[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Onafhankelijke Raadsman en Nationale ombudsman

Gaswinning

Brief regering

Nummer: 2021D05794, datum: 2021-02-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33529-845).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -845 Gaswinning.

Onderdeel van zaak 2021Z02645:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

33 529 Gaswinning

Nr. 845 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2021

In deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over de toekomst van de klachtenbehandeling voor bewoners in Groningen. Met deze brief geef ik invulling aan de toezegging aan het lid Nijboer (PvdA) tijdens het AO Mijnbouw/Groningen van 6 februari 2020 (Kamerstuk 33 529, nr. 741) en de toezegging aan het lid Van der Lee (GL) tijdens het debat over de Tijdelijke Wet Groningen van 14 januari 2020 (Handelingen II 2019/20, nr. 40, item 8).

In 2013 is de Onafhankelijke Raadsman (hierna: Raadsman) door Minister Kamp benoemd als onafhankelijk aanspreekpunt voor bewoners in Groningen die klachten hadden over de behandeling door de NAM. Omdat de NAM een private partij is, was een dergelijk onafhankelijk klachtenloket nodig en gepast. De Raadsman kwijt zich sindsdien met verve van zijn taak. De schadeafhandeling is inmiddels al enige tijd in handen van de overheid. Na wijziging van de Tijdelijke wet Groningen geldt dat ook wettelijk geregeld wordt dat de versterkingsoperatie definitief in handen van de overheid komt. Daarmee is de overheid primair aan zet om vragen, signalen en klachten van burgers op te pakken. Hierin speelt de Nationale ombudsman (hierna: ombudsman) een belangrijke rol; hij staat burgers bij als het misgaat tussen burger en overheid.

Onlangs heeft mijn voorganger met de Raadsman en de ombudsman gezamenlijk besproken hoe de taken en functionaliteit van de Raadsman passen in het publieke bestel. In constructief overleg is afgesproken om een overgang van taken en verantwoordelijkheden van de Raadsman naar de ombudsman te laten plaatsvinden. Daarbij staat centraal dat bewoners bij de ombudsman terecht kunnen met al hun vragen, signalen en klachten.

Afgesproken is dat de Raadsman tot 31 december 2021 actief blijft en dat zijn rol daarna stopt. Dit jaar zullen de Raadsman en de ombudsman gebruiken om een soepele transitie vorm te geven, waarbij er aandacht is voor hoe de ombudsman de functionaliteiten van de Raadsman een plek kan geven in zijn werkwijze. De Raadsman en de ombudsman werken dit momenteel uit in een plan van aanpak. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar het onderhouden van een netwerk in de regio, het behouden van opgedane relevante kennis en ervaring, lokale toegankelijkheid en het signaleren van knelpunten. Tot eind 2021 is de Raadsman nog in functie en bereikbaar voor bewoners.

Met deze gezamenlijke beslissing kan de motie van het lid Van der Lee c.s. (Kamerstuk 35 250, nr. 28) niet worden uitgevoerd. Deze motie roept op tot het aanhouden van de Raadsman tot de eerste evaluatie van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). Conform de Tijdelijke wet Groningen zal deze evaluatie pas medio 2023 plaatsvinden. Het is van belang dat bewoners altijd duidelijkheid hebben over waar zij met hun klacht terecht kunnen. Het naast elkaar bestaan van twee afzonderlijke klachtentrajecten draagt niet bij die duidelijkheid en het is dus niet wenselijk twee klachtenloketten naast elkaar te laten bestaan. Daarnaast is het van belang de rol van de ombudsman in het systeem te respecteren. Met de afspraken over het overdragen van taken ben ik van mening dat het recht van bewoners om tegen overheidshandelen op te kunnen komen, goed geborgd is. De Raadsman en de ombudsman kunnen zich beiden vinden in deze aanpak. Hierbij staat dus centraal, zoals hiervoor aangegeven, dat bewoners met al hun vragen, signalen en klachten bij de ombudsman terecht kunnen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
B. van ‘t Wout