Vervolgproces Oeververbindingen Rijkswateren Amsterdam
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021
Brief regering
Nummer: 2021D07544, datum: 2021-02-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35570-A-51).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35570 A-51 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021.
Onderdeel van zaak 2021Z03401:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-03-10 18:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-14 10:15: Procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-04-20 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2021-05-26 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-02-02 12:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-04-11 10:00: Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) (Notaoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-04-14 13:00: Aanvang middag vergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 570 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021
Nr. 51 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 februari 2021
Op 26 juni 2020 heb ik u het advies «Genereus verbonden, een concept-inrichtingsplan voor het IJ in Amsterdam als robuust en toekomstvast waterkruispunt» doen toekomen. Dit onafhankelijke advies is in opdracht van het Ministerie van IenW en de gemeente Amsterdam uitgevoerd om te bepalen waar en hoe de oevers van het IJ en een deel van het Amsterdam-Rijnkanaal het beste voor fietsers en voetgangers verbonden kunnen worden zonder de veiligheid en toekomstbestendigheid van de Rijkswateren aan te tasten.
Rijk en regio hebben het advies inmiddels bestudeerd en concluderen dat het advies voor Amsterdam en de overige stakeholders in het Noordzeekanaalgebied goede aanknopingspunten biedt voor de verwachte ontwikkelingen van de komende decennia en de toekomstbestendigheid van de Rijkswateren in Amsterdam als internationale corridors. Het advies biedt, met een doorvaarthoogte van 12,50 m. voor maximaal twee nieuwe bruggen op nautisch veilige locaties over het IJ, voorzien van een minimale doorvaartbreedte en dubbele kleppen waarmee kruisend vaarwegverkeer kan worden voorkomen, voldoende aanknopingspunten om de samenhang van zowel de publieke belangen op het land als op het water te borgen.
Het advies vormt daarmee een goede basis voor de verdere samenwerking, waarbij de regionale partners de aanbevelingen nader uitwerken tot een inrichtingsplan. De rol van het Ministerie van IenW in dat proces zal gericht zijn op de beoordeling van het ontwerp van de eerder genoemde oeververbindingen en de inrichting van het IJ conform de (inter)nationale regelgeving, waaronder de Richtlijnen Vaarwegen om de nautische veiligheid en toekomstbestendigheid van de Rijkswateren in Amsterdam als internationale corridors te waarborgen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga