Motie van de leden Van den Hul en Özütok over een minimum stellen voor het streefcijfer
Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het evenwichtiger maken van de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in het bestuur en de raad van commissarissen van grote naamloze en besloten vennootschappen
Motie
Nummer: 2021D06131, datum: 2021-02-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35628-11).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: N. Özütok, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35628 -11 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het evenwichtiger maken van de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in het bestuur en de raad van commissarissen van grote naamloze en besloten vennootschappen.
Onderdeel van zaak 2021Z02796:
- Indiener: K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: N. Özütok, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2021-02-10 10:00: Evenwichtiger maken van verhouding tussen aantal mannen en vrouwen in bestuur en raad van commissarissen van grote naamloze en besloten vennootschappen (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-02-11 13:05: Aanvang middagvergadering: STEMMINGEN (over alle onderwerpen tot en met 10 februari) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 628 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het evenwichtiger maken van de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in het bestuur en de raad van commissarissen van grote naamloze en besloten vennootschappen
Nr. 11 MOTIE VAN DE LEDEN VAN DEN HUL EN ÖZÜTOK
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 10 februari 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het streefcijfer voor de 5.000 vennootschappen door bedrijven zelf mag worden vastgesteld;
overwegende dat de commissie-Vinkenburg opmerkt dat buitenlandse ervaringen hebben geleerd dat bedrijven hier geen ambitieus beleid door voeren maar juist het streefcijfer op 0 houden;
verzoekt de regering, een minimum te stellen voor het streefcijfer om te voorkomen dat het streefcijfer geen effect zal hebben,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Hul
Özütok