[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van de leden Groothuizen en van Dam over een definiëring van openlucht

Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met een tijdelijke bevoegdheid om het vertoeven in de openlucht te beperken teneinde de verspreiding van het SARS-CoV-2-virus zoveel mogelijk te belemmeren (Tijdelijke wet beperking vertoeven in de openlucht covid-19)

Amendement

Nummer: 2021D07427, datum: 2021-02-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35732-7).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35732 -7 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met een tijdelijke bevoegdheid om het vertoeven in de openlucht te beperken teneinde de verspreiding van het SARS-CoV-2-virus zoveel mogelijk te belemmeren (Tijdelijke wet beperking vertoeven in de openlucht covid-19).

Onderdeel van zaak 2021Z03352:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 732 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met een tijdelijke bevoegdheid om het vertoeven in de openlucht te beperken teneinde de verspreiding van het SARS-CoV-2-virus zoveel mogelijk te belemmeren (Tijdelijke wet beperking vertoeven in de openlucht covid-19)

Nr. 7 AMENDEMENT VAN DE LEDEN GROOTHUIZEN EN VAN DAM

Ontvangen 18 februari 2021

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel B, wordt aan het voorgestelde onderdeel F toegevoegd «, met dien verstande dat onder openlucht niet wordt begrepen openlucht behorende bij een woning of een gedeelte daarvan of bij het woongedeelte van een voertuig of vaartuig.»

Toelichting

Dit amendement regelt een nadere definiëring voor openlucht in het voorstel. Het gaat om openlucht niet zijnde onderdeel van een woning, erf, vaar- of voertuig. Dit om zo min mogelijk inperking van de persoonlijke levenssfeer te kunnen garanderen. Het primaat van de wetgever impliceert dat normen in de wet horen. Indiener is van mening dat, zeker wanneer het gaat om de inperking van vrijheden, deze niet in een ministeriële regeling horen, maar in de formele wet. Daarom moet de duiding van het begrip «openlucht» plaatsvinden in een formele wet in plaats van in lagere wetgeving.


Groothuizen

Van Dam