Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2020-2021

29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Nr. 266 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 2021

Op verzoek van uw vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat stuur ik u deze reactie op de brief van Netbeheer Nederland. Netbeheer Nederland reageert op de wijziging van de Regeling «inzake tariefstructuren en voorwaarden gas» (Kamerstuk 29 023, nr. 264). De regeling heeft mijn voorganger op 7 december 2020 vastgesteld en op 8 december 2020 aan uw Kamer toegestuurd in het kader van de wettelijk voorgeschreven procedure («nahangprocedure»).

Zoals toegelicht in de brief van 18 november 2020 (Kamerstuk 29 023, nr. 263), is er onduidelijkheid ontstaan over de verwijderkosten van gasaansluitingen. Deze onduidelijkheid is onwenselijk. De vastgestelde wijziging van de Regeling «inzake tariefstructuren en voorwaarden gas» beoogt deze onduidelijkheid voor afnemers van het gasnet weg te nemen. Netbeheer Nederland geeft aan dat de wijziging van de regeling tot nieuwe onduidelijkheid kan leiden. Met deze reactie op de brief van Netbeheer Nederland hoop ik de resterende onduidelijkheid volledig weg te nemen.

Het beoogde effect van de regeling is dat iedereen in Nederland die geen gebruik meer wil maken van zijn of haar gasaansluiting, deze gasaansluiting kan laten verwijderen zonder kosten. Dit geldt voor kleinverbruikers, in de praktijk alle huishoudens en het merendeel van het mkb. De regeling heeft tot gevolg dat iedereen die verzoekt om verwijdering van de gasaansluiting, hier geen rekening voor krijgt. De gasaansluiting wordt veilig verwijderd door de netbeheerder en de kosten kan de netbeheerder via zijn tarieven vergoed krijgen.

Indien een afnemer permanent van het gas gaat, is het noodzakelijk om de gasaansluiting te verwijderen. Het tijdelijk afsluiten («verzegelen») is geen veilig alternatief. Dit is de conclusie op basis van de onderzoeken die aan uw Kamer zijn aangeboden in de brief van 12 november 2019 (Kamerstuk 29 023, nr. 254).

Om de gasaansluiting kosteloos te laten verwijderen, is het noodzakelijk dat diegene die van het gas afgaat een verzoek doet om de gasaansluiting te laten verwijderen. Het is de bedoeling dat in alle situaties afnemers op een zeer laagdrempelige manier een verzoek tot kosteloze verwijdering kunnen doen. Afnemers kunnen in alle gevallen met een verzoek zonder kosten van het gasnet af.

De brief van Netbeheer Nederland ziet op het geval dat diegene die van het gas afgaat, geen verzoek doet om de gasaansluiting te verwijderen. Netbeheer Nederland heeft suggesties gedaan voor een nieuwe formulering van de Regeling zodat ook zonder verzoek de verwijderkosten worden opgenomen in de tarieven. Ik ben het eens met Netbeheer Nederland dat dit eenvoudiger is. De Gaswet biedt echter alleen bij een verzoek tot verwijdering de mogelijkheid om een andere kostenverdeling voor te schrijven zodat er geen kosten zijn voor diegene die van het gas af wil. Voor situaties waarin er geen verzoek gedaan wordt, heb ik geen juridische basis een andere kostenverdeling voor te schrijven.

In de praktijk hoeft dit geen probleem te zijn, omdat een verzoek heel laagdrempelig kan worden vormgegeven en het in het belang van zowel de afnemer als de netbeheerder is dat een verzoek tot stand komt. Indien er in eerste instantie geen verzoek tot verwijdering komt, kan de netbeheerder zelf aangeven dat verwijdering om veiligheidsredenen nodig is. Ook na dit bericht van de netbeheerder kan een afnemer op een laagdrempelige manier een verzoek doen tot kosteloze verwijdering. Ook in dat geval zijn er geen kosten aan verbonden voor de afnemer.

In de situatie dat er desondanks geen verzoek is en de netbeheerder vanuit het oogpunt van veiligheid verplicht is om de gasaansluiting te verwijderen, zal de netbeheerder kosten maken. Het oordeel over wat er in deze situatie met de kosten gebeurt, ligt bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De ACM heeft daar op dit moment nog geen standpunt over ingenomen. Wanneer er wel een standpunt van de ACM is, zal ik met de ACM en netbeheerders in gesprek gaan over de consequenties van dat standpunt. Het gaat daarbij naar verwachting om een beperkt aantal gevallen gedurende een beperkte termijn.

Dit is een tijdelijke situatie. In het wetsvoorstel Energiewet, dat momenteel wordt geconsulteerd, zijn de bepalingen met betrekking tot het verwijderen van gasaansluitingen opnieuw geformuleerd.

Gelet op het bovenstaande ben ik ervan overtuigd dat de wijziging van de regeling «inzake tariefstructuren en voorwaarden gas» in combinatie met deze brief de gewenste duidelijkheid biedt over de verwijderkosten. Ik ben voornemens om de wijzigingsregeling op korte termijn werking te laten treden.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
B. van ’t Wout