Reactie op verzoek commissie over de brief inzake "Oogfysio trainingen en aangepaste brillenglazen niet in verzekeringspakket"
Herziening Zorgstelsel
Brief regering
Nummer: 2021D06874, datum: 2021-02-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29689-1094).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T. van Ark, minister voor Medische Zorg (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29689 -1094 Herziening Zorgstelsel.
Onderdeel van zaak 2021Z03128:
- Indiener: T. van Ark, minister voor Medische Zorg
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-03-10 18:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-14 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-04-22 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
29 689 Herziening Zorgstelsel
Nr. 1094 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 februari 2021
Met uw brief van 21 oktober 2020 verzoekt u om een inhoudelijke toelichting op de brief die uw commissie ontving met als onderwerp «Oogfysio trainingen en aangepaste brillenglazen niet in verzekeringspakket». Met excuses voor de late reactie voldoe ik graag aan verzoek.
In de brief wordt door de schrijver onder andere verzocht om «oogfysio» op te nemen in het basispakket, en eveneens om aangepaste brillenglazen tot het verzekerde pakket te laten behoren. Aangezien «oogfysio» geen alom bekend begrip is, ga ik er vanuit dat wordt gedoeld op zorg die optometristen leveren. Verder is uit de brief die u ontving niet precies duidelijk aan welke aandoening de briefschrijver lijdt. Ik licht daarom graag toe welke brilglazen wel tot het verzekerde basispakket behoren.
De zorgverzekering kent een beperkte aanspraak voor zorg die optometristen leveren. De aanspraak is in 2008 door de voorganger van het Zorginstituut Nederland, het CVZ, uiteengezet in een duiding. Daarbij is bepaald dat alleen diagnostisch onderzoek1 verricht door optometristen op oogaandoeningen na verwijzing van een oogarts of huisarts tot de vergoeding vanuit het basispakket behoort. Daarbij moet worden gedacht aan huisartsen die diabetespatiënten doorsturen naar een optometrist om de jaarlijkse oogheelkundige controle uit te voeren. Daarnaast kan een optometrist onder supervisie van een oogarts controles, metingen en verschillende aanvullende onderzoeken verrichten. Optometristen zijn niet bevoegd of bekwaam om zelfstandig behandelingen uit te voeren. Dat komt omdat behandeling van oogaandoeningen voorbehouden is aan huisartsen en oogartsen. Andere behandeling door een optometrist, zoals oogfysio trainingen, worden daarom niet vergoed vanuit het basispakket.2
Ten aanzien van de vergoeding van brilglazen heeft in 2008 het CVZ geadviseerd om niet langer gewone brillenglazen en contactlenzen te vergoeden vanuit het te verzekeren pakket van de Zorgverzekeringswet. Er zijn veel mensen die een bril of contactlenzen nodig hebben wat een groot kostenbeslag voor de Zorgverzekeringswet met zich mee brengt. Voor de meeste mensen is het immers zeker dat zij vroeg of laat een bril nodig hebben. Een verzekering is juist bedoeld om zaken te dragen die niet te voorspellen zijn of die niet voor eigen risico of eigen rekening zijn. Het advies om gewone brillenglazen en contactlenzen niet langer te vergoeden uit het basispakket heeft mijn ambtsvoorganger daarom destijds overgenomen.
Omdat in specifieke gevallen bril- en lensdragers geconfronteerd kunnen worden met aanzienlijke kosten, kent de vergoeding van brilglazen en lenzen twee uitzonderingen. Enerzijds kunnen volwassenen met een specifieke medische indicatie in aanmerking komen voor vergoeding van contactlenzen. Dat is onder andere het geval als de visuele stoornis een gevolg is van een medische aandoening of een trauma en lenzen tot een grotere verbetering van de gezichtsscherpte of kwaliteit van het gezichtsvermogen leiden dan brillenglazen. In dat geval geldt een eigen bijdrage per kalenderjaar. Een andere uitzondering zijn kinderen jonger dan 18 jaar. Zij kunnen wel brillenglazen of filterglazen voor een deel vergoed krijgen als ze een bepaalde medische indicatie hebben. Voor jonge kinderen is het namelijk niet praktisch om lenzen te dragen. Ook hebben kinderen in de groei vaker een snelle achteruitgang van het gezichtsvermogen waardoor er brilglazen veelvuldig vervangen moeten worden. Verder kunnen alle verzekerden in aanmerking komen voor vergoeding van een bijzonder optisch hulpmiddel, maar dat is alleen het geval als een bril of lens niet voldoende is.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark
Een deel van de diagnostiek valt niet onder de aanspraken Zvw. Geen verzekerde prestaties zijn refractiemetingen t.b.v. het aanmeten van brillen en contactlenzen inclusief de reguliere controles van contactlenzen alsmede refractiemetingen als voorbereiding van voorgenomen refractie-chirurgie.↩︎
https://www.zorginstituutnederland.nl/publicaties/standpunten/2008/09/22/diagnostische-technieken-door-optometristen-gehanteerd-behoren-tot-te-verzekeren-prestaties.↩︎