Geannoteerde agenda informele bijeenkomst met EU-transportministers op 30 maart 2021
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Brief regering
Nummer: 2021D09734, datum: 2021-03-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-33-846).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-846 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.
Onderdeel van zaak 2021Z04420:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-03-16 12:00: Informele Transportraad op 29-30 maart 2021 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-03-24 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-14 10:15: Procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-05-12 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 846 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 maart 2021
Hierbij doe ik u, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de geannoteerde agenda toekomen van de virtuele informele bijeenkomst met EU-transportministers. De bijeenkomst, georganiseerd door het Portugees Voorzitterschap, zal plaatsvinden op 30 maart 2021 en volgt na de officiële lancering van de Year of the Rail op 29 maart 2021. Alhoewel het Portugees Voorzitterschap nog geen agenda heeft gepubliceerd, heeft het in de uitnodigingsbrief te kennen gegeven dat de informele bijeenkomst zich zal richten op het Europees spoorvervoer. Om deze reden zal ik deelnemen aan de informele bijeenkomst.
Tot slot informeer ik uw Kamer graag over de aanstelling van de ambassadeur voor de Year of the Rail.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven – van der Meer
I. Informele bijeenkomst met EU-transportministers, 30 maart 20201
Op 30 maart organiseert het Portugees Voorzitterschap de informele bijeenkomst met EU-transportministers, gericht op het Europees spoorvervoer. Tijdens de bijeenkomst is er een debat voorzien over o.a. (internationaal) personenvervoer, het verhogen van de aantrekkelijkheid van de Europese spoorsector (m.n. onder jongeren) en het bevorderen van het stedelijk vervoer. De informele bijeenkomst borduurt voort op de lancering van de Year of the Rail(YoR), die op 29 maart zal plaatsvinden. Het is tijdens de YoR de Nederlandse inzet dat eveneens de eerste politieke conclusies van het platform International Rail Passenger Transport worden gepresenteerd. De uitkomsten van zowel de politieke conclusies als het debat tijdens de informele bijeenkomst zullen worden verwerkt in Raadsconclusies, waarvan het streven van het Portugese Voorzitterschap is dat deze tijdens de Transportraad van juni 2021 worden aangenomen.
(Internationaal) personenvervoer
Inhoud en inzet Nederland
Met betrekking tot het bevorderen van het (internationaal) personenvervoer per spoor hebben 25 EU-lidstaten (alsmede Noorwegen en Zwitserland) tijdens de Transportraad van d.d. 4 juni 20201 een politieke verklaring aangenomen, waarin de ambitie is uitgesproken om het internationaal personenvervoer per spoor in het kader van de Green Deal2 Europees te agenderen. De Europese lidstaten hebben hiermee het voornemen uitgesproken om het platform International Rail Passenger Transport op te richten, dat moet leiden tot een verbetering van internationaal personenvervoer per spoor en – additioneel hieraan – bijdraagt aan het verwezenlijken van de doelstellingen van de EU Green Deal. Tijdens de lancering van de YoR op 29 maart zullen de eerste politieke conclusies gedeeld worden door Nederland en Oostenrijk, als voorzitters van het platform. Na de lancering en de informele bijeenkomst met EU-transportministers, zullen de conclusies verder uitgewerkt worden door de verschillende subgroepen van het platform.
Het kabinet is van mening dat de ontwikkeling van het Europees internationaal personenvervoer per spoor een belangrijke bijdrage kan leveren aan de doelen van de EU Green Deal en de Europese strategie voor slimme en duurzame mobiliteit3. Voor dit type spoorvervoer is de ambitie uitgesproken om tegen 2030 een verdubbeling van het aantal reisbewegingen per hogesnelheidstrein te realiseren. Om deze doelstelling te bewerkstelligen hecht het kabinet groot belang aan het starten van internationale pilotlijnen, zoals genoemd in de strategie voor duurzame en slimme mobiliteit. De inzet hierbij is om pilotlijnen te starten die inzichtelijk maken hoe de belangrijkste barrières voor internationaal personenvervoer weggenomen kunnen worden. Welke lijnen dit zullen zijn, zal nader met de Commissie, lidstaten en de sector besproken moeten worden. Deze inzet moet leiden tot een robuust en interoperabel netwerk van internationale personenvervoersdiensten in de EU. Daarnaast is het kabinet van mening dat digitalisering en beschikbaarheid van internationale ticketing gestimuleerd moet worden.
Vrijwel alle EU-lidstaten zijn betrokken bij het platform en zijn gebaat bij het bevorderen van het internationaal personenvervoer. Wel discussiëren de lidstaten nog over een aantal punten, m.n. op het gebied van digitalisering en de verkoop en beschikbaarheid van rail tickets voor derde partijen.
Verhogen aantrekkelijkheid spoorsector
Inhoud en inzet Nederland
Het Portugees Voorzitterschap heeft eerder aangegeven dat zij te kampen heeft met een groot nationaal tekort aan jonge arbeidskrachten in de spoorsector. Vermoedelijk wilt het Voorzitterschap dit onderwerp agenderen om van gedachten te wisselen over mogelijkheden om dit probleem op te lossen.
Het kabinet herkent de door het Voorzitterschap geschetste problematiek. De afgelopen jaren is ook in Nederland aandacht geweest voor versterking van de arbeidsmarkt binnen de spoorsector. Vanuit de Tweede Kamer is hier aandacht aan besteed in 2018 toen D66-leden Jetten en Sienot het actieplan »Denderende banen op het spoor» aanboden aan de Staatsecretaris van IenW ter versterking van de arbeidsmarkt binnen de spoorsector4. In de reactie5 op dit actieplan aan uw Kamer is aangegeven dat er o.a. behoefte is aan extra werknemers in de spooraannemerij, mede vanwege een steeds meer vergrijzend personeelsbestand en concurrerende arbeidsmarkt. Momenteel zijn er een aantal verschillende mbo-opleidingen in Nederland, die studenten opleiden voor beroepen die ook voor de spoorsector van toepassing zijn. De opleidingen worden door de onderwijsinstellingen in nauw overleg met het bedrijfsleven ontwikkeld. Tevens hebben de Staatssecretaris van IenW, de Minister van SZW, ProRail en een aantal Nederlandse spooraannemers in 2019 de intentieverklaring «Duurzame arbeidsmarkt op de rails» 6 ondertekend en een pilotproject opgesteld, dat minimaal 30 statushouders moest interesseren en opleiden voor een baan in de spoorsector. Deze pilot is inmiddels bijna afgerond. Het kabinet hecht waarde aan het stimuleren van jonge arbeidskrachten in de spoorsector en is bereid hier EU-breed naar te kijken door goede praktijkvoorbeelden met elkaar te delen.
Stedelijk openbaar vervoer
Inhoud en inzet Nederland
Tevens heeft het Portugees Voorzitterschap laten weten de informele bijeenkomst onder meer te willen benutten om de samenhang van transportnetwerken in stedelijke gebieden te bespreken, waaronder de ontwikkeling van openbaar vervoer en intermodale aspecten. In het kader hiervan wordt uitgegaan dat het Portugees Voorzitterschap van gedachten wilt wisselen met lidstaten over dit onderwerp, waarbij het de bedoeling is dat goede praktijkvoorbeelden met elkaar worden gedeeld en besproken. Het kabinet steunt de inzet voor ontwikkeling van duurzame stedelijke vervoersnetwerken en acht dit van groot belang voor de leefbaarheid van stedelijke gebieden. Hierbij zijn onder andere digitalisering van reisinformatie en ticketing en ontwikkeling van openbaar vervoer en fietsinfrastructuur van groot belang.
II. Nederlandse inzet programma Year of the Rail
Het programma voor de YoR vloeit voort uit het besluit7 van de Raad en het Europees parlement, waarin 2021 uitgeroepen is tot Year of the Rail. In de YoR gaat het zowel om bijdragen aan de nationale en Europese beleidsontwikkeling voor spoorwegen, maar ook om publieksevenementen, die moeten bijdragen aan het verder onder de aandacht brengen van de Europese spoorsector. Op Europees niveau is er regelmatig overleg met nationale contactpunten van de lidstaten over de programmering van de YoR. Hier neemt ook Nederland aan deel. Daarnaast bereiden diverse partijen uit de brede Nederlandse spoorsector ook een programma voor de YoR voor.
Om in Nederland kracht te zetten bij de YoR heeft de Staatssecretaris van IenW, in overleg met vertegenwoordigers van de Nederlandse OV-sector, Wim van de Camp gevraagd op te treden als ambassadeur voor de YoR. Wim van de Camp is voormalig lid van het Europees parlement en heeft onder andere door zijn rol als rapporteur van het vierde Spoorwegpakket intensief deelgenomen aan het Europees beleidsdebat over het gebruik van spoorwegen voor personen- en goederenvervoer. In zijn rol als ambassadeur kan Wim van de Camp fungeren als een boegbeeld van de Nederlandse spoorwegsector tijdens de Europese activiteiten om te laten zien welke mogelijkheden reizen per spoor biedt, niet alleen binnen Nederland, maar ook tussen de Europese landen en steden. Op die manier kan de ambassadeur bijdragen aan een aansprekend programma voor de YoR.
Kamerstuk 21 501–33, nr. 815↩︎
COM (2019) 640 final, «De Europese Green Deal»↩︎
COM (2020) 789 final↩︎
Kamerstuk 29 984, nr. 784↩︎
Kamerstukken 29 544 en 29 984, nr. 948↩︎
Kamerstukken 29 544 en 29 984, nr. 948↩︎
BESLUIT (EU) 2020/2228 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 december 2020 betreffende het Europees Jaar van de spoorwegen (2021)↩︎