Reactie op de motie van het lid Klaver over het aantal crisisplekken in de (jeugd-)ggz opschalen
Geestelijke gezondheidszorg
Brief regering
Nummer: 2021D08106, datum: 2021-02-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25424-582).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 25424 -582 Geestelijke gezondheidszorg.
Onderdeel van zaak 2021Z03665:
- Indiener: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-03-10 18:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-14 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-05-20 14:00: Reactie op de motie van het lid Klaver over het aantal crisisplekken in de (jeugd-)ggz opschalen (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-07-08 13:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2022-09-08 14:35: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
25 424 Geestelijke gezondheidszorg
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 582 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 februari 2021
Op 26 januari heeft u mij per brief verzocht uw Kamer binnen een week te informeren over de uitvoering van de motie van het lid Klaver (Kamerstuk 25 295, nr. 923) van 21 januari 2021 met betrekking tot jeugd- en volwassenen-ggz. In vervolg hierop treft u onderstaand mijn reactie aan.
De motie van het lid Klaver1 verzoekt de regering zo snel mogelijk het aantal crisisplekken in de (jeugd-)ggz op te schalen, extra middelen beschikbaar te stellen voor beschermd wonen om de uitstroom te verbeteren en de Kamer wekelijks te informeren over de huidige stand van zaken. In de Kamerbrief Stand van zaken Covid-19 (Kamerstuk 25 295, nr. 950) is aangegeven dat het in de eerste plaats van belang is een scherp beeld te hebben over enerzijds de aard en omvang van de vraag naar acute zorg van mensen die als gevolg van de coronamaatregelen een psychische crisis ervaren en anderzijds over de beschikbaarheid van die zorg.
Daarbij moeten ook de acties betrokken worden die reeds in gang zijn gezet met betrekking tot acute zorg in de ggz en beschermd wonen. Vanuit die basis kunnen we bepalen of en zo ja welke acties aangewezen zijn.
Om uw Kamer over de feiten en inzichten op dit terrein verder te informeren, zie ik onderstaand proces voor mij.
1. Feiten en inzichten verzamelen: daartoe heb ik in januari een uitvraag onder de ggz-organisaties uitgestuurd. Deze uitvraag betreft de capaciteit in de acute zorg, het beroep daarop van mensen die als gevolg van de coronamaatregelen een psychische crisis ervaren en de mogelijke knelpunten in de beschikbaarheid van deze acute zorg. Met betrekking tot de jeugd-ggz is, in samenwerking met de dNggz en de VNG, een uitvraag uitgestuurd onder de 42 jeugdhulpregio’s en betreffende jeugd-ggzinstellingen.
Naast deze uitvragen heb ik ook de NZa en de IGJ gevraagd om een bijdrage te leveren aan het in beeld brengen van zowel de vraag naar acute zorg als het aanbod van acute ggz zorg, voor zowel de jeugd als de volwassenen. De NZa monitort sinds de start van de Coronapandemie het aantal verwijzingen naar de ggz. De NZa geeft in haar laatste rapportage aan dat het aantal verwijzingen ongeveer op hetzelfde niveau ligt als in dezelfde periode begin 2020. De IGJ geeft in een eerste reactie aan dat uit haar belronde geen signalen naar voren komen over een tekort aan beschikbare crisisplekken voor volwassenen. Met betrekking tot de jeugd begrijpt de inspectie van instellingen dat er een toename is van crisismeldingen. Verdere verdieping van deze analyse volgt.
2. Op basis van deze informatie zal in afstemming met de betrokken organisaties, een analyse worden gemaakt. Deze analyse en mijn voorstel hoe hiermee om te gaan, zal ik uw Kamer zo snel mogelijk doen toekomen.
3. Met betrekking tot het verzoek voor extra middelen ten behoeve van beschermd wonen kan ik u melden dat in samenhang met het Hoofdlijnenakkoord GGZ gemeenten middelen hebben ontvangen voor het bieden van passende ambulante ondersteuning voor mensen met psychische problematiek. Met deze middelen -structureel 95 mln. euro – kunnen gemeenten de (gewenste) beweging van beschermd wonen naar beschermd thuis versnellen. Tevens is van belang dat er voldoende betaalbare woningen beschikbaar zijn zodat uitstroom uit beschermd wonen beter mogelijk wordt. De 200 mln. euro die het kabinet beschikbaar heeft gesteld voor het realiseren van passende woonplekken en begeleiding voor (dreigende) dakloosheid draagt er mede aan bij dat de druk op beschermd wonen afneemt. Vorig jaar heb ik onderzoek laten uitvoeren naar wachtlijsten en wachttijden in beschermd wonen in de periode 2017–2019. Uit dit onderzoek blijkt dat een groot deel van de centrumgemeenten te maken heeft met wachtlijsten voor beschermd wonen. De cijfers zijn echter lastig onderling te vergelijken en tevens zijn veel uiteenlopende oorzaken voor het ontstaan van wachtlijsten en wachttijden gevonden. De situatie op de woningmarkt (uitstroom- mogelijkheden) en de aantrekkingskracht van de regio zijn bijvoorbeeld belangrijke determinanten.2 Daarbij verwacht ik dat met de doordecentralisatie van beschermd wonen en de openstelling van de Wlz voor een belangrijk deel van de beschermd wonen-populatie vanaf 1 januari 2021 de aard en omvang van de wachtlijsten zal veranderen. Ik vind het van belang om deze ontwikkelingen af te wachten en tegelijkertijd goed in kaart te brengen; zowel op landelijk- als op regionaal niveau. In nauwe samenwerking met de VNG werk ik daarom aan het ontwikkelen van een brede monitor waarmee ik vanaf 2021 relevante ontwikkelingen in het bieden van passende ondersteuning en zorg aan mensen met psychische problematiek, inclusief beschermd wonen, in kaart zal brengen. Ik verwacht dat de eerste rapportage eind dit jaar gereed is.
Op basis van de uitkomsten van deze monitor zal ik verder het gesprek aan gaan met gemeenten over beleidsinhoudelijke en financiële vraagstukken.
De eerste stap in dit proces is inmiddels gezet. Ik verwacht volgende week over de uitkomsten van mijn uitvragen te beschikken op basis waarvan ik ook zo snel mogelijk de vervolgstappen kan zetten. Ik zal uw Kamer over de voortgang van de uitvoering van de motie op de hoogte houden via de brieven die uitgaan over de stand van zaken Covid-19.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis