Antwoord op vragen van de leden Aukje de Vries, Aartsen en El Yassini over het bericht 'Soarch by brune float: Taseine 15 miljoen stipe is der noch hieltyd net'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2021D07323, datum: 2021-02-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-1743).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (Ooit BBB kamerlid)
- Mede namens: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z25846:
- Gericht aan: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Gericht aan: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Gericht aan: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: A. (Aukje) de Vries, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A.A. Aartsen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: Z. El Yassini, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1743
Vragen van de leden Aukje de Vries, Aartsen en El Yassini (allen VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Infrastructuur en Watersstaat over het bericht «Soarch by brune float: Taseine 15 miljoen stipe is der noch hieltyd net» (ingezonden 29 december 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) en van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 17 februari 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1420. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1450.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Soarch by brune float: Taseine 15 miljoen stipe is der noch hieltyd net»1, «Bruine vloot wacht op overheidssteun: «Ik ben vrij pessimistisch»2 en «Moeder schrijft brandbrief over chartervaart naar vijf ministeries»?3 Wat vindt u van deze berichten?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met deze berichten. Mijn ministerie heeft de afgelopen periode nauw contact gehad met de vertegenwoordigende brancheverenigingen en verschillende schippers die hun zorgen en mogelijke oplossingen met ons hebben gedeeld. Wij snappen de zorgen van deze en andere schippers.
Vraag 2, 3 en 9
Herinnert u zich de schriftelijke vragen d.d. 2 november 2020 over het bericht «Bruine vloot op waakvlam – verdeling van 15 miljoen euro ingewikkeld en tijdrovend»4? Waarom zijn deze schriftelijke vragen nog steeds niet beantwoord, want dit is toch al ver over de normale beantwoordingstermijn?
Waarom is het zo ingewikkeld om de schriftelijke vragen te beantwoorden en/of de Tweede Kamer te informeren?
Waarom kon er niet, zoals eerder is gevraagd, uiterlijk 1 december 2020 duidelijkheid worden gegeven aan de ondernemers van de bruine vloot?
Antwoord 2, 3 en 9
De afgelopen maanden zijn er aanzienlijke uitbreidingen van het steun- en herstelpakket doorgevoerd. Deze veranderingen zijn in het voordeel geweest van ondernemers zoals de bruine vloot-schippers. Aangezien deze regelingen en een aanvullende regeling voor de bruine vloot nauwe samenhang vertonen en er niet twee maal voor het zelfde doel een subsidie kan worden verstrekt heeft de beantwoording van deze vragen op zich laten wachten.
Vraag 4, 5, 6, 7 en 8
Bent u het met de stelling eens dat er niet voor niks 15 miljoen euro beschikbaar is gesteld voor de bruine vloot en het niet zo kan zijn dat er geld is, maar dat de ondernemers toch in de problemen komen dan wel omvallen? Zo nee, waarom niet?
Bent u het met de stelling eens dat het belangrijk is dat de ondernemers van de bruine vloot zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen? Zo nee, waarom niet? Wanneer kunnen de ondernemers van de bruine vloot duidelijkheid krijgen?
Waarom is het zo ingewikkeld om de 15 miljoen euro die beschikbaar is gesteld voor de bruine vloot bij de ondernemers van de bruine vloot te krijgen?
Wat is de stand van zaken van de invulling c.q. uitwerking van de regeling voor de bruine vloot?
Wanneer kunnen de ondernemers het geld van de regeling op hun rekening hebben staan?
Antwoord 4, 5, 6, 7 en 8
Zoals ook in de brief van de Minister van lenW van 23 juni jl. inzake de «Gevolgen coronacrisis voor de bruine vloot» is aangegeven, is de Nederlandse zeilchartervaart hard getroffen door de coronacrisis.
Om deze en andere ondernemers te ondersteunen is de afgelopen periode het generieke nood- en herstelpakket verlengd en uitgebreid. Het aanpassen van de TVL door het verruimen van de cap, het verhogen van het subsidie percentage en het aanpassen van de referentieperiode zorgen er voor dat deze schippers in het vierde kwartaal van 2020 en eerste en tweede kwartaal van 2021 een aanzienlijke bijdrage ontvangen die kan worden gebruikt voor structureel onderhoud en andere vaste lasten. Op basis van een sectoromzet van € 65 miljoen en een omzetderving van tussen de 70 en 80% kan deze steun oplopen tot een bedrag tussen de € 10 en € 15 miljoen. Aangezien deze middelen kort na aanvraag worden overgemaakt helpt dit de schipper direct.
Aanvullend hierop wordt gewerkt aan een regeling die ook andere unieke noodzakelijke kosten kan dekken. Deze regeling zal als doel hebben historische zeilschepen die bedrijfsmatig worden geëxploiteerd voor kleinschalige passagiersvaart te ondersteunen. Dit gebeurt door middel van een subsidie voor de kosten die samenhangen met behoud en exploitatie van deze schepen, binnen de reikwijdte de Europese kaders, in het bijzonder de Algemene groepsvrijstellingsverordening (Europees steunkader voor onder meer cultuur). Het gaat daarbij dus om kosten die samenhangen met het in stand houden van deze historische vloot.
Ik begrijp de roep van de Kamer en de wens van ondernemers om deze regeling op korte termijn beschikbaar te hebben, maar naar alle waarschijnlijkheid zal het hier gaan om een regeling die veelal een maatwerkbeoordeling vergt. Dit vraagt zowel bij het opstellen als bij de uitvoering van de regeling een zorgvuldig traject, zodat het geld bij de juiste ondernemer terecht komt.
De komende periode zal er samen met beoogd uitvoerder RVO.nl worden bepaald wat een realistische termijn is voor het uitvoeren van deze regeling. Hierover zal ik uw Kamer informeren.
Vraag 10
Kan de Tweede Kamer een afschrift van het antwoord op de brandbrief van de moeder aan de vijf ministeries krijgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft de bezorgde moeder die een Brandbrief heeft gestuurd aan vijf ministeries op 19 december jl. een antwoord gestuurd. Dit antwoord zal worden bijgevoegd.
Vraag 11
Kunt u deze schriftelijke vragen en de vragen van 2 november 2020 in ieder geval uiterlijk dinsdag 5 januari 2021 beantwoorden en de beide sets vragen per vraag beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Het is ons vanwege de complexiteit zoals bovenstaand aangegeven en afstemming met andere ministeries niet gelukt om deze set met vragen voor de aangegeven datum te beantwoorden. We hebben de Kamer hierover op 25 januari jl. geïnformeerd.