[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake Faillissement levensverzekeraar Conservatrix (Kamerstuk 29507-152)

Regels voor de financiële dienstverlening (Wet financiële dienstverlening)

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2021D05722, datum: 2021-02-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D05722).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z24374:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2021D05722 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 8 februari 2021 enkele vragen en opmerkingen aan de Minister van Financiën voorgelegd over zijn op 9 december 2020 toegezonden brief inzake faillissement levensverzekeraar Conservatrix (Kamerstuk 29 507, nr. 152).

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,
Tielen

De adjunct-griffier,
Freriks

Inhoudsopgave blz.
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2
Inleiding 2
Positie polishouders 2
Rol DNB 5
Overname 8
Wet- en regelgeving 9
Overig 11
II Reactie van de Minister van Financiën 12

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben bezorgd kennisgenomen van het faillissement van Conservatrix. De onzekerheid en financiële ellende voor meer dan 70.000 polishouders is immens. Deze mensen raken een belangrijk deel, misschien wel zestig procent, van hun spaargeld kwijt. De leden van de VVD-fractie constateren dat het toezichtstelsel niet heeft gedaan wat het zou moeten doen en hebben daar een aantal vragen over.

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister m.b.t. het faillissement van de levensverzekeraar Conservatrix.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief over het faillissement van Conservatrix, maar zijn ontstemd over de vele gedupeerden die getroffen zijn door het faillissement. Deze leden hebben verschillende vragen over de toedracht van dit faillissement en vragen over de gevolgen voor gedupeerden.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het faillissement van levensverzekeraar Conservatrix en de daarop volgende brieven van de Minister van Financien en de DNB. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister van Financien over het faillissement van levensverzekeraar Conservatrix.

De leden van de PvdA-fractie hebben met grote zorgen kennisgenomen van het faillissement van Conservatrix. Het faillissement leidt tot grote onzekerheid bij polishouders. Vaak zijn dit zelfstandigen die zelf hun pensioen moeten verzorgen, en voor wie de polis bij Conservatrix een belangrijk onderdeel vormt van de oudedagsvoorziening. Voor hen breekt een moeilijke tijd aan. Wanneer wordt duidelijk wat voor hen de gevolgen zijn? In hoeverre worden afspraken nagekomen? De leden van de PvdA-fractie hebben naar aanleiding van het faillissement vele vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister van Financiën over het faillissement van levensverzekeraar Conservatrix en hebben hierover enkele vragen en zorgen.

Positie polishouders

De leden van de VVD-fractie vernemen graag wat de Minister van Financiën en De Nederlandsche Bank (DNB) nu gaan doen om hun recht en dat van de polishouders te halen. Zijn zij bijvoorbeeld bereid zich te voegen in de procedure van Conservatrix tegen de aandeelhouder, strekkende tot een kapitaalstorting? DNB is immers via het verzoekschrift aan de rechtbank en de confirmation letter betrokken geweest bij de transactie en heeft eisen gesteld of doen stellen aan de koper, en de Minister van Financiën wordt daarbij op grond van de wet betrokken.

Vooral willen de leden van de VVD-fractie nu weten wat de polishouders te wachten staat. Wanneer horen zij hoeveel er overblijft van hun verzekering? Waar wordt de polis ondergebracht? Welke rechtsmiddelen staan hun ter beschikking? Hoe worden zij betrokken bij de beslissingen die genomen moeten worden?

De leden van de PVV-fractie wilen verder weten of het klopt dat Conservatrix 70 procent van de beloofde uitkering aan zijn polishouders zal uitkeren. Zo ja, waarom heeft Conservatrix besloten om 70 procent uit te keren, wanneer zal dit worden uitgekeerd en hoe groot is het totale verlies dat de polishouders zullen lijden (in euro’s)? Hoeveel polishouders zijn er precies gedupeerd?

Daarnaast vragen de leden van de PVV-fractie om de bezittingen van Conservatrix in kaart te brengen. Kan de Minister tevens in kaart brengen welke keuzes de curatoren de komende tijd kunnen maken en welke gevolgen elke keuze kan hebben voor de polishouders?

De leden van de CDA-fractie constateren dat de regering niet kan aangeven wat de gevolgen van het faillissement zijn voor gedupeerden. Kan de Minister hier al meer inzicht over geven, zo vragen de leden van de CDA-fractie. In hoeverre lopen er gesprekken met gedupeerden en wat kan er voor hen gedaan worden, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

De leden van de D66-fractie constateren dat met name polishouders de dupe zijn van het faillissement en dat bij het verdere verloop het dan ook deze groep is die de Minister in oog dient te houden. Voor hen breken immers onzekere tijden aan. Daar de brief, waarover dit schriftelijke overleg wordt gevoerd, alweer dateert uit begin december, ontvangen deze leden graag een overzicht van welke acties er sindsdien allemaal zijn uitgevoerd en hoe de polishouders hierbij betrokken worden.

Tevens schrijft de Minister in zijn brief dat de curatoren hadden aangegeven dat alle polishouders op korte termijn een persoonlijke brief ontvangen waarin meer informatie zal worden verstrekt over het vervolg van het proces. De leden van de D66-fractie vernemen graag of dit inderdaad is gebeurd en alle polishouders dus een persoonlijke brief hebben ontvangen. Daarnaast vernemen deze leden graag van de Minister waar polishouders met vragen over hun persoonlijke situatie terecht kunnen.

Tot slot vragen de leden van de D66-fractie of de Minister wil toezeggen om de Kamer periodiek te informeren over de voortgang en zich in wil spannen om, binnen de wettelijke kaders en mogelijkheden, de polishouders te betrekken bij het verdere proces en zorg te dragen voor een oplossing voor de polishouders welke hen, zo min mogelijk, raakt.

De leden van de SP-fractie maken zich zorgen over hoe hier de belangen van gewone mensen worden geschaad en de overheid hier haar handen van aftrekt. Zij vragen hoe het negatief eigen vermogen is ontstaan bij Conservatrix en deze situatie zo lang heeft kunnen voortduren. Hoe verhoudt zich dit met de eigen vermogens van andere verzekeraars? Wat zijn de «alternatieve maatregelen» en «private oplossing» die op tafel lagen, dan wel een mogelijkheid hadden kunnen zijn? Waarom bleken deze niet mogelijk of zijn deze niet toegepast? Staan polishouders bovenaan de lijst van schuldeisers bij de afwikkeling door de curator? Zo nee, welke partijen komen vóór de polishouders in dit proces? Op welke plek in de volgorde staan de aandeelhouders van Conservatrix? Welk percentage van het geld waar de polishouders bij een normaal functionerende verzekeraar op rekenden kunnen zij nog verwachten te ontvangen? Hoeveel waarde dreigen polishouders te verliezen in geval van een portefeuilleoverdracht? Hoeveel in geval van de verkoop van alle onderdelen van Conservatrix? Wat gaat de Minister doen om de gedupeerde mensen te beschermen voor de gevolgen van het wanbeleid dat gevoerd is?

De leden van de PvdA-fractie hebben met grote zorgen kennisgenomen van het faillissement van Conservatrix. Het faillissement leidt tot grote onzekerheid bij polishouders. Vaak zijn dit zelfstandigen die zelf hun pensioen moeten verzorgen, en voor wie de polis bij Conservatrix een belangrijk onderdeel vormt van de oudedagsvoorziening. Voor hen breekt een moeilijke tijd aan. Wanneer wordt duidelijk wat voor hen de gevolgen zijn? In hoeverre worden afspraken nagekomen? De leden van de PvdA-fractie hebben naar aanleiding van het faillissement vele vragen.

De leden van de PvdA-fractie vragen hoeveel gedupeerden er zijn, en of alle gedupeerden in kaart zijn gebracht. Wat moeten mensen doen als zij een polis hebben lopen bij Conservatrix? De curatoren hebben aangegeven dat er maximaal 30% gekort gaat worden. Wat is de status van deze uitspraak en is deze juridisch bindend? Waar is dit percentage op gebaseerd? Als mensen straks worden geconfronteerd met een inkomensteruggang van tot wel 30% en zij komen in de problemen door bijvoorbeeld hoge vaste lasten, bij wie kunnen zij dan terecht?

Deelt de Minister de mening van de PvdA-fractie dat verzekerden bij Conservatrix erop mochten vertrouwen dat hun ingelegde gelden beschermd waren en onder stevig toezicht van DNB stonden? Wat hebben zij verkeerd gedaan? Vindt de Minister het acceptabel dat zij tot 30 procent van hun aanspraken verliezen? Waarom laat de Minister hen aan hun lot over? Is de Minister bereid actie te ondernemen om de bescherming die zij zouden moeten genieten waar te maken?

De leden van de PvdA-fractie constateren dat polishouders zelf weinig invloed kunnen uitoefenen op hun lot. Het wisselen van verzekeraar is zeer lastig, en er is een forse informatieachterstand. Is de Minister bereid te regelen dat consumenten bij overname van een verzekeraar kosteloos kunnen overstappen naar andere verzekeraars, zonder fiscale gevolgen en waar mogelijk onder dezelfde voorwaarden? Wat kunnen klanten met een verzekering bij het voormalige Reaal doen, die hun verzekering zonder wederhoor over zagen gaan naar eerst het Chinese Anbang en vervolgens een private-equitymaatschappij? Is het niet gerechtvaardigd dat als consumenten welbewust kiezen hun verzekeringen onder te brengen bij een verzekeraar met een bepaalde (sociale) identiteit, bij overname, klanten kosteloos kunnen overstappen? Waarom kan dat niet? Vindt de Minister dat het pensioen van mensen zomaar in handen van een (buitenlandse) private-equitypartij kan komen? Wat kunnen klanten daartegen ondernemen, niets? We zagen hetzelfde eerder ook al bij mkb’ers die overgenomen werden van ABN door Deutsche Bank en de dupe waren. Is de Minister bereid te onderzoeken hoe consumenten kunnen regelen dat zij bij een Nederlandse verzekeraar kunnen blijven? Is de Minister voorts bereid te regelen dat consumentenbescherming niet wordt ondermijnd in het geval van een overname?

Voor de leden van de fractie van de ChristenUnie is duidelijk dat het faillissement van levensverzekeraar Conservatrix veel verliezers kent. Wat deze leden betreft verdienen de polishouders hierbij prominent de aandacht, aangezien zij de kleinste rol speelden in de aanloop naar het faillissement maar misschien wel de grootste slachtoffers vormen. Het gaat om 80.000 klanten met kapitaalverzekeringen, waarbij sommigen ervan afhankelijk zijn voor hun pensioen en anderen bijvoorbeeld al in de jaren »70 een uitvaartverzekering afsloten. Dit roept vragen op over hoe deze mensen zich hadden kunnen voorbereiden op deze harde klap. (Hoe) had er door deze groep ingespeeld kunnen worden op het naderende bankroet? En deelt de Minister de opvatting dat – als deze klap niet te voorzien was voor polishouders – zij ook niet de buitensporige financiële gevolgen zouden moeten voelen? Kan de Minister daarnaast meer inzicht geven in de grootte van de groep gedupeerde polishouders die onvermijdelijk kortingen op hun uitkeringen tegemoetzien?

De leden van de ChristenUnie-fractie onderstrepen de noodzaak voor de curatoren om in het belang van de polishouders te onderzoeken of de verzekeringen van Conservatrix kunnen worden overgedragen aan een andere verzekeraar die financieel gezond is. Daarnaast is er de mogelijkheid voor curatoren om in bepaalde gevallen aan polishouders ook na het faillissement uitkeringen te doen – ook al lijken kortingen onontkoombaar. Kan de Minister meer zeggen over de hoogte van deze korting? Hierover bestaat enige onduidelijkheid, op sommige plekken wordt 10%-40% aangegeven, elders maximaal 30%. Kunnen de polishouders in ieder geval hun eigen inleg terug verwachten? Kan de Minister daarnaast bevestigen dat alle polishouders inmiddels de persoonlijke brief hebben ontvangen waarin meer informatie wordt verstrekt over de afwikkeling en het vervolg van het proces? Berichten van polishouders zelf lijken hierover niet eenduidig te zijn en daarom benadrukken deze leden dat alles in het werk gesteld moet worden om hen te helpen door in ieder geval duidelijkheid te verschaffen.

Rol DNB

De leden van de VVD-fractie vernemen van betrokkenen dat Conservatrix reeds in 2014 aan De Nederlandsche Bank heeft voorgesteld om via de en-blocclausule de gegarandeerde rentebijschrijving op de polissen conform de markt te verlagen. DNB heeft daarin toen niet bewilligd. Op dat moment was al duidelijk dat de marktomstandigheden volledige nakoming onmogelijk zouden maken. Kan de Minister dit, zo nodig door navraag bij DNB, bevestigen? Waarom heeft DNB de en-blocclausule destijds geweigerd? Werden de polishouders daarvan op de hoogte gesteld? Zouden de polishouders achteraf bezien beter af zijn geweest met zo’n tijdige afstempeling?

Ten slotte willen de leden van de PVV-fractie weten welke rol DNB hierbij gespeeld heeft. Klopt het dat Conservatrix onder de vorige eigenaar, en onder toezicht van DNB, producten met hoge jaarlijkse uitkeringsgaranties en winstdelingskenmerken heeft verkocht die varieerden tussen de 3 en 5 procent. De uitgifte van deze producten tegen deze onhoudbare rentepercentages zou van ver voor de betrokkenheid van Global Growth dateren. Waarom heeft DNB Conservatrix in die periode zo lang laten opereren met een tekortschietend risicomanagement gelet op de verplichtingen en waarom heeft DNB destijds nooit aan de bel getrokken?

De leden van de CDA-fractie hebben het feitenrelaas zoals opgesteld door DNB gelezen en hebben hier enkele vragen over. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister naar het onderbrengen van een deel van de herverzekerde portefeuille via retrocessie bij een andere verzekeraar. Deze leden lezen dat uit onderzoek van Conservatrix naar kwam dat de retrocessie de bestaande afspraken tussen Conservatrix en CBL niet werden aangetast. In hoeverre kan DNB de uitkomsten van dit onderzoek bevestigen, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

De leden van de CDA-fractie vragen of DNB bij de toetsing van de UBO (uiteindelijk belanghebbende) van Conservatrix de dingen die nu bekend zijn, zoals de lopende strafzaak en veroordeling in eerste aanleg, indertijd al als signalen waren afgegeven door de toezichthouder van het desbetreffende land. In hoeverre zorgt deze casus ervoor dat de toetsing van de DNB aangepast moet worden, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

De leden van de SP-fractie zijn ontsteld over de gang van zaken in de jaren in aanloop naar het faillissement van Conservatrix. Zij vragen hoe het kan dat de verkoop aan een bepaalde koper eerst als te risicovol wordt geacht en zich daarna alsnog voltrekt voor een symbolisch bedrag. Waarom is hiertoe besloten, welke overwegingen speelden een rol en welke rol speelden de Minister van Financiën en DNB hierin? Waren zij op de hoogte van de (mogelijkheid op) criminele activiteiten van de koper, Lindberg? Het verslag van DNB wekt de indruk dat zij wel trachtten de eigenaren te dwingen de problemen op te lossen, bijvoorbeeld door kapitaalbijstortingen te eisen, maar hier niet in slagen? Heeft DNB te weinig autoriteit en/of wettelijke middelen om daadkrachtig op te treden in de sector waar zij toezicht op houdt? Waarom zijn aan de oproepen van DNB niet voldaan. Welke rol speelde het dat de uiteindelijke aandeelhouder, de eigenaar, zich in het buitenland bevond? Welke middelen had DNB nog ter beschikking die niet ingezet zijn?

De leden van de SP-fractie lezen dat het ministerie en DNB – organisaties die ons veilig moeten houden voor de vele wantoestanden in de financiële sector – hier ook een rol hebben gespeeld. Zij vragen waarom de toezichthouder niet eerder ingreep. Waarom heeft DNB geen gebruikgemaakt van de opvangregeling voor verzekeraars toen zij hier de mogelijkheid toe had vóór de afschaffing in 2019? Waarom is er besloten om deze regeling op te heffen, is dit onder druk van de EU gebeurd? Wat is het verschil tussen deze regeling en het depositogarantiestelsel dat wel in stand wordt gehouden? Is dat dan ook niet een vorm van staatssteun? Klopt het dat er andere EU-lidstaten zijn die deze faciliteit rondom verzekeraars wel in stand hebben gehouden? Welke mogelijkheden waren er om de belangen van Nederlandse burgers voorop te stellen in plaats van schijnbaar abstracte multi-interpretabele EU-wetgeving? Wat gaan DNB en de Minister van Financiën doen om alsnog op te komen voor de belangen van verzekerden in de toekomst?

De leden van de PvdA-fractie constateren dat er onafhankelijk onderzoek wordt gedaan naar het faillissement van Conservatrix en de rol van DNB. Hoe luidt de onderzoeksopdracht en in hoeverre zijn betrokkenen verplicht mee te werken? Als uit het onderzoek blijkt dat DNB heeft gefaald in het toezicht, is zij dan aansprakelijk voor de schade? Kunnen polishouders de schade op DNB verhalen?

De leden van de ChristenUnie-fractie zien tevens dat er door meerdere betrokkenen in deze kwestie wordt gewezen naar de saillante rol van DNB. De onteigening van de oorspronkelijke eigenaren; de verkoop van Conservatrix aan een dubieuze Amerikaanse partij zonder betrokkenheid van polishouders; de linke overnamedeal in 2017 (die in 2015 nog als té link werd beschouwd) – het spreekt op zijn minst niet in het voordeel van DNB. Zowel de oude als de nieuwe eigenaar lijkt bovendien niet te spreken over de handelwijze van DNB. Het is daarom terecht dat bij het onafhankelijk onderzoek naar de gang van zaken bij de levensverzekeraar dat is aangekondigd ook de rol van de toezichthouder wordt meegenomen. Kan de Minister zelf reflecteren op de rol van DNB in de gang van zaken en het uiteindelijke bankroet van deze levensverzekeraar? Is de toezichthouder hier tekortgeschoten en wat wordt er in het werk gesteld om een dergelijk debacle in de toekomst te voorkomen? Hoe kan een Nederlandse verzekeraar omvallen als met de relatief nieuwe Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars (2019) DNB juist meer macht krijgt om in te grijpen als een verzekeraar in financiële problemen komt? Heeft het mogelijk falen of laakbaar handelen van een overheidsinstelling als DNB consequenties voor het besluit om wel of niet tot compensatie over te gaan?

Wat vindt de Minister van de wijze waarop DNB is omgegaan met de retrocessie zoals uiteengezet op pagina 3 en 4 van het feitenrelaas, zo vragen de leden van de fractie van 50PLUS? Wat is volgens de Minister de primaire reden geweest om tot deze transactie over te gaan? Worden de redenen en de gevolgen van de retrocessie ook meegenomen in de onafhankelijke evaluatie?

«In augustus 2018 bleek dat een deel van de bij CBL herverzekerde portefeuille eerder dat jaar via retrocessie was ondergebracht bij een andere verzekeraar. DNB heeft Conservatrix toen direct om een analyse gevraagd van de risico's van deze retrocessie. Uit het onderzoek van Conservatrix kwam naar voren dat door de retrocessie de bestaande afspraken tussen Conservatrix en CBL niet werden aangetast. Ook het door CBL ingebrachte onderpand ten behoeve van het herverzekeringscontract wijzigde niet. Dit betekent dat de financiële positie van Conservatrix niet direct werd geraakt.»

Behoort het tot de normale gang van zaken dat DNB pas in de loop van 2018 op de hoogte wordt gesteld van de omvangrijke retrocessie die eerder in dat jaar heeft plaatsgehad?

Kan met de kennis van vandaag worden gesteld dat de hierboven genoemde retrocessie de financiële positie van Conservatrix uiteindelijk wél heeft geraakt of nog kan raken? DNB schrijft letterlijk dat «de financiële positie van Conservatrix niet direct werd geraakt». Kan hieruit worden opgemaakt dat de financiële positie van Conservatrix wel indirect werd geraakt?

Is een scenario denkbaar, waarbij de afgesproken kapitaalstorting in de toekomst alsnog juridisch wordt afgedwongen maar dat dit te laat komt om Conservatrix van de ondergang te redden en te laat voor de polishouders om kortingen te voorkomen? Wat gebeurt er dan met het geld?

De leden van de fractie van 50PLUS vragen waarom de afwikkeling (resolutie) van Conservatrix beoordeeld is als «niet in het algemeen belang»? Deelt de Minister de mening dat het mogelijk is dat de onafhankelijke evaluatie aan het licht brengt dat DNB op bepaalde punten heeft gefaald in het toezicht? Indien ja, dan is het toch denkbaar dat DNB ook ten minste gedeeltelijk aansprakelijk zou kunnen worden gesteld voor de schade van de polishouders?

De leden van de fractie van 50PLUS vragen of de Minister bereid is om buitenlandse deskundigen te betrekken bij het onafhankelijke onderzoek naar de gang van zaken rondom Conservatrix? Deze leden willen borgen dat de «onafhankelijke onderzoekers» niet worden belast door banden binnen het Nederlandse financiële systeem, waar DNB Koning, Keizer en Admiraal tegelijk is. Het beeld waarbij DNB zich vanaf belastingparadijs Barbados bij de neus laat nemen is niet fraai. Daarom wordt het tijd voor een echt onafhankelijk onderzoek. Anders zal dit onvermijdelijk blijven kleven aan het blazoen van DNB.

Overname

Vervolgens, zo begrijpen de leden van de VVD-fractie, is aangestuurd op een verkoop van het verzekeringsbedrijf. Deze leden willen begrijpen hoe de overdracht van Conservatrix in 2017 vorm heeft gekregen. Klopt het dat DNB een bewust beleid had om kleine verzekeraars of verzekeraars in de vorm van een familiebedrijf aan te zetten tot een fusie of verkoop? Kan de Minister aangeven waarom de verkoop aan Trier Holding (of althans een bedrijf onder bestuur van de heer Greg Lindberg) in 2015 niet wenselijk werd geacht, maar later toch een verkoop aan deze partij plaatsvond, vrijwel om niet? Heeft DNB eisen gesteld aan de vorm van de toegezegde kapitaalinjectie van 88 miljoen euro? Waarom heeft DNB genoegen genomen met een kapitalisering in de vorm van een herverzekering die werd afgesloten binnen hetzelfde conglomeraat? Hoe heeft zij daar vervolgens toezicht op gehouden? Wie was de toezichthouder op de herverzekeraar?

Voorts merken de leden van de PVV-fractie op dat de curatoren kunnen onderzoeken of de verzekeringen van Conservatrix kunnen worden overgedragen aan een andere verzekeraar die financieel gezond is. Aan welke verzekeraar(s) wordt hier gedacht en wat voor gevolgen heeft dit voor de polishouders?

De leden van de PvdA-fractie vragen of het klopt dat er overnamekandidaten in beeld zijn. Zo ja, hoeveel en hoe serieus is de interesse? Waarom heeft de curator al voor het aangaan van een deal een bandbreedte qua kortingen aangegeven? Is het niet in het belang van polishouders om een eventuele korting zo laag mogelijk te laten zijn, en in hoeverre schaden premature uitspraken de onderhandelingspositie? Waar moeten mogelijke kopers aan voldoen? Bij de herverzekering van de portefeuille van Conservatrix aan CBL daalden de solvabiliteitseisen aan Conservatrix, wat mogelijk heeft bijgedragen aan de problemen. Hoe kan worden voorkomen dat de waarborgen voor polishouders wederom sterk eroderen door een eventuele overname? In hoeverre bestaat er een voorkeur voor een binnenlandse of in ieder geval Europese overnamekandidaat?

De leden van de PvdA-fractie vragen of het klopt dat in 2015 de heer Lindberg interesse had in overname van Conservatrix. Waarom is dit toen niet doorgegaan? Klopt het dat DNB de overname toen te riskant vond? Welke redenen lagen daaraan ten grondslag? Had dat met de persoon Lindberg te maken, of met de voorwaarden van de overname? In 2017 wordt het bedrijf alsnog overgedragen aan Lindberg. Waarom kon dat toen wel? Wat was er veranderd in de tussentijd? In hoeverre verschilden de voorwaarden ten opzichte van 2015? Bij een dergelijke overname is DNB verplicht onderzoek te doen naar de koper. In hoeverre heeft dit onderzoek plaatsgevonden ten aanzien van Lindberg? Welke informatie hadden Amerikaanse instanties over Lindberg, en in hoeverre is dit gedeeld met DNB? Hoe kan het dat Lindberg twee jaar later tot een gevangenisstraf werd veroordeeld, maar dat er kennelijk daarvoor geen bezwaren waren tegen een overdracht? In hoeverre luidden de alarmbellen toen de portefeuille werd overgebracht naar Barbados? In hoeverre is het mogelijk toezicht uit te oefenen in een dergelijk belastingparadijs? Is het gebruik van belastingparadijzen reden om toezicht aan te scherpen of aanwijzingen te uiten? Lindberg kocht het bedrijf voor 1 euro, maar daar hoorde een investeringsverplichting bij. DNB meldde in die tijd dat Conservatrix daardoor in veilige haven is gebracht. In hoeverre was deze stelling juist? Zijn de investeringsverplichtingen nagekomen, en in hoeverre was tevoren zeker gesteld dat deze nagekomen zouden worden? Waarom leidde de gevangenisstraf van Lindberg ertoe dat Colorado Bankers Life Insurance Company (CBL) niet meer aan haar verplichtingen kon voldoen? Waardoor verviel hierdoor de herverzekering? Was dit van begin af aan zo geregeld?

De leden van de fractie van 50PLUS merken op dat in het feitenrelaas op pagina 3 wordt gesteld dat er met Trier Holding B.V. afspraken zijn gemaakt om onder bepaalde voorwaarden kapitaal bij te storten. Is er voldaan aan de voorwaarden? Indien ja, waarom kan deze «bijstortverplichting» dan niet worden afgedwongen om een faillissement van Conservatrix af te wenden? Deelt de Minister het standpunt dat Trier Holding nog steeds een bijstortverplichting heeft, ook nadat het faillissement van Conservatrix al is uitgesproken? Hoe schat de Minister de kans in dat Trier Holding met succes juridisch aansprakelijk kan worden gesteld voor het faillissement van Conservatrix?

Met de indirecte aandeelhouders (de aandeelhouders van Trier Holding B.V.) is daarnaast afgesproken dat zij Trier Holding B.V. «in staat zouden stellen om de kapitaalstorting te kunnen realiseren». Hoe hoog schat de Minister de kans in dat de aandeelhouders van Trier Holding met succes juridisch aansprakelijk kunnen worden gesteld voor het faillissement van Conservatrix? Wat vindt de Minister van de situatie dat de afspraken met de nieuwe eigenaar van Conservatrix over kapitaalversterking niet worden nagekomen?

Wet- en regelgeving

De leden van de VVD-fractie herinneren zich de behandeling van het wetsvoorstel herstel en afwikkeling van verzekeraars (Kamerstukken 34 842), waarmee een eind kwam aan de «opvangregeling», een bedrag van maximaal zo’n 134 miljoen euro per geval bij faillissement van een levensverzekeraar. Houdt de Minister staande dat deze regeling strijdig was met Europees recht, zoals hij destijds in de memorie van toelichting schreef? Hoe kan een bedrag dat volledig bij elkaar worden gebracht door de sector kwalificeren als staatssteun of zelfs verboden staatssteun? Deze leden lezen terug dat de noodregeling niet meer effectief zou zijn omdat, samengevat, er door de consolidatie in de sector nauwelijks meer kleine of middelgrote levensverzekeraars over zijn en grote verzekeraars niet gered kunnen worden met 134 miljoen euro. Was die consolidatie bewust beleid van DNB? Past Conservatrix in die definitie van kleine en middelgrote levensverzekeraars? Hadden de probleem bij Conservatrix kunnen worden opgelost of verlicht met een bedrag van maximaal 134 euro?

De leden van de PVV-fractie willen weten hoe het komt dat Solvency II niet heeft kunnen voorkomen dat Conservatrix failliet is gegaan, terwijl het doel ervan een betere bescherming van polishouders is. Op welke wijze kan een soortgelijke situatie in de toekomst voorkomen worden?

Voorts willen de leden van de PVV-fractie weten waarom de «Opvangregeling voor levensverzekeraars» begin 2019 is komen te vervallen. Kan de Minister aangeven of de polishouders van Conservatrix daarmee beter af waren geweest als die regeling nog had bestaan? Klopt het dat nagenoeg alle EU-lidstaten nog een opvangregeling hebben? Hoe staat de Minister tegenover een eventuele herintroductie van deze opvangregeling?

In hoeverre, zo vragen de leden van de CDA-fractie, is de huidige wet- en regelgeving erop gericht dat een verzekeraar daadwerkelijk niet failliet gaat, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Is het afdoende, zo vragen deze leden, dat de verantwoordelijkheid voor herstel vooral bij de verzekeraar worden gelegd. In hoeverre was de DNB nog «op tijd» toen het in september 2020 besloot tot het aanstellen van een Wet op het financieel toezicht (Wft)-curator, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

De leden van de CDA-fractie begrijpen uit de brief van de Minister dat er in augustus 2020 is gevraagd voor financiële steun door de overheid. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister wie er geconsulteerd zijn alvorens tot het besluit te komen om niet de gevraagde steun te verlenen, is DNB daarbij geraadpleegd, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

De leden van de CDA-fractie vragen welke nieuwe regels ervoor zorgen dat deze regeling wordt gezien als ongeoorloofde staatssteun. Is er, zo vragen de leden van de CDA-fractie, behalve de vormgeving van de oude opvangregeling ook gekeken of een dergelijke regeling in een andere vorm, maar met hetzelfde doel, wel zou voldoen aan de Europese regels? Tevens vragen de leden van de CDA-fractie waarom banken onderling wel ondersteuning mogen geven ingeval van een faillissement en waarom mogen levensverzekeraars dat niet. Op welke wijze is ooit ruchtbaarheid gegeven aan deelnemers met een polis bij een levensverzekeraar dat deze opvangregeling is gestopt, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

De leden van de PvdA-fractie constateren dat de Minister voor zichzelf geen rol ziet in de kwestie. Waar baseert de Minister deze beperkte taakomschrijving op? In 2019 werd de opvangregeling voor levensverzekeraars afgeschaft. Er werden Europeesrechtelijke redenen aangevoerd. Kan de Minister deze nog eens uiteenzetten? Is er destijds advies gevraagd bij de Europese Toezichthouders voor Bedrijfspensioenen en Verzekeringen (EIOPA) en de Europese Commissie over de Europeesrechtelijke houdbaarheid van de regeling. Is destijds advies gevraagd of overleg gevoerd over een regeling die wel houdbaar zou zijn? Hoe rijmt de Minister het dat EIOPA vangnetregelingen voor levensverzekeraars aanmoedigt? Klopt het dat vele andere Europese lidstaten wel een vangnetregeling kennen. Zo ja, welke landen zijn dat dan? Waarom heeft de Minister er na het afschaffen van de bestaande vangnetregeling niet voor gekozen een vervangende regeling in te stellen?

De leden van de PvdA-fractie vinden dat bij een dreigend faillissement allereerst de aandeelhouders en andere vermogensverschaffers hun bijdrage moeten leveren. Tegelijkertijd behoort dat niet het eindstation te zijn. Is de Minister bereid om een nieuwe vangnetregeling te onderzoeken, zodat een volgend kabinet daarmee aan de slag kan?

Als Conservatrix eerder failliet was gegaan was er nog een achtervang voor verzekerden. Waarom is daarvoor niet eerder gekozen, zo vragen de leden van de PvdA-fractie. Klopt het dat verzekerden dan wel waren gecompenseerd? Vindt de Minister het verdedigbaar dat zij nu volledig buiten de boot vallen door een combinatie van slecht of te laat toezicht en slechte timing van de wetgeving? Is de Minister het met deze leden eens dat dit richting hen niet uit te leggen is?

De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat de Minister heeft besloten niet tot aanvullende financiële steun over te gaan, waarbij wordt gewezen naar de verantwoordelijkheid van DNB en de voorwaarden in het afwegingskader bij bedrijfsspecifieke steunverlening. Hoewel de financiële problemen bij Conservatrix inderdaad niet het gevolg waren van COVID-19 wordt er in dit afwegingskader ook voorzien in uitzonderlijke gevallen: «waar het publiek belang de directe ondernemingsbelangen overstijgt, zal het Rijk aanvullend moeten inspringen om dit publiek belang veilig te stellen». Kan de Minister uitleggen waarom steun niet met een beroep op deze voorwaarden – het publiek belang van gedupeerde polishouders – te rechtvaardigen is?

Ook hebben de leden van de fractie van de ChristenUnie vragen over de opvangregeling voor levensverzekeraars (die bijvoorbeeld uitkomst bood bij de casus Vie d’Or in 1995) die in 2019 werd afgeschaft zonder een overgangsregeling in het leven te roepen. In 2019 is deze opvangregeling in Nederland vanwege het mogelijk conflicteren met EU-regels over ongeoorloofde staatssteun min of meer geruisloos afgeschaft terwijl in andere Europese landen vergelijkbare garantiestelsels intact bleven – zo constateerden verschillende media. EIOPA stelt bovendien dat deze verzekeringsgarantieregelingen (Insurance Guarantee Schemes (IGS)) voor levensverzekeraars zijn toegestaan in Europa. Kan de Minister ingaan op deze ongelijkheid binnen Europa en de Nederlandse keuze om een dergelijke regeling af te schaffen en geen overgangsregeling voor polishouders te creëren die wel aan de regels voldoet? Hiervan lijken polishouders van Conservatrix nu de dupe te worden.

Tot slot constateren de leden van de ChristenUnie-fractie dat EIOPA pleit «voor de invoering van een Europees netwerk van nationale verzekeringsgarantiestelsels die moeten voldoen aan een minimumpakket van geharmoniseerde kenmerken met als hoofddoel de verzekeringnemers te beschermen en indien nodig een vergoeding te betalen of te verzekeren van de voortzetting van hun verzekeringen.» DNB steunt dit advies en «draagt actief bij aan internationale beleidsdiscussies om nieuwe Europese wetgeving op het gebied van herstel en afwikkeling van verzekeraars vorm te geven.» Hoe staat de Minister hier tegenover en waaruit bestaat de Nederlandse inzet voor een dergelijk Europees geharmoniseerd stelsel op dit gebied van verzekeraars?

