Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake overzicht budgettaire besluitvorming na Najaarsnota (Kamerstuk 35570-56)
Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2021D07217, datum: 2021-02-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D07217).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (VVD)
- Mede ondertekenaar: M. Schukkink, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2021Z01581:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2021-02-02 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-02-03 14:30: Procedurevergadering Financiën (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2021-02-16 14:00: Overzicht budgettaire besluitvorming na Najaarsnota (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2024-02-29 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2021D07217 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 16 februari 2021 enkele vragen en opmerkingen aan de Minister van Financiën voorgelegd over zijn op 27 januari 2021 toegezonden brief inzake overzicht budgettaire besluitvorming na Najaarsnota (Kamerstuk 35 570, nr. 56).
De voorzitter van de commissie,
Tielen
De adjunct-griffier van de commissie,
Schukkink
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het overzicht budgettaire besluitvorming na Najaarsnota. De leden van de VVD-fractie hebben daarover nog wel enkele vragen en/of opmerkingen.
Besluitvorming reguliere uitgaven
De leden van de VVD-fractie willen graag weten waarom er geen actualisatie van de raming van de belastinginkomsten en autonome uitgavenontwikkeling is meegenomen. Kan daarvan een indicatie worden gegeven?
Eind maart wordt de eerstvolgende raming van het Centraal Planbureau (CPB) en het Centraal Economisch Plan (CEP) verwacht. Waarom wordt in dit geval, gelet op alle ontwikkelingen, gewacht tot de Voorjaarsnota om de Tweede Kamer te informeren?
De leden van de VVD-fractie willen graag een uitgebreidere onderbouwing van de bedragen bij post 2 «dienstverlening en informatiehuishouding (POK)». Wat wordt daar precies voor gedaan? En waarom lopen die kosten door tot en met 2026?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er voor 2021 t/m 2026 p.m.-posten staan voor het nationaal programma onderwijs na corona. Hoe lang is de looptijd van dit programma? En wanneer is meer duidelijk over de kosten en de dekking? En waarom staat de reservering voor de ventilatie voor de schoolgebouwen pas in 2022 en 2023? Er is in het kader van Corona toch juist nu behoefte aan investeringen in ventilatie?
De leden van de VVD-fractie zien dat de bestuurlijke afspraken versterking Groningen zijn opgenomen. Er zijn echter ook afspraken gemaakt over de stuwmeerregeling en de gasopslag Norg. Hoe en wanneer worden deze verwerkt in het financiële beeld? Waarom zijn deze nu nog niet meegenomen, eventueel als bijvoorbeeld een p.m.-post? Er wordt gewerkt aan een update van de meerjarige raming, wanneer kan de Kamer daar nader over worden geïnformeerd?
Voor het investeringspakket Curaçao, Aruba en Sint-Maarten zijn middelen opgenomen. Waaruit bestaat het structurele deel van het investeringspakket? De leden van de VVD-fractie ontvangen graag een uitsplitsing (per maatregel en per land).
De leden van de VVD-fractie constateren dat voor 2021 de gehele in=uittaakstelling nog moet worden ingevuld. Klopt het dat dit nog komt bovenop de in=uittaakstelling van 1,2 miljard euro, die nog bij Slotwet ingevuld moet gaan worden? Zo nee, hoe zit het dan? Wat is de stand van zaken van de invulling van die in=uittaakstelling?
Besluitvorming reguliere inkomsten
De leden van de VVD-fractie willen graag weten waar de «envelop aandelenopties» voor bedoeld is (geweest).
De leden van de VVD-fractie vragen een nadere uitleg van punt 7 «herijking Sofina-arrest inclusief tegenmaatregel». Wat wordt hier precies bedoeld? Wat staat hier nu eigenlijk precies?
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat nog niet alles inzichtelijk is voor het toeslagendossier. Welke onderdelen zijn nog niet inzichtelijk? Wanneer kan de Kamer nader wordt geïnformeerd over de financiële consequenties?
Steun- en herstelpakket corona
De leden van de VVD-fractie vragen zich af of het doortrekken van de mogelijkheid van een fiscale coronareserve in 2021 niet een nuttige maatregel zou zijn. Wat zou dat kunnen opleveren? In tabel 3 staat bij een aantal maatregelen dat het «exclusief gedragseffecten» is. Om wat voor gedragseffecten kan het gaan?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief inzake overzicht budgettaire besluitvorming na Najaarsnota. Naar aanleiding van het genoemde punt hebben de leden van de PVV-fractie nog enkele vragen.
Allereerst willen de leden van de PVV-fractie weten waarom deze Kamerbrief geen actualisatie bevat van de raming van belastinginkomsten en autonome uitgavenontwikkeling. Wanneer zal de eerstvolgende actualisatie worden gemaakt?
Ten aanzien van het steun- en herstelpakket corona vragen de leden van de PVV-fractie naar een uitsplitsing van het 1e t/m 4e steunpakket. Kan de Minister per pakket aangeven hoeveel er is begroot/uitgegeven?
