Peer review EASO en landeninformatieonderzoekers van immigratiediensten uit andere EU lidstaten
Vreemdelingenbeleid
Brief regering
Nummer: 2021D09250, datum: 2021-03-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-19637-2706).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ()
Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -2706 Vreemdelingenbeleid.
Onderdeel van zaak 2021Z04226:
- Indiener: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-03-10 18:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-14 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-04-20 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2022-01-20 13:00: Procedures en brieven (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-03-09 09:30: Vreemdelingen- en asielbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-03-10 15:04: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 2706 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 maart 2021
Ik stuur u deze brief in reactie op de op 13 oktober 2020 door uw Kamer aangenomen motie1 van de leden Groothuizen en Voordewind. Voorts informeer ik u over enkele ontwikkelingen die door de IND zijn ingezet naar aanleiding van de opgevolgde aanbevelingen van de ACVZ in het rapport Weten en Wegen2, zoals vermeld in de Kabinetsreactie van 2 juli 2020.3 Ten slotte ontvangt u een reactie op het verzoek van de vaste commissie Justitie en Veiligheid (VKC) van 3 december 2020 om in te gaan op het promotieonderzoek van mevrouw F.G.H.W. Vogelaar over het gebruik van landeninformatie in de context van de asielprocedure.
Toelichting:
In de genoemde motie verzoekt uw Kamer om een uitwerking van de suggestie een peer review te laten uitvoeren door EASO en landeninformatieonderzoekers van immigratiediensten uit andere EU lidstaten.
Ik kan u hierover melden dat de IND, in het verlengde van de afspraken met EASO over het gebruik van het openbare EASO portal, waarover ik uw Kamer bij brief van 18 november 20204 heb geïnformeerd, in gesprek is gegaan met EASO over de zogeheten peer review van de IND landeninformatie. EASO is graag bereid zijn medewerking te verlenen aan deze kwalitatieve toets van de IND landeninformatie. Deze samenwerking zal de komende maanden verder worden uitgewerkt. De eerste peer review door EASO heeft reeds recent plaatsgevonden. Het betreffende landenrapport van de IND5, zal naar verwachting binnen enkele weken worden gepubliceerd. Verder is de IND in gesprek met de Belgische zusterdienst om op basis van wederkerigheid tot een peer review van landeninformatie te komen. Ik verwacht u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben over de uitvoering van de motie.
Ik informeer u voorts over de voortgang van maatregelen die voortkomen uit overgenomen aanbevelingen van het ACVZ, waarover ik u eerder heb geïnformeerd in de hiervoor genoemde kabinetsreactie.
Allereerst verwijs ik naar hiervoor genoemde brief van 18 november 2020 «gebruik van het landeninformatie Content management System» die ingaat op het publiceren van nieuwe landeninformatie rapportages op de portals van EASO en de IND.
Voorts heeft de IND op 24 november 2020 een instructie (WI 2020/17, «Het gebruik van bronnen en landeninformatie binnen het asielproces») gepubliceerd. Hiermee wordt de IND beslispraktijk geïnstrueerd om gebruikte landeninformatie op een meer eenduidige en systematische wijze te vermelden in besluitvorming. Dit is ook onderdeel gemaakt van het opleidingsprogramma binnen de IND. De transparantie, herleidbaarheid en de eenduidigheid met betrekking tot de gebruikte landeninformatie wordt op die wijze in de praktijk beter geborgd. En het EASO heeft in december jl. een «Practical guide on the use of country of origin information by case officers for the examination of asylum applications» gepubliceerd. De IND beziet of deze instructie ook onderdeel kan gaan uitmaken van het standaard instrumentarium van de IND-praktijk.
Daarnaast treft de IND voorbereidingen om een bijeenkomst met externe partijen te organiseren om op die wijze de feedback op IND landeninformatie te ontvangen. In ieder geval zullen vertegenwoordigers van de vreemdelingenadvocatuur, de UNHCR en VluchtelingenWerk Nederland voor deze bijeenkomst worden uitgenodigd. Gelet op de beperkingen die COVID-19 met zich meebrengt zal deze bijeenkomst, die is voorzien in april 2021, digitaal plaatsvinden.
De IND heeft een inventarisatie gemaakt van de in het rapport van de ACVZ gesignaleerde interne beleidsinstructies en zal die omzetten naar openbaar beleid in de Vreemdelingencirculaire (Vc). Uit de inventarisatie is gebleken dat er op een beperkt aantal landen/onderwerpen sprake is van interne instructies die als beleid kunnen worden aangemerkt. In dit kader is reeds recentelijk aangepast beleid gepubliceerd in de Vc ten aanzien van Irak, China en Venezuela.
Ook kan ik uw Kamer melden dat in lijn met het ACVZ-advies de IND het belang van samenwerking en delen van landeninformatie nogmaals heeft benadrukt bij EASO en de zusterdiensten van de lidstaten. Mede op verzoek van de IND is dit agendapunt medio november 2020 besproken op de EASO strategic meeting van het EASO COI-netwerk. Voorts heeft EASO een planning opgesteld waarin de lidstaten aangeven welke rapporten (bij voorkeur in het Engels) zij zullen publiceren. Op die wijze kan de afstemming beter plaatsvinden en onnodig dubbel werk worden voorkomen. In dit kader is het ook goed te melden dat verscheidene lidstaten gebruik van de EASO COI portal om hun landenrapportages openbaar te publiceren.
Ten slotte ga ik in op het het verzoek van de vaste commissie Justitie en Veiligheid om te reageren op een promotieonderzoek over het gebruik van landeninformatie in de context van de asielprocedure.
Het promotieonderzoek richt zich op de vraag welke kwaliteitsnormen aan country-of-origin information (COI) worden gesteld en hoe deze normen worden toegepast. Tevens wordt onderzoek gedaan naar de rol van COI in beleidsinstructies en toonaangevende jurisprudentie. Kortgezegd wordt onderzocht hoe de beoordeling van COI kan worden verbeterd en hoe COI beter kan worden weergegeven in besluitvorming en beleidsrichtlijnen. Het onderzoek concentreert zich daarbij op enkele instellingen (EHRM, Verenigd Koninkrijk Upper Tribunal, UNHCR en EASO) die op verschillende niveaus betrokken zijn bij de besluitvorming op asielgebied. Het onderzoek eindigt met aanbevelingen aan deze instellingen.
Ik heb kennis genomen van het onderzoek en zie thans geen aanleiding inhoudelijk in meer gedetailleerde zin op het genoemde promotieonderzoek te reageren, anders dan dat de thema ‘s en het belang van goede toepassing van de landeninformatie worden herkend en erkend.
Ik wijs op de ingezette ontwikkelingen naar aanleiding van het genoemde ACVZ onderzoek en de omstandigheid dat het promotieonderzoek zich veelal op dezelfde thema’s richt als het ACVZ onderzoek. De specifieke aanbevelingen van het promotieonderzoek richten zich op internationale instellingen die niet onder mijn verantwoordelijkheid vallen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol