[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Van Gerven en Leijten over het bericht 'Ontwikkelaar corona-sneltest ontwijkt op grote schaal belastingen'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2021D05917, datum: 2021-02-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-1624).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z18278:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1624

Vragen van de leden Van Gerven en Leijten (beiden SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Ontwikkelaar corona-sneltest ontwijkt op grote schaal belastingen» (ingezonden 8 oktober 2020).

Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 februari 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 636.

Vraag 1 en 2

Wat is uw reactie op het bericht «Ontwikkelaar corona-sneltest ontwijkt op grote schaal belastingen» en het onderliggende rapport van Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO)?1 2

Onderschrijft u de onderzoeksresultaten van dit rapport? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1 en 2

Het rapport van SOMO vermeldt dat het bedrijf Qiagen op een onwettige manier aanspraak op belastingvoordelen zou hebben gemaakt en Nederlandse vennootschapsbelasting zou hebben ontweken. Dit terwijl het bedrijf ondertussen subsidies en toelages zou krijgen van overheden, onder andere voor de ontwikkeling van sneltesten om het coronavirus aan te tonen.

De Dienst Testen heeft geen overeenkomsten gesloten met of orders geplaatst bij Qiagen die betrekking hebben op sneltesten. De afgelopen maanden zijn vanuit het Ministerie van VWS diverse aanbestedingen rondom corona sneltesten gedaan. Bij deze aanbestedingen heeft geen gunning aan dit bedrijf plaatsgevonden.

Het rapport vermeldt tevens een betrokkenheid van het Dutch Venture Initiative (DVI). DVI is een zogenaamd «fund of fund» voor private-equity risicokapitaal en wordt gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat via Oost NL en het Europese Investeringsfonds (EIF), als verstrekker van risicokapitaal ten behoeve van het mkb in de EU. DVI is bedoeld om snelgroeiende innovatieve bedrijven betere toegang tot investeringskapitaal te geven en andere private investeerders aan te trekken.

DVI is opgericht door PPM Oost (thans Oost NL) en EIF, in de vorm van een SICAR (SociĂ©tĂ© d’investissement en capital Ă  risque), naar Luxemburgs recht. DVI investeert in fondsen welke investeren in innovatieve snelgroeiende mkb bedrijven met behoefte aan risicokapitaal. De investeringen vinden plaats conform de wettelijke regelgeving in de EU en Luxemburg. Het aangestelde fondsbeheer en de controlerende autoriteiten zien toe op de marktconforme investeringsgedragingen.

DVI heeft (indirect) via Gilde Healthcare geĂŻnvesteerd in STAT-Dx, dit bedrijf is daarna in een later stadium overgenomen van Gilde Healthcare door Qiagen. In het antwoord op vraag 3 en 4 wordt hier nader op ingegaan.

Op grond van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) kan het kabinet niet ingaan op de fiscale positie van een individuele belastingplichtige en daarom niet reageren op deze elementen uit het SOMO-rapport. Op basis van de bevindingen beveelt het rapport van SOMO aan transfer pricing mismatches aan te pakken en transparantie op belastinggebied te verbeteren. Een reactie op deze aanbevelingen vindt u in het antwoord op vraag 9.

Vraag 3

Wat zijn de concrete bedragen die het Nederlandse Dutch Venture Initiative (DVI) aan publieke investering heeft gedaan in het Spaanse bedrijf STAT-Dx, dat sindsdien is overgenomen door Qiagen en cruciaal was voor de ontwikkeling van de COVID-19 testkits die Qiagen nu verkoopt?

Antwoord 3

Het is niet mogelijk om informatie te verstrekken over individuele fondstransacties anders dan bekend gemaakt door het betrokken investeringsfonds zelf. In dit geval kunt u informatie vinden over de STAT-Dx onderneming en de acquisitie door Qiagen op de website van Gilde Healthcare https://gildehealthcare.com/portfolio/stat-dx.

Vraag 4

Waarom stak het DVI geld in een Spaans bedrijf dat vervolgens weer werd overgenomen? Zo functioneert het toch vooral als een geldmachine?

Antwoord 4

Informatie over het investeringsbeleid van de DVI fondsen is publiek beschikbaar via https://www.eif.org/what_we_do/resources/dvi/ voor DVI I en via https://www.eif.organ/what_we_do/resources/dvi-II/index.htm voor DVI II

Vraag 5

Deelt u de mening dat de Nederlandse overheid de transparantie moet verbeteren rondom publieke investeringen in de ontwikkeling van vaccins, medicijnen en diagnostische tests? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 5

De Nederlandse overheid is transparant in de publieke investeringen in de ontwikkelingen van vaccins, medicijnen en diagnostische tests. Deze gelden lopen veelal via programma’s van bijvoorbeeld ZonMw programma, NWO en Health Holland. Deze organisaties zijn transparant over de projecten waaraan geld wordt toegekend.

Vraag 6

Deelt u de mening dat overheidsinvesteringen in diagnostische tests, medicijnen en vaccins gepaard moeten gaan met voorwaarden die het publieke belang dienen, zoals voorwaarden met betrekking tot betaalbaarheid, toegankelijkheid en het delen van kennis en technologie in datapools (zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) COVID-19 Technology Access Pool dat door de Nederlandse overheid wordt ondersteund)?

Antwoord 6

Het kabinet deelt deze mening. Recent heeft de Staatssecretaris van EZK, mede namens de Minister voor Medische Zorg, een brief over dit thema aan uw Kamer gestuurd (Kamerstuk 29 477, nr. 662). De maatschappelijke effecten bij publieke financiering van bedrijven hebben nadrukkelijk de aandacht en worden waar mogelijk versterkt. Verder blijft het van belang dat we ons inzetten voor realisering van de principes voor Maatschappelijk Verantwoord Licentiëren.

Vraag 7 en 13

Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat producent Qiagen sinds 2010 miljoenen euro’s aan belasting heeft ontweken en tegelijkertijd subsidies en toelages ontving voor onderzoek en het ontwikkelen van producten? Zo nee, waarom niet?

Kunt u toezeggen dat u geen publiek geld meer gaat investeren in bedrijven die belasting ontwijken?

Antwoord 7 en 13.

Op grond van artikel 67 AWR kan het kabinet niet ingaan op de fiscale positie van een individuele belastingplichtige.

Sinds het uitbreken van de coronapandemie werken veel kleinere en grotere bedrijven in de Life Sciences sector aan de productie en ontwikkeling van bestaande en nieuwe coronatesten. Innovatieve bedrijven met kennis op dit gebied hebben we hard nodig en omvangrijke publieke investeringen om de pandemie het hoofd te kunnen bieden zijn daarbij te rechtvaardigen.

Dit neemt niet weg dat de aanpak van belastingontwijking een speerpunt is van dit kabinet. Het internationaal georiënteerde belastingstelsel, passend bij onze open economie, is namelijk onbedoeld aantrekkelijk geworden voor structuren waarmee belasting wordt ontweken. De afgelopen jaren heeft het kabinet verschillende maatregelen tegen belastingontwijking genomen die reeds in werking zijn getreden of binnen afzienbare tijd in werking zullen treden.

Het kabinet wil de strijd tegen belastingontwijking en -ontduiking voortvarend voortzetten. Om te voorkomen dat Nederland nog langer wordt gebruikt als toegangspoort naar laagbelastende jurisdicties en om het risico van belastingontwijking door het verschuiven van de (Nederlandse) belastinggrondslag naar laagbelastende jurisdicties te verkleinen, is vanaf het begin van dit jaar een conditionele bronbelasting op renten en royalty’s in werking getreden. Daarnaast heeft het kabinet aangekondigd per 2024 aanvullende maatregelen te nemen tegen dividendstromen naar laagbelastende jurisdicties.3 Daarnaast draagt dit kabinet bij aan een evenwichtigere belastingheffing van multinationals. De aanbevelingen van de Adviescommissie belastingheffing van multinationals (de Adviescommissie)4 bevatten in dat kader een aantal belangrijke aanknopingspunten voor een robuuster stelsel van belastingheffing van multinationals. Het kabinet heeft daarom meteen in het Belastingplan 2021 een belangrijke maatregel van de Adviescommissie omgezet in wetgeving. Met deze maatregel wordt – kort gezegd – de verliesverrekening beperkt in de vennootschapsbelasting. De tweede maatregel die het kabinet treft naar aanleiding van het advies van de Adviescommissie betreft een aanpassing in de gevolgen van de toepassing van het zogenoemde «arm’s-lengthbeginsel». In het antwoord op vraag 9 zal nader worden ingegaan op deze maatregel.