De leden van de fractie van 50PLUS vragen of het klopt dat het Verbond van Verzekeraars, als gevolg van een andere kwestie, tot voor kort een opvangregeling heeft gekend die polishouders voor schade zou behoeden in geval van een faillissement. Kan de Minister bevestigen dat de genoemde opvangregeling op 1 januari 2019 is afgeschaft? Kan de Minister toelichten waarom ertoe is besloten om deze regeling te laten vervallen? Klopt het dat toepassing van deze regeling volgens nieuwe EU-regels als ongeoorloofde staatssteun zou worden beschouwd? Wat was precies de rol van de Nederlandse Staat in deze regeling? Klopt het dat vergelijkbare garantiestelsels in andere lidstaten tot op de dag van vandaag intact zijn gelaten? Indien ja, kan de Minister toelichten hoe het mogelijk is dat andere EU-lidstaten het kenmerk «ongeoorloofde staatssteun» omzeilen?

Zijn de nog bestaande garantiestelsels in andere EU-landen misschien georganiseerd zonder financiële verplichtingen voor de nationale overheden, bijvoorbeeld door de financiële schade van een faillissement om te slaan naar andere verzekeraars? Hoe staat de Nederlandse verzekeringssector ervoor in vergelijking met andere Europese landen? Is het risicoprofiel van Nederland op het gebied van levensverzekeraars vanuit Europees perspectief bijzonder te noemen? Indien ja, waarom?

Overig

De leden van de VVD-fractie hebben, ten slotte, kennisgenomen van de antwoorden op schriftelijke vragen van leden van de CDA-fractie1. Mogen zij uit het antwoord op vraag 11 afleiden dat de opzet voor de evaluatie nadrukkelijk ter goedkeuring en niet slechts ter informatie aan de Kamer wordt voorgelegd?

Tevens merken de leden van de PVV-fractie op dat het faillissement van Conservatrix voor de polishouders mogelijk ook negatieve fiscale gevolgen heeft. Om welke fiscale gevolgen en om welk totaalbedrag gaat het hier? Op welke wijze kunnen de onbedoelde negatieve fiscale gevolgen zoal worden gemitigeerd?

De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre het aanbod van Conservatrix aan klanten afweek van het aanbod van andere, gangbare levensverzekeraars. In hoeverre was er sprake dat het aanbod van Conservatrix te mooi om waar te zijn was, zo vragen leden van de CDA-fractie.

De leden van de CDA-fractie vragen in breder verband hoe mensen die pensioensparen bij een verzekeraar beschermd zijn tegen een faillissement. Ziet de Minister daar kwetsbaarheden en zo ja welke, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

Ook ontvangen de leden van de D66-fractie graag, indien mogelijk, een stand van zaken van de onderzoeken welke in de brief van begin december worden aangekondigd, namelijk het onderzoek of de verzekeringen van Conservatrix kunnen worden overgedragen aan een andere verzekeraar die financieel gezond is en het onderzoek aangaande onbedoelde negatieve fiscale gevolgen.

Conservatrix beloofde haar klanten gegarandeerde rendementen. De leden van de PvdA-fractie vragen in hoeverre dit vaker voorkwam in de markt en in hoeverre deze praktijken door DNB werden gesanctioneerd. Tot wanneer werden deze polissen verkocht? Vanaf 2015 mocht Conservatrix geen nieuwe verzekeringen meer afsluiten. Wat was de rationale achter deze beslissing? In hoeverre leidde dit tot een bestendiging van een onhoudbaar bedrijfsmodel? Wat is destijds ondernomen om ervoor te zorgen dat de bestaande portefeuille houdbaar was? In hoeverre zou het mogelijk zijn geweest om toen al af te stappen van de gegarandeerde rendementen?

Deelt de Minister de mening van de PvdA-fractie dat het verstandig is dat zelfstandigen zich verzekeren voor pensioen en arbeidsongeschiktheid? Is het vertrouwen in het financiële stelsel en in het bijzonder de aanspraken van mensen beschermd zijn daarvoor niet cruciaal? Daarvoor is de Minister verantwoordelijk. Wat onderneemt de Minister om dat vertrouwen niet nog verder te schaden? Is de Minister niet veel te laconiek en afwachtend?

De leden van de fractie van 50PLUS vragen wat buiten Conservatrix, het meest recente voorbeeld is van een faillissement van een «kleine tot middelgrote levensverzekeraar» in de Europese Unie? Welk percentage schade is bij dit faillissement geleden door de polishouders? Wat is het meest recente voorbeeld van een faillissement van een «kleine tot middelgrote levensverzekeraar» in Nederland? Welke schade is bij dit faillissement geleden door de polishouders? Wat is binnen de Europese Unie het meest recente voorbeeld van het faillissement van een verzekeraar, waarbij de polishouders substantiële korting hebben moeten accepteren?

II Reactie van de Minister van Financiën


  1. Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1486↩︎