Ten slotte merken de leden van de PVV-fractie op dat op 26 januari jl. de motie van het Kamerlid Wilders (Kamerstuk 35 510, nr. 7) is aangenomen, waarin het kabinet wordt verzocht om, indien nodig, de private schulden van de slachtoffers kinderopvangtoeslag over te nemen, zodat ze de 30.000 euro kunnen behouden. De leden van de PVV-fractie willen weten op welke wijze en wanneer het kabinet deze motie gaat uitvoeren.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister over de budgettaire gevolgen in 2021 van besluitvorming sinds de Najaarsnota. De brief geeft een helder overzicht van de budgettaire gevolgen, maar deze leden vragen zich wel af waarom bij tabel 3 niet ook een puntsgewijze toelichting is gegeven, net als bij tabel 1 en 2. Zou de Minister bij tabel 3 alsnog in vergelijkbare korte toelichtingen kunnen voorzien? Voorts hebben de leden van de CDA-fractie vragen bij enkele van de opgenomen posten.
In tabel 1 zien de leden van de CDA-fractie onder punt 2 dat grote bedragen zijn ingeboekt voor de dienstverlening en informatiehuishouding (POK). De toelichting bij deze post is echter erg summier en deze leden kunnen een specificatie van deze bedragen niet terugvinden in de kabinetsreactie op het rapport van de POK. Deze leden vragen de regering daarom om nadere toelichting op de jaarlijks oplopende voorziene uitgaven onder deze post.
Onder punt 3 zien de leden van de CDA-fractie een post «kwijtschelden schulden (POK)», waarbij wordt aangegeven dat de budgettaire omvang op dit moment in beeld wordt gebracht. De Kamer zal op een later moment nader worden geïnformeerd. Kan de Minister aangeven wanneer dit latere moment naar verwachting is? Wordt dit in ieder geval in de Voorjaarsnota meegenomen? Ook vragen deze leden of de Minister reeds een grove inschatting kan geven van de bedragen onder deze post. Met de brief wordt immers geprobeerd een inzicht te geven in de effecten van de budgettaire wijzigingen op de EMU-schuld, maar daarin zijn deze bedragen niet meegenomen. Deze leden zouden wel graag een idee hebben van de orde van grootte waaraan zij hier moeten denken en wat dit betekent voor de EMU-schuld. Ditzelfde geldt voor post 12. «Steunmaatregelen mobiliteitscluster/maakindustrie, waar ook een «p.m.» is opgenomen. Wanneer komt hierover meer duidelijkheid en kan de Minister hier ook vast een eerste grove inschatting geven?
Bij post 10 «Uitvoeringskosten BIK» vragen de leden van de CDA-fractie waarom een p.m. is opgenomen, terwijl onder de toelichting al bedragen zijn opgenomen. Worden veel extra uitgaven verwacht?
Voorts hebben de leden van de CDA-fractie nog enkele vragen bij de coronasteunmaatregelen. Zij vragen zich af in hoeverre er een analyse wordt gemaakt van het nut en de noodzaak van de maatregelen. Zo heeft het kabinet bijna een jaar geleden een nultarief ingevoerd op mondkapjes. Deze maatregel is verlengd. Als argumentatie werd aangevoerd dat deze als doel had om het voor consumenten die moeten reizen met het OV goedkoper te maken. Bovendien was voor hen geen mogelijkheid om meer dan anderhalve meter afstand van elkaar te houden. De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze nu nog voldaan wordt aan de vereisten van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet. Rechtvaardigen schaarste en/of de hoogte van de prijs (en daarmee op het inkomen van mensen die ze verplicht moeten dragen) nog een nultarief op deze persoonlijke beschermingsmiddelen? In hoeverre geven ondernemers nog steeds de prijs door aan consumenten? Zeker wanneer we naar de productiekosten kijken van deze beschermingsmiddelen.
De leden van deze fractie hebben al eerder gevraagd of het niet beter is om het aanbod te stimuleren. Op eerdere vragen werd aangegeven dat een aantal sociale werkplaats (SW)-bedrijven, zoals Scalabor in Arnhem en IBN in Uden, een rol speelden in de productie. In hoeverre zijn sinds die tijd meer SW-bedrijven betrokken bij de productie van mondkapjes? En worden tegenwoordig in Nederland ook voldoende medische mondkapjes (o.a. FFP2) geproduceerd of is Nederland nog steeds afhankelijk van import vanuit Azië, met name China?