Bovendien steunt Nederland internationale initiatieven om tot een verdere gecoördineerde aanpak van belastingontwijking te komen. Zo draagt Nederland actief bij om tot internationale oplossingen te komen op het gebied van de winstbelasting. In dat kader werkt Nederland in het zogeheten «inclusive framework» (IF) constructief en met een positieve grondhouding mee aan het zoeken van oplossingen voor een meer evenwichtige belastingheffing van multinationals.

Vraag 8

Wat vindt u ervan dat we voor de ontwikkeling van zoiets cruciaals als de sneltest afhankelijk zijn van een bedrijf dat op dusdanig agressieve wijze Nederlandse belasting ontwijkt? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 8

Op grond van artikel 67 AWR kan het kabinet niet ingaan op de fiscale positie van een individuele belastingplichtige.

De Dienst Testen heeft geen overeenkomsten gesloten met of orders geplaatst bij Qiagen die betrekking hebben op sneltesten. De afgelopen maanden zijn vanuit het Ministerie van VWS diverse aanbestedingen rondom corona sneltesten gedaan. Bij deze aanbestedingen heeft geen gunning aan dit bedrijf plaatsgevonden.

Vraag 9

Bent u bereid om de belasting die bedrijven betalen openbaar te maken en de transfer pricing aan banden te leggen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9

Om een goede belastingheffing te bevorderen moet een belastingplichtige erop kunnen vertrouwen dat de door hem verstrekte, veelal privacygevoelige en vertrouwelijke, gegevens en inlichtingen bij de Belastingdienst in goede handen zijn. Daarom bestaat de fiscale geheimhoudingsplicht van artikel 67 AWR. Relevant hierbij is dat de geheimhoudingsplicht niet geldt voor bedrijven zelf. Multinationals kunnen hun belastinggegevens openbaar maken. Steeds meer bedrijven maken van deze mogelijkheid gebruik, bijvoorbeeld door het toepassen van de Global Reporting Initiative (GRI) standaard. Het toepassen van de GRI-standaard is geheel vrijwillig. Deelnemende organisaties die de GRI-standaard toepassen, rapporteren informatie die zeer vergelijkbaar is met de informatie die is opgenomen in de OESO country-by-country (CbC) rapport. Daarnaast geldt op dit moment voor multinationale ondernemingen met een geconsolideerde opbrengst vanaf € 750 miljoen een aanvullende documentatieverplichting: de CbC-rapportage. Deze ondernemingen moeten jaarlijks een landenrapport aanleveren bij de belastingdienst in het land waarvan zij fiscaal inwoner zijn, met daarin onder andere informatie over de winsten en de betaalde belastingen in de verschillende belastingjurisdicties. Deze landenrapporten worden vervolgens uitgewisseld tussen de belastingdiensten van de verschillende staten. Er bestaat in de EU discussie over de wenselijkheid om deze bedrijven te verplichten tot het publiceren van deze landenrapporten, openbare CbC genoemd. Het kabinet is voorstander van openbare CbC rapportage. Een unilaterale maatregel op dit punt zou echter de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven kunnen benadelen. Het kabinet zet zich daarom in om in internationaal verband tot afspraken te komen om dit te bereiken. Daarnaast is het kabinet bereid om, conform de motie Snels5, onderzoek te doen naar een verplichting voor grote bedrijven de commerciĂ«le winsten in Nederland te rapporteren.

