[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Dik-Faber over het bericht ‘Wonen op een vakantiepark? Meeste Veluwse gemeenten willen daar niets van weten’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2021D09662, datum: 2021-03-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-1968).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z03275:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1968

Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over permanente bewoning op vakantieparken. (ingezonden 17 februari 2021).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 10 maart 2021).

Vraag 1

Kent u het bericht: «Wonen op een vakantiepark? Meeste Veluwse gemeenten willen daar niets van weten»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u ervan op de hoogte dat gemeenten met veel vakantieparken sterke bezwaren hebben tegen permanente bewoning op deze parken?

Antwoord 2

Het is mij bekend dat gemeenten verschillende afwegingen maken aangaande het al dan niet toestaan van permanente bewoning op vakantieparken.

Vraag 3

Hebben gemeenten de mogelijkheid vakantieparken om te vormen tot woonwijken?

Antwoord 3

Gemeenten hebben de mogelijkheid om de bestemming van een vakantiepark te veranderen in de bestemming «Wonen». Zodoende wordt een vakantiepark omgevormd tot woonwijk.

Vraag 4

Deelt u de mening dat een afweging hierin het beste gemaakt kan worden op decentraal niveau, tussen gemeenten en samen met de provincie?

Antwoord 4

Deze afweging hoort inderdaad thuis op decentraal niveau, waar het beste zicht bestaat op de mogelijke toekomstperspectieven van vakantieparken en de belangen die spelen.

Vraag 5

Kunt u uitleggen waarom gemeenten maar beperkt gebruik maken van de mogelijkheid vakantieparken om te vormen tot woonwijken?

Antwoord 5

Er zijn verschillende bezwaren die gemeenten aanvoeren tegen transformatie van een park. Er kan bijvoorbeeld vanuit een economisch perspectief ingezet worden op behoud van een toeristisch-recreatieve bestemming, of de locatie in het buitengebied en/of in de nabijheid van een natuurgebied leent zich niet voor permanente bewoning.

Vraag 6

Bent u ervan op de hoogte dat ondermijning en criminaliteit veel genoemde problemen zijn omtrent permanente bewoning op vakantieparken? Heeft u een plan van aanpak om deze problematiek tegen te gaan? Zo nee, bent u bereid dat op te stellen?

Antwoord 6

De aanpak van criminaliteit en ondermijning op vakantieparken heeft mijn aandacht. In de Actie-agenda Vakantieparken 2021–20222, die ik recent heb ondertekend, is een aantal acties opgenomen met betrekking tot het tegengaan van ondermijning.

Vraag 7

Wat betekent de legalisering van permanente bewoning van recreatiewoningen voor de woningvoorraad?

Antwoord 7

Bij het legaliseren van permanente bewoning, bijvoorbeeld door transformatie van een park, worden er woningen aan de woningvoorraad toegevoegd. Tegelijkertijd worden, bij legalisering van bestaande permanente bewoning, deze woningen al bewoond. Hoeveel extra woonruimte daarmee vrijkomt, valt niet te zeggen.

Vraag 8

Hoeveel bewoners laten een (gezins-)woning elders achter die op de markt komt via permanente bewoning van vakantiewoningen?

Antwoord 8

Dit is onbekend.

Vraag 9

Kunt u aangeven in hoeverre een wet gericht op permanente bewoning een vraag naar woningen in de betreffende omgeving oplost?

Antwoord 9

In hoeverre het toestaan van permanente bewoning aan de vraag naar woningen in een gebied tegemoetkomt, is afhankelijk van de bewoning van de recreatiewoningen. Wanneer de recreatiewoningen al permanent bewoond worden, zal er de facto geen extra woningaanbod ontstaan. Daar waar een park wordt getransformeerd naar de bestemming »Wonen» en de betreffende recreatiewoningen nog niet permanent worden bewoond, zal er wel sprake zijn van het vrijkomen van extra woningaanbod.

Vraag 10

Kunt u uiteenzetten hoeveel mensen, soms in een kwetsbare positie, worden gedwongen om een recreatiewoning te verlaten als gevolg van handhaving door gemeenten?

Antwoord 10

Ik heb gemeenten opgeroepen om, wanneer zij handhaven, de menselijke maat te betrachten. Daarmee bedoel ik dat bij handhaving op permanente bewoning van recreatiewoningen oog dient te zijn voor de perspectieven op vervolghuisvesting van kwetsbare mensen.

Vraag 11

Welke stappen worden gezet door gemeenten, woningcorporaties en zorginstellingen voor mensen zonder woonruimte of met sociale problemen die uit een recreatiewoning moeten vertrekken?

Antwoord 11

Dit verschilt per gemeente. In veel gevallen worden kwetsbare bewoners door een sociaal wijkteam ondersteund. Het sociaal team kan op verschillende leefgebieden ondersteuning bieden, waaronder in de zoektocht naar vervolghuisvesting. Ook maken gemeenten het in gevallen mogelijk om via een urgentieverklaring in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning.

Vraag 12

Kan de bestemmingswinst die ontstaat door wonen op vakantieparken te legaliseren nu op een maatschappelijk verantwoorde manier worden afgeroomd zodat niet een individu daarvan profijt heeft maar de samenleving?

Antwoord 12

Het is in principe niet mogelijk om bestemmingswinsten af te romen. Gemeenten mogen geen belasting heffen naar winst, vermogen of inkomen. Wel kunnen gemeenten waar mogelijk de kosten verhalen die zij moet maken om vakantieparken geschikt te maken voor permanente bewoning. Dat kan op basis van de regeling voor het verhalen van kosten van de Wet Ruimtelijke Ordening en de regeling voor de baatbelasting.

In het kader van de regiodeal Veluwe wordt onderzocht of deze regelingen een afdoende oplossing bieden voor de financiële problemen die gemeenten ondervinden bij het transformeren van vakantieparken.


  1. de Stentor, 28 december 2020.↩︎

  2. Kamerstuk 32 847, nr. 712.↩︎