Motie van de leden Dik-Faber c.s. over geen onomkeerbare stappen rondom mijnbouwactiviteiten in het Waddengebied
Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen
Motie
Nummer: 2021D09133, datum: 2021-03-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35603-63).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.F. Sienot, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 35603 -63 Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen.
Onderdeel van zaak 2021Z04170:
- Indiener: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.F. Sienot, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2021-03-04 15:00: Wijziging Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen - 35603 (2e termijn) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 603 Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen
Nr. 63 MOTIE VAN DE LEDEN DIK-FABER C.S.
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 4 maart 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Waddengebied een uniek ecosysteem is dat van belang is voor meer dan 10.000 vaak zeldzame planten- en diersoorten en voor miljoenen trekvogels;
constaterende dat het Waddengebied UNESCO-Werelderfgoed is;
constaterende dat de beschermde natuur in en rond de Waddenzee (soorten en habitats) nu een slechte staat van instandhouding heeft, zoals blijkt uit de rapportage van het kabinet aan de Europese Commissie;
constaterende dat de regering naar aanleiding van aangenomen moties onderzoek heeft laten doen naar de effecten van gestapelde mijnbouw, hand aan de kraan en bodemdaling/zeespiegelstijging, maar dat de uitkomsten daarvan nog niet bekend zijn;
overwegende dat mijnbouwactiviteiten in Groningen hebben geleid tot langdurige trajecten van schadeherstel en een zeer trage uitvoering van versterking, maar dat het verdrinken van het Wad tot onomkeerbare, niet te herstellen schade leidt;
spreekt uit dat er geen nieuwe mijnbouwactiviteiten worden toegestaan in het Waddengebied;
verzoekt de regering, geen onomkeerbare stappen te zetten zolang de door de Kamer gevraagde onderzoeken niet aan de Kamer zijn voorgelegd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber
Sienot
Kröger