschreven. Deze geven een gebalanceerd beeld van de prioriteiten van de Raad ten aanzien van het proces en de inhoud voor de begroting voor 2022. De Europese Commissie neemt de richtsnoeren mee in het voorstel voor de begroting van 2022, dat naar verwachting in juni 2021 verschijnt.
Internationale zaken – EU Global Recovery Initiative
Document: Nog niet beschikbaar
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Onder dit agendapunt zal een verdere gedachtewisseling plaatsvinden over hoe het EU Global Recovery Initiative, dat Commissievoorzitter Von der Leyen in mei 2020 aankondigde, verder gestalte kan krijgen in de context van toenemende uitdagingen om het herstel van de COVID-19-crisis te financieren. In het EU Global Recovery Initiative is veel aandacht voor de link tussen de aanpak van schulden, investeringen en de duurzame ontwikkelingsagenda, en de potentiële additionele Europese steun voor de verschillende onderdelen van het initiatief.
Een onderwerp dat in de Ecofinraad naar voren zal komen is de implementatie van het gezamenlijk raamwerk voor schuldherstructurering van lage inkomenslanden van de G20 en de Club van Parijs (het Common Framework for Debt Treatments). Daarbij zet Nederland in op een integrale benadering waarbij naast schuldhoudbaarheid ook wordt gekeken naar nieuwe financiering, beleidshervormingen en capaciteitsondersteuning voor het behalen van de Sustainable Development Goals (SDG’s) en het Klimaatakkoord van Parijs. Daarnaast zal worden gesproken over een nieuwe generieke allocatie van bijzondere trekkingsrechten van het IMF (Special Drawing Rights, SDRs). SDRs versterken de internationale reserveposities van centrale banken en creëren daarmee internationale liquiditeit zonder dat de schuldposities van landen toenemen. Tijdens de voorjaarsvergadering van het IMF in 202015 was er geen consensus over een SDR-allocatie. Een heroverweging van de positie van de VS onder de nieuwe regering Biden zou kunnen leiden tot voldoende steun. Een SDR-allocatie wordt mogelijk tijdens de G20-vergadering van Ministers van Financiën en gouverneurs van centrale banken eind februari besproken. Tenslotte zal in de Ecofinraad onder dit agendapunt worden besproken hoe de Wereldbank meer private financiering kan mobiliseren in lage-inkomenslanden met haar instrumentarium. Binnen de Wereldbank Groep richt de International Development Association (IDA) zich op lage-inkomenslanden, onder andere met een speciaal loket voor privatesectorfinanciering. IDA heeft tijdens de afgelopen Jaarvergadering aangegeven meer middelen nodig te hebben om zowel de gevolgen van COVID-19 het hoofd te bieden als de afgesproken lange termijndoelen te behalen.16
Nederland steunt een versterkte rol van de EU in steun aan landen bij de ontwikkeling van houdbare overheidsfinanciën en de aanpak van de schuldenproblematiek, om zo de synergie tussen mondiale initiatieven te vergroten en een Europees model voor herstel en duurzame ontwikkelingsdoelen te promoten. Daarbij is het belangrijk dat deze aansluit bij besluitvorming in G20-verband, de Club van Parijs, het IMF en de Wereldbank. Nederland acht het van belang dat initiatieven ter ondersteuning van deze landen gericht zijn op groen en inclusief herstel uit de crisis in lijn met de SDG’s en het Klimaatakkoord van Parijs. Zoals aangegeven in de Kamerbrief «Op-Ed Financial Times – Pleidooi ter ondersteuning van kwetsbare Afrikaanse landen» (d.d. 14 april 2020)17 heeft Nederland een breder pleidooi ter ondersteuning van kwetsbare Afrikaanse landen onderschreven waarin ook wordt opgeroepen om SDRs te alloceren. Het initiatief ligt bij het IMF om een eventuele SDR-allocatie voor te stellen aan de leden om daarover te besluiten. Tenslotte is Nederland positief over de oproep van de G20 en de Europese Commissie om te zoeken naar het vergroten van private financiering aan lage-inkomenslanden om meer financiering voor deze landen te generen. Wanneer op termijn tot aanvullende maatregelen wordt besloten die budgettaire gevolgen hebben, zal het parlement daar tijdig over worden geïnformeerd.
Internationale Zaken – Voorbereiding G20-vergadering van Ministers van Financiën en Centrale Bankpresidenten op 26 februari 2021
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Op 26 februari vindt de eerste G20-vergadering van Ministers van Financiën en Centrale Bankpresidenten onder het Italiaanse voorzitterschap van de G20 plaats. Tijdens het Italiaanse voorzitterschap zal de crisisrespons en de gezamenlijke uitdaging voor een duurzaam economisch herstel na de COVID-19-crisis centraal staan. Italië geeft dit jaar daarnaast extra aandacht aan de onderwerpen inclusiviteit, duurzaamheid en digitalisering. Nederland is door Italië uitgenodigd om als gastland deel te nemen aan de G20. Nederland steunt de prioriteiten van het Italiaanse voorzitterschap.
De EU-inzet voor de G20-vergadering zal worden afgestemd door middel van een «EU Terms of Reference». De Ecofinraad zal door het voorzitterschap worden geïnformeerd omtrent het proces. Naar verwachting zal het voorzitterschap voorstellen dat het EFC de inzet zal vaststellen.
