[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over het FD-artikel ‘stijgende euro is complicerende factor voor ECB-beleid’

Raad voor Economische en Financiële Zaken

Brief regering

Nummer: 2021D06197, datum: 2021-02-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-07-1743).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 07-1743 Raad voor Economische en Financiële Zaken.

Onderdeel van zaak 2021Z02843:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1743 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2021

Uw Kamer heeft op 3 februari jl. gevraagd om een kabinetsreactie op het FD-artikel «stijgende euro is complicerende factor voor ECB-beleid». In dit artikel van 2 december jl. wordt beschreven dat de wisselkoers van de euro de afgelopen periode is geapprecieerd t.o.v. de dollar en worden verschillende oorzaken genoemd voor deze appreciatie. Vervolgens wordt in het artikel ingegaan op de implicaties van de wisselkoersappreciatie voor het monetair beleid in de eurozone.

Als Minister van Financiën ben ik niet verantwoordelijk voor het monetair beleid of de wisselkoersontwikkelingen van de euro. De uitvoering van het monetair beleid is de onafhankelijke taak van de ECB (binnen de kaders van de EU-verdragen). Het is hiermee niet aan mij om een appreciatie te geven van de wisselkoersontwikkeling van de euro of de gevolgen voor het monetair beleid. Ik acht het daarom niet gepast om een kabinetsreactie te geven op het FD-artikel.

Ik hoop dat ik u hiermee voldoende hebt geïnformeerd.

De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra