35759 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake wijziging van de Politiewet 2012 in verband met enkele aanpassingen die volgen uit de evaluatie van deze wet
Wijziging van de Politiewet 2012 in verband met enkele aanpassingen die volgen uit de evaluatie van deze wet
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2021D09688, datum: 2021-03-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State
Onderdeel van zaak 2021Z04412:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-03-24 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-14 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-05-27 14:00: Wijziging van de Politiewet 2012 in verband met enkele aanpassingen die volgen uit de evaluatie van deze wet (35759) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-09-15 14:30: Procedures en brieven (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-09-16 22:35: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-04-19 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W16.20.0237/II 's-Gravenhage, 11 november 2020
...................................................................................
Bij Kabinetsmissive van 9 juli 2020, no.2020001374, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Justitie en Veiligheid, mede namens de Minister van Defensie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Politiewet 2012 in verband met enkele aanpassingen die volgen uit de evaluatie van deze wet, met memorie van toelichting.
Het wetsvoorstel beoogt invulling te geven aan de aanbeveling van de Commissie Evaluatie Politiewet 2012 om te komen tot een doorontwikkeling en verbetering van de politie en het politiebestel. De voorgestelde wijzigingen zien op de versterking van de positie van de korpschef, een verruiming van de mogelijkheden van bijstandsverlening en een uitbreiding van de politietaken van de Koninklijke Marechaussee.
De Afdeling advisering van de Raad van State maakt een opmerking over de versterking van de positie van de korpschef. In verband daarmee is aanpassing wenselijk van de toelichting.
1. Versterking van de positie van de korpschef
In haar rapport stelde de Commissie Evaluatie Politiewet 2012 (hierna: Evaluatiecommissie) vast dat op enkele onderdelen aanpassing van de Politiewet 2012 vereist is om een betere balans te bewerkstelligen tussen politiek, gezag en politieorganisatie. Onder de huidige wet is er een stevige top-down sturingslijn gecreëerd. Onvoldoende aandacht voor de decentrale invulling van het werk was het gevolg. In dat licht adviseerde de Evaluatiecommissie de korpschef meer ruimte te geven om de organisatie effectiever aan te kunnen sturen.1
Dit wetsvoorstel beoogt de positie van de korpschef op twee onderdelen te versterken. De achterliggende gedachte is dat wanneer de korpschef meer ruimte krijgt ten opzichte van de minister, hij deze zal doorgeven aan de politiechefs. Hierdoor ontstaat meer ruimte om het beheer beter aan te laten sluiten op de taakuitvoering en de prioriteiten van het lokale gezag.2
De eerste wijziging ziet op de voorbereiding van de jaarstukken van de politie. Op grond van de huidige regeling ontwerpt de minister de jaarstukken en stelt hij deze vast.3 Met de voorgestelde wijziging wordt de korpschef belast met het ontwerpen van de jaarstukken. Hij betrekt hierbij zowel landelijke als regionale informatie. De minister stelt deze jaarstukken vervolgens vast.
De tweede wijziging ziet op de rol van de korpschef tijdens het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie (LOVP). In het LOVP wordt overleg gevoerd over de taakuitvoering door en het beheer van de politie. Dit gebeurt “in aanwezigheid van de korpschef”, aldus de huidige regeling.4 Het wetsvoorstel wijzigt dit in “tezamen met de korpschef”. Hiermee wordt beoogd uit te drukken dat de korpschef gesprekspartner is in het overleg.5
De Afdeling heeft, in het licht van de bevindingen van de Evaluatiecommissie, begrip voor de voorgestelde wijzigingen. De toelichting wekt evenwel de indruk dat hiermee meer ruimte komt voor lokaal maatwerk. De Afdeling constateert echter dat de wijzigingen een beperkte omvang en strekking hebben. Meer ruimte voor lokaal maatwerk zal op andere wijze binnen de bestaande wettelijke kaders gerealiseerd dienen te worden. Zij adviseert hier in de toelichting nader op in te gaan.
2. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal
opmerkingen bij het voorstel en adviseert daarmee rekening te houden
voordat het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt
ingediend.
De vice-president van de Raad van State,
Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W16.20.0237/II
In artikel 43 (derde lid), conform de artikelen 4 (derde lid), 59 (vierde lid), 61 (vijfde lid) en 62 (vijfde lid), het woord “nodige” schrappen, of in de toelichting verduidelijken waarom de tekst op dit punt afwijk van de andere genoemde artikelen.
Rapport van de Commissie Evaluatie Politiewet 2012, Doorontwikkelen en verbeteren, bijlage bij Kamerstukken II 2017/18, 29628, nr. 734, p. 11.↩︎
Memorie van toelichting, paragraaf 2.1.↩︎
Politiewet 2012, artikelen 34, 35 en 37.↩︎
Politiewet 2012, artikel 19, eerste lid.↩︎
Memorie van toelichting, paragraaf 2.1.↩︎