Uitstel beantwoording vragen van het lid Baudet over de misstanden rondom de ontwikkeling van het nieuwe RIVM-gebouw
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2021D10157, datum: 2021-03-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-2015).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T. van Ark, minister voor Medische Zorg (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z03514:
- Gericht aan: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Gericht aan: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: T.H.P. Baudet, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2015
Vragen van het lid Baudet (FvD) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de misstanden rondom de ontwikkeling van het nieuwe RIVM-gebouw (ingezonden 22 februari 2021).
Mededeling van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 16 maart 2021).
Vraag 1
Klopt het dat het Rijksvastgoedbedrijf opdracht heeft gegeven om een zeer trillingsgevoelig gebouw, namelijk het hoofdgebouw van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), te bouwen naast één van de drukste snelwegen (A27 bij Utrecht) en pal langs een trambaan? Zo ja, op welke wijze zijn hierbij de hoge veiligheidseisen die zulke gebouwen met zich meebrengen, meegenomen in het besluit voor deze locatie?
Vraag 2
In hoeverre denkt u dat Nederland – met het oog op COVID-19 en eventueel toekomstige pandemieën – in de toekomst een eigen biosafety level (BSL) level 4-laboratorium nodig zal hebben?
Vraag 3
Kan er in de toekomst toch een BSL level 4-laboratorium worden bijgebouwd bij het huidige gebouw op Utrecht Science Park? Zo nee, wat moet dan volgens u de oplossing zijn, aangezien de conclusie inmiddels is getrokken dat het inefficiënt zou zijn om op meerdere plekken laboratoria te bouwen?
Vraag 4
Klopt het dat de kosten voor de bouw van het nieuwe RIVM-gebouw op € 267 miljoen zijn geraamd? Zo nee, wat zijn op dit moment de verwachte totale kosten?
Vraag 5
Hoeveel wordt op jaarlijkse basis – rekening houdende met het feit dat het hoofdkantoor van het RIVM en het CBG naar verwachting drie jaar te laat wordt opgeleverd en het prijspeil inmiddels fors is gestegen – door Nederland betaald aan Bilthoven Biologics in verband