(Mogelijk) Herziening van de Europese fiscale Lijst van niet-coöperatieve jurisdicties
Document: N.v.t.
Aard bespreking: (gedachtewisseling ten behoeve van) besluitvorming – Aanname Raadconclusies
Besluitvormingsprocedure: Unanimiteit
Toelichting:
In de Ecofinraad zal een gedachtewisseling plaatsvinden over de conclusies van de Gedragscodegroep over de wijziging van de huidige Europese fiscale lijst van niet-coöperatieve jurisdicties. De Raadsconclusies zullen na de Ecofinraad worden goedgekeurd middels een schriftelijke procedure.18
De Gedragscodegroep is oorspronkelijk in het leven geroepen om binnen de EU schadelijke belastingconcurrentie op het gebied van bedrijfsbelastingen tegen te gaan. Sinds 2016 heeft de Gedragscodegroep ook een tweede, externe taak: het beoordelen of landen buiten de EU voldoen aan de Europese minimum fiscale standaard. Landen die daar niet aan voldoen komen te staan op de Europees fiscale lijst van niet-coöperatieve jurisdicties (hierna: de zwarte lijst).
Tijdens de Ecofinraad van 5 december 2017 is de eerste versie van de zwarte lijst vastgesteld. Daarnaast werd ook een grijze lijst opgesteld van landen die niet voldeden aan de standaard maar op hoog politiek niveau hadden toegezegd om binnen een bepaalde periode alsnog aan de hieronder opgestelde criteria te voldoen:
1. Fiscale transparantie: de jurisdicties voldoen aan de wereldwijde standaard op het gebied van de uitwisseling van fiscale informatie, en
2. Geen schadelijk belastingconcurrentie: de jurisdicties mogen geen schadelijke preferentiële regimes of schadelijke generieke 0% regimes toepassen, en
3. De jurisdicties participeren aan het internationale proces van de OESO om grondslaguitholling en winstverschuiving tegen te gaan.
Sindsdien worden de lijsten op halfjaarlijkse basis aangepast. Het idee is om in de toekomst naar een eenmalige aanpassing per jaar te gaan, nu het aantal wijzingen gestaag aan het afnemen is. De huidige lijsten zijn in oktober 2020 vastgesteld: 1219 landen staan er nu op de zwarte lijst en 1020 landen op de grijze lijst. Beide lijsten zullen worden herzien. Gezien de diplomatieke gevoeligheid kan er nu nog geen informatie gegeven worden over de aanpassingen op de lijst. Nederland kan zich vinden in de voorgestelde wijzigingen van zowel de zwarte als de grijze lijst.
https://www.esm.europa.eu/content/europe-response-corona-crisis.↩︎
Kamerstuk 35 466, nr. 3↩︎
Kamerstuk 21 501-07, nr. 1703↩︎
https://ec.europa.eu/info/strategy/recovery-plan-europe_en.↩︎
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=COM:2021:32:FIN.↩︎
https://ec.europa.eu/info/publications/towards-stronger-international-role-euro-commission-contribution-european-council-13-14-december-2018_en.↩︎
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=COM:2021:32:FIN.↩︎
https://ec.europa.eu/info/strategy/recovery-plan-europe_en.↩︎
Kamerstuk 35 466, nr. 3↩︎
Kamerstuk 35 466, nr. 13↩︎
https://eca.europa.eu/Lists/ECADocuments/annualreports-2019/annualreports-2019_EN.pdf.↩︎
Kamerstuk 21 501-07, nr. 1729↩︎
Vanwege het niet kunnen plaatsvinden van fysieke Raden door de beperkende maatregelen ten gevolge van COVID-19, is de schriftelijke procedure momenteel de enige manier om als Raad besluiten te nemen. Er kunnen geen formele besluiten in videoconferenties worden genomen, aangezien zij informeel van aard zijn.↩︎
Vanwege het niet kunnen plaatsvinden van fysieke Raden door de beperkende maatregelen ten gevolge van COVID-19, is de schriftelijke procedure momenteel de enige manier om als Raad besluiten te nemen. Er kunnen geen formele besluiten in videoconferenties worden genomen, aangezien zij informeel van aard zijn. Coreper kan, gelet op de uitzonderlijke omstandigheden die COVID-19 meebrengt, per geval besluiten om de schriftelijke procedure te gebruiken voor de vaststelling van Raadsconclusies door de Raad.↩︎
Kamerstuk 26 234, nr. 240↩︎
Kamerstuk 26 234, nr. 248↩︎
Kamerstuk 26 234, nr. 239↩︎
Vanwege het niet kunnen plaatsvinden van fysieke Raden door de beperkende maatregelen ten gevolge van COVID-19, is de schriftelijke procedure momenteel de enige manier om als Raad besluiten te nemen. Er kunnen geen formele besluiten in videoconferenties worden genomen, aangezien zij informeel van aard zijn. Coreper kan, gelet op de uitzonderlijke omstandigheden die COVID-19 meebrengt, per geval besluiten om de schriftelijke procedure te gebruiken voor de vaststelling van Raadsconclusies door de Raad.↩︎
Anguilla, Amerikaanse Maagdeneilanden, Amerikaans Samoa, Barbados, Fiji, Guam, Palau, Panama, Samoa, de Seychellen, Trinidad & Tobago en Vanuatu.↩︎
Australië, Botswana, Eswatini, Jordanië, Malediven, Marokko, Namibië, Sint Lucia, Thailand en Turkije.↩︎