Vlootvervanging Rijksrederij
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021
Brief regering
Nummer: 2021D09459, datum: 2021-03-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35570-XII-104).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35570 XII-104 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021.
Onderdeel van zaak 2021Z04312:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-03-24 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-14 10:15: Procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-06-02 13:00: Maritiem (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-06-09 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 570 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021
Nr. 104 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8Â maart 2021
De Rijksrederij beheert, bemant en onderhoudt schepen voor de Douane, de Kustwacht, het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Rijkswaterstaat. De Rijksrederij zet de vloot in voor de taken inspectie en handhaving, vaarwegmarkering incidentmanagement en verkeersbegeleiding, waterkwaliteit en -kwantiteit, hydrografisch onderzoek, visserijonderzoek en -beheer. In 2020 bevat de vloot 90 zee/kust/binnenvaart vaartuigen en 22 zelfstandig varende RHIBâs. Wrakkenpontons/meetpontons en overig drijvende middelen zijn hierin niet meegenomen.
De gemiddelde leeftijd van de gehele vloot ligt tegen de 25 jaar, wat overeenkomt met de economische levensduur van een schip. Een deel van de vloot is ouder dan 30 jaar. Door de hoge leeftijd van de vloot stijgen de onderhoudskosten sterk en wordt de kans op uitval groter. Vervangen van de schepen is noodzakelijk om de continuĂŻteit in de veilige en betrouwbare dienstverlening aan de opdrachtgevers te garanderen.
Om zeker te stellen dat nieuwe schepen bij oplevering voldoen aan de gestelde eisen zijn de afgelopen twee jaar naar aanleiding van lopende trajecten verschillende onderzoeken gedaan waarbij expliciet is gekeken naar processen om, gedurende de hele periode van uitvoering, invulling te kunnen geven aan een betrouwbare en stabiele scope. Hierover heb ik uw Kamer met verschillende brieven geĂŻnformeerd1. De lessen en aanbevelingen heeft de Rijksrederij verwerkt in haar werkprocessen en in de vlootstrategie. Ik wil u met deze brief informeren op welke wijze de Rijksrederij voortgaat met de vervanging van de vloot.
Vlootstrategie en vlootprogramma
Met de vlootvervanging zet de Rijksrederij in op vernieuwen, verjongen en verduurzamen om een veilige, betrouwbare en kosteneffectieve dienstverlening in de toekomst aan de opdrachtgevers en gebruikers te blijven garanderen. De samenstelling van de vloot is flexibel inzetbaar en redundant waar mogelijk om de taakuitvoering te borgen binnen de beschikbare middelen. De Rijksrederij wil innovaties op een verantwoorde wijze benutten door het toepassen van «proven technology».
Duurzame vloot
De Rijksrederij zet zich samen met de opdrachtgevers in voor een emissieloze taakuitvoering. Een eerste stap is gezet met de oplevering van drie energiezuinige vaartuigen van het type MPV-30. De MPV-30 is uitgerust met accuâs, waarmee het een groot deel van de dagelijkse werkzaamheden kan uitvoeren. Doordat de motoren minder gebruikt worden, is het brandstofverbruik laag. De restwarmte van de aanwezige generatoren wordt hergebruikt voor onder meer de verwarming. Zonnepanelen op het schip zorgen voor de stroom en licht in de accommodatie van de bemanning.
Met hulp van kennisinstellingen, marktpartijen en andere opdrachtgevers vergroot de Rijksrederij de kennisopbouw over de toepassing van alternatieve duurzame energiedragers. De Rijksrederij is voornemens om vier pilots te starten, waarbij renovaties van schepen worden uitgevoerd met de beoogde klimaatneutrale technieken om kennis en ervaring op te doen. Bij positief resultaat kunnen deze technieken dan toegepast worden in de nieuwe aanbestedingen. De Rijksrederij fungeert hiermee tevens als launching customer voor andere partijen.
Projecten vlootprogramma
In 2021 worden twee ETVâs (Emergency towing vessel) toegevoegd. Omdat de duurzame technologie voor dit type schepen nog niet commercieel beschikbaar is worden deze ETVâs voor een korte termijn gehuurd. De verwachting is dat na deze termijn een meer duurzame technologie kan worden ingezet. De Rijksrederij is tevens gestart met de voorbereiding van de vervanging van drie trailerbare meetvaartuigen.
Daarnaast is de Rijksrederij gestart met de voorbereiding van de vervanging van: negen schepen van het type MPV-20 (visserij zeegaand en binnenwater) en drie schepen van het type MPV-50 (markeren en meten zeegaand). De Rijksrederij is voornemens om deze schepen aan te besteden met klimaatneutrale aandrijvingen mits de technieken hiervoor betrouwbaar en commercieel beschikbaar zijn, het binnen de eisen aan het vaartuig past en de middelen beschikbaar zijn.
Ook voor andere schepen worden plannen voorbereid. Medio dit jaar zal er meer bekend zijn over het te volgen scenario hiervoor. Soms is een tijdelijke oplossing nodig of krijgen vaartuigen vooruitlopend op de vervanging groot (levensduur verlengend) onderhoud. Met deze maatregelen borgt RWS de inzetbaarheid van de schepen en wordt de kans op uitval of storing verkleind.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Kamerstuk 35Â 300 XII, nr. 87, Kamerstuk 35Â 000 XII, nrs. 73 en 89â©ïž