[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Raak over eventuele voornemens het demonstratierecht te beperken

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2021D09651, datum: 2021-03-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-1967).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z03461:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1967

Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over eventuele voornemens het demonstratierecht te beperken (ingezonden 19 februari 2021).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 10 maart 2021)

Vraag 1 t/m 4

Is het waar dat er voornemens zijn extra voorwaarden te stellen aan demonstraties?

Is het waar dat het hierbij zou gaan om beperkingen aan het aantal deelnemers?

Is het waar dat het hierbij zou gaan om het werken met tijdslots?

Is het waar dat gemeenten hierover al wel informatie hebben ontvangen maar de Kamer niet?

Antwoord 1 t/m 4

Voor de regulering van demonstraties geldt, ook in deze bijzondere tijden, de normale procedure op grond van de Wet openbare manifestaties (Wom). De burgemeester dient zich, als het terzake bevoegde gezag, actief op te stellen om demonstraties zoveel mogelijk te faciliteren en te beschermen. Een demonstratie kan door de burgemeester alleen worden beperkt of, in het uiterste geval, worden verboden, als dat noodzakelijk is ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer of ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Dat moet per geval worden beoordeeld en gemotiveerd.

Het is mij bekend dat het Veiligheidsberaad een Handreiking openbare manifestaties heeft vastgesteld op 15 februari 2021. Deze handreiking biedt burgemeesters gemeenschappelijke uitgangspunten en tolerantiegrenzen bij het reguleren van demonstraties met potentieel lokaal, (boven)regionaal of landelijke impact op openbare orde en veiligheid, mobiliteit, gezondheid en/of capaciteit van (hulp)diensten. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft de handreiking onlangs onder de aandacht gebracht bij gemeenten via een ledenbrief en gepubliceerd op haar website: https://vng.nl/artikelen/corona-effecten-gemeentelijke-organisatie-en-dienstverlening#Demonstraties.

De handreiking hanteert als uitgangspunt dat het demonstratierecht zoveel als mogelijk moet worden gewaarborgd, maar dat dit wel op een veilige manier moet gebeuren, met inachtneming van de maatregelen tegen verspreiding van het coronavirus (in het bijzonder het houden van anderhalve meter afstand tot elkaar). In de handreiking wordt onder andere de mogelijkheid genoemd om – als dat noodzakelijk wordt geacht ter bescherming van de gezondheid – een maximum aan het aantal deelnemers te stellen. Gemeenten kunnen als hulpmiddel gebruik maken van deze handreiking, maar of en welke beperkingen noodzakelijk zijn, is afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden en daarmee een beoordeling die alleen lokaal, per afzonderlijke demonstratie, door de burgemeester kan worden gemaakt.

Voor de volledigheid wijs ik er nog op dat op basis van de op dit moment geldende regeling van de avondklok, waarmee uw Kamer onlangs heeft ingestemd, demonstraties niet zijn toegestaan gedurende de periode dat de avondklok geldt (van 21.00 uur tot 4.30 uur).

Vraag 5

Kunt u deze vragen voor 26 februari 2021 beantwoorden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

De vragen zijn zo spoedig als mogelijk beantwoord.