Bij transfer pricing gaat het om het vaststellen van zakelijke verrekenprijzen voor transacties tussen gelieerde maatschappijen. Voor transacties tussen twee gelieerde maatschappijen geldt dat op grond van het zakelijkheidsbeginsel (het arm’s-lengthbeginsel) deze dienen plaats te vinden tegen voorwaarden zoals die ook tussen ongelieerde partijen bij vergelijkbare transacties worden gehanteerd. Dit houdt in dat ook voor transacties binnen een concern een zakelijke prijs in rekening dient te worden gebracht. Het centrale beginsel is hierbij het zogenoemde «arm’s-lengthbeginsel». Het arm’s-lengthbeginsel houdt in dat afzonderlijke vennootschappen die binnen een concern met elkaar transacties aangaan, daar ook zakelijke prijzen voor betalen. Dit is met name relevant in internationale situaties. De ene groepsvennootschap die een bepaalde dienst of product koopt kan de zakelijke kosten aftrekken, terwijl bij de andere groepsvennootschap (die een bepaalde dienst levert of product verkoopt) de corresponderende bate in aanmerking wordt genomen. Op deze wijze behalen groepsvennootschappen een zakelijke winst, die in het land waar die vennootschappen hun activiteiten verrichten in de belastingheffing wordt betrokken. De verrekenprijsregels beogen daarmee dus te voorkomen dat belastingplichtigen naar willekeur winsten tussen landen kunnen verschuiven. De meeste landen volgen bij de uitleg van de verrekenprijsregels de OESO-richtlijnen, maar er bestaan desondanks verschillen in de interpretatie en toepassing van het arm’s-lengthbeginsel. Omdat het arm’s-lengtbeginsel verschillend of niet toegepast wordt, kunnen in internationale situaties verschillen («mismatches») ontstaan. Om deze mismatches weg te nemen zal het kabinet – in het voorjaar – een afzonderlijk wetsvoorstel aan uw Kamer aanbieden. Met deze maatregel wordt – in lijn met de aanbevelingen van de Adviescommissie – deze vorm van belastingontwijking voorkomen en loopt Nederland internationaal meer in de pas.

Vraag 10

Heeft het vestigen van het hoofdkantoor van Qiagen in Nederland fiscale redenen gehad?

Antwoord 10

Een bedrijf kan om verschillende redenen besluiten zich in een land te vestigen. Het vestigingsklimaat van een land is daarbij van belang. Het vestigingsklimaat bestaat uit verschillende elementen, waaronder de beschikbaarheid van personeel, een goed opgeleide beroepsbevolking, een goede en betrouwbare fysieke en digitale infrastructuur, efficiënte en voorspelbare regelgeving, en het belastingstelsel. Het kabinet heeft geen inzage in de beweegredenen van een individueel bedrijf om zich in Nederland te vestigen.

Vraag 11

Is er een ruling afgegeven aan Qiagen? Zo ja, kunt u de details hiervan openbaar maken?

Antwoord 11

Op grond van artikel 67 AWR kan ik niet ingaan op de fiscale positie van een individuele belastingplichtige.

Vraag 12

Heeft Qiagen een beroep gedaan op de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)-regeling of andere vormen van coronasteun? Zo ja, kunt u de details hiervan openbaar maken?

Antwoord 12

Als een bedrijf voldoet aan de voorwaarden dan kan het NOW aanvragen. Voor informatie over de NOW-aanvragen verwijzen wij naar de reeds gepubliceerde NOW-registers6. Naast de NOW-regeling zijn er tal van andere vormen van coronasteun, waarmee het kabinet grote en kleine ondernemingen helpt. Wij kunnen niet uitsluiten dat van Ă©Ă©n van deze vormen van steun gebruik gemaakt is.


  1. de Volkskrant, 2 oktober 2020, «Ontwikkelaar corona-sneltest ontwijkt op grote schaal belastingen»

    (https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/ontwikkelaar-corona-sneltest-ontwijkt-op-grote-schaalbelastingen~b2ea04da/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F).↩

  2. Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen, 2 oktober 2020, «Profiting from a pandemic: How COVID-19 test kit producer Qiagen receives public money but avoids taxes».↩

  3. Kamerbrief aankondiging aanvullende maatregelen tegen dividendstromen naar laagbelastende jurisdicties (Kamerstuk 25 087, nr. 255).↩

  4. Kamerstuk 31 066, nr. 623.↩

  5. Kamerstuk 35 570 IX, nr. 10.↩

  6. Register NOW, eerste aanvraagperiode (https://www.uwv.nl/overuwv/Images/openbaar-register-eerste-aanvraagperiode-now.pdf) en Register NOW, tweede aanvraagperiode (https://www.uwv.nl/overuwv/Images/openbaar-register-tweede-aanvraagperiode-now.pdf)↩