Regelingen als de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW), Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) etc. zijn bedoeld om het verlies van inkomsten voor ondernemingen op te vangen. Bij budgettair gestuurde organisaties die volledig of bijna volledig afhankelijk zijn van inkomsten van de overheid kan er wel sprake zijn van productiviteitsverlies, maar heeft dat geen gevolgen voor de inkomsten van de organisatie, denk daarbij bijvoorbeeld aan het onderwijs of administratief werk bij de overheid. De leden van de CDA-fractie zouden graag willen weten in hoeverre en een analyse wordt gemaakt van de verloren uren productiviteit. Monitort het kabinet in hoeverre er lessen uitvallen in de verschillende onderwijstypen van primair tot wetenschappelijk onderwijs? Is het mogelijk om tot een uitsplitsing te komen hoeveel uren minder les is gegeven naar onderwijstype sinds scholen en universiteiten gesloten zijn? In hoeverre wordt nagegaan in welke mate de kwaliteit van digitale lessen en colleges zich verhoudt tot de traditionele lessen en colleges? Deze leden willen weten in hoeverre ook in andere (semi-) overheidssectoren wordt nagegaan hoeveel uren productie-uitval er is en in hoeverre de kwaliteit van de dienstverlening zich verhoudt tot de traditionele vormen.
Tot slot zien de leden van de CDA-fractie in tabel 4 een grove inschatting van het effect van de besluitvorming op de EMU-schuld in 2021. Op basis van de overige informatie in de brief kunnen zij echter niet de bedragen van 1,9 miljard euro, 7,6 miljard euro, 4,1 miljard euro en 4,9 miljard euro in de verschillende regels herleiden. Kan de Minister hierop een nadere toelichting geven?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie zien dat voor het kwijtschelden van schulden voor gedupeerden van de toeslagenaffaire nog geen schatting is gemaakt. Deze leden vragen naar het totaal aan uitstaande schulden van deze gedupeerden bij de Belastingdienst zelf. Tevens lezen zij in de brief waarnaar de Minister verwijst (Kamerstuk 31 066, nr. 773) dat andere overheidsinstellingen tot kwijtschelding zullen overgaan tenzij sprake is van ernstig misbruik. Deze leden vragen de Minister naar de criteria die voor ernstig misbruik worden gehanteerd. Hoe gaat worden getoetst of hier sprake van is en hoe wordt het recht van verzet voor deze gedupeerden vormgegeven? Zij vragen de Minister hoe het overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten verloopt over de gedupeerden die bij gemeenten in de schuldhulpverlening terecht zijn gekomen. De leden van de SP-fractie zien ook dat het aanpakken van de schuldenproblematiek enkel voorzien is voor 2021 en niet in verdere jaren. Zij vragen de Minister naar de mate waarin zij ervan uit kunnen gaan dat dit ook daadwerkelijk in 2021 gaat worden afgerond, gezien het talrijke aantal overleggen dat nog plaatsvindt.
De leden van de SP-fractie constateren tevens dat een zeer groot deel van de grote schuldeisers bestaat uit private organisaties die een publieke taak uitvoeren. Zij zien dat de regering nu overleg moet voeren met deze organisaties over kwijtschelding van de schulden bij onder andere zorgverzekeraars en energiebedrijven. Deze leden vragen de Minister naar welke voorwaarden hij bereid gaat zijn te accepteren waaronder kwijtschelding plaats zal vinden, welke compensatie hij bereid zal zijn te verstrekken en of privatisering van bedrijven die publieke taken uitvoeren in dit licht moet worden beschouwd als een succesvolle strategie in het kader van het bewaken van het algemeen belang. Zij constateren dat veel van de noodzakelijke uitgaven van gedupeerden, die dikwijls tot de sociaaleconomische onderklasse behoren, naar deze bedrijven die publieke taken uitvoeren gaan en dat er een disproportioneel aandeel van dit algemene belang bij deze bedrijven in de Nederlandse schuldenproblematiek is belegd.
De leden van de SP-fractie zien in de beantwoording van de feitelijke vragen over de incidentele suppletoire begroting dat 57 miljoen euro wordt uitgegeven aan inhuur, waaronder ook de opdrachten aan consultancybureaus vallen. Deze leden vragen de Minister naar de uitgaven aan externe inhuur die naar verwachting zijn gemoeid met de uitvoering van de eerste drie onderdelen van de besluitvorming die thans voorligt, hoe deze zich verhouden tot de reguliere personele uitgaven en of hierbij sprake is van overtreding van de Roemernorm. Tevens vragen ze de Minister naar de omvang van de consultancyopdrachten die reeds zijn verstrekt in het kader van deze suppletoire begroting. Zij constateren dat, indien het noodspoor voor de implementatiewet richtlijnen elektronische handel wordt gevolgd, zeer veel aanspraak moet worden gemaakt op externe inhuur en vragen de Minister of zijn personeelsbeleid voldoende tolerantie bevat om deze gevallen op te vangen. Zij constateren dat, indien fouten van vergelijkbare aard bij de andere toeslagen en bij de inkomstenbelasting ook gaan worden hersteld, een nog grotere druk gaat worden gelegd op de Belastingdienst en zij vragen de Minister naar zijn plannen om dit in het personeelsbeleid te verwerken.