Coulance verlopen theoriecertificaten en stand van zaken nieuwe Omnibusverordening
Maatregelen verkeersveiligheid
Brief regering
Nummer: 2021D08065, datum: 2021-02-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29398-900).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29398 -900 Maatregelen verkeersveiligheid.
Onderdeel van zaak 2021Z03640:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-03-10 18:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-14 10:15: Procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-04-19 13:30: CBR (Notaoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-05-12 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 900 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 februari 2021
In de brieven aan uw Kamer van 23 december 2020 (Kamerstuk 29 398, nr. 891) en 21 januari jl. (Kamerstuk 29 398, nr. 894) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de verlenging van de geldigheidsduur van een aantal door het CBR af te geven theoriecertificaten en examenbewijzen die verlopen in de periode tussen 1 oktober 2020 en 1 mei 2021.
Als gevolg van de tijdelijke examenstop door het CBR vanwege de lockdown die sinds 15 december 2020 van kracht is, is de kans groot dat een aantal mensen met een theoriecertificaat dat op of na 1 mei 2021 verloopt geen praktijkexamen kan doen. Dit omdat het CBR in ieder geval tot eind mei de beschikbare capaciteit heeft gereserveerd voor degenen van wie het praktijkexamen geen doorgang kon vinden door de lockdown. Dit probleem zal zich ook verder in het jaar blijven voordoen.
Nieuwe coulanceregeling
Om te voorkomen dat er steeds nieuwe beslissingen moeten worden genomen over aanvullende coulances is besloten om in één keer proactief perspectief te bieden aan burgers die mogelijk als gevolg van de lockdown in de problemen komen doordat zij niet in de gelegenheid zijn een praktijkexamen te reserveren. In deze nieuwe coulanceregeling, die vanaf 1 mei tot voorlopig eind van dit jaar loopt, krijgen de mensen waarvan hun bewijs van een behaald examen of certificaat in een bepaalde maand verloopt een verlenging van 7 maanden. In de bijlage1 van deze brief wordt aangegeven om welke uitslagen en certificaten het gaat en welk schema daarbij wordt gehanteerd. Gedurende de looptijd van deze coulanceregeling zal bezien worden of continuering nodig is. Daar waar het certificaten betreft waarin de looptijd wettelijk is geregeld (nummers 1 en 2 in de bijlage), zal bezien worden of, wanneer en hoe het creëren van een wettelijke grondslag opportuun is.
Nieuwe Europese Omnibusverordening
Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik u te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de nieuwe Europese noodverordening.2
Deze verordening ziet toe op het continueren van de tijdelijke maatregel van Verordening (EU) nr. 2020/6983 die onder meer de geldigheidsduur van rijbewijzen en certificaten verlengt. Bij brief van 5 februari jl. (Kamerstuk. 22 112, nr. 3046) heb ik uw Kamer reeds op hoofdlijnen geïnformeerd over de inhoud in het kader van de appreciatie van een conceptvoorstel van de Europese Commissie. De definitieve verordening, die met ingang van 6 maart met terugwerkende kracht tot 1 september 2020 van toepassing is, wijkt hier op een aantal punten van af. Allereerst zijn de respectievelijke data en termijnen aangepast. De geldigheid van rijbewijzen en (veiligheids-) certificaten die onder de verordening vallen en in de periode vanaf 1 september 2020 tot en met 30 juni 2021 verlopen (de zogeheten referentieperiode), wordt met 10 maanden verlengd. Daarnaast wordt lidstaten de mogelijkheid geboden om voor 1 juni een voorstel bij de Commissie in te dienen voor een verlenging van deze tijdelijke maatregel, indien duidelijk is dat de nationale COVID-19-maatregelen het na 1 juli nog steeds niet mogelijk maken om de rijbewijzen en certificaten te vernieuwen en trainingen te volgen.
Ten slotte biedt de verordening een aanvullende verlenging van rijbewijzen en code 95 bovenop de verlenging die al was toegepast op basis van de vorige verordening, mits die oorspronkelijke verlenging eindigt binnen de referentieperiode van de nieuwe verordening. In dat geval zal er op grond van de verordening sprake zijn van een verlenging tot 1 juli 2021 of van 6 maanden, afhankelijk van welke datum later valt op basis van de einddatum van het rijbewijs.
Zoals reeds gemeld in de brief van 5 februari jl. bevat de nieuwe verordening een opt-out mogelijkheid per onderliggende richtlijn of verordening, wanneer een automatische verlenging van de onderliggende certificaten niet noodzakelijk is gezien de nationale omstandigheden. Nederland maakt hiervan gebruik voor wat betreft de APK, binnenvaart en op een aantal terreinen in het kader van het spoor en het wegvervoer.4
Het kabinet overweegt momenteel gebruik te maken van de mogelijkheid een voorstel bij de Commissie in te dienen voor een verlenging van de referentieperiode voor de rijbewijzen en de code 95. Dit zal gebeuren indien voldoende gemotiveerd kan worden dat de COVID-19- maatregelen tot gevolg hebben dat het nog steeds lastig is voor burgers om tijdig hun rijbewijs te laten verlengen en dat beroepschauffeurs onvoldoende gelegenheid hebben hun nascholing voor september dit jaar af te ronden. Voor de meeste wegvervoerchauffeurs (ca. 150.000) verloopt de code 95 namelijk op 10 september dit jaar.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎
Verordening (EU) nr. 2021/267 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2021 tot vaststelling van specifieke en tijdelijke maatregelen naar aanleiding van het voortduren van de COVID-19-crisis in verband met de vernieuwing of verlenging van bepaalde certificaten, getuigschriften en vergunningen, het uitstel van bepaalde periodieke controles en periodieke opleidingen op bepaalde gebieden van de vervoerswetgeving, en de verlenging van bepaalde in Verordening (EU) 2020/698 bedoelde perioden (PbEU 2021, L 60).↩︎
Verordening (EU) nr. 2020/698 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 tot vaststelling van specifieke en tijdelijke maatregelen naar aanleiding van de uitbraak van COVID-19 in verband met de geldigheid van bepaalde certificaten, getuigschriften en vergunningen, en het uitstel van bepaalde periodieke controles en opleidingen waarin de vervoerswetgeving voorziet (PbEU 2020, L 165).↩︎
Het gaat hierbij om de artikelen 4, 5, 7, 8, 9, 10, 12 14, en 15. Dit betreft respectievelijk (in volgorde van genoemde artikelen): verordening 165/2014, en de richtlijn 2014/45/EU, 1072/2009, 1073/2009, 2016/798, 2004/49/EC, 2012/34/EU, 96/50/EC, en 2016/1629.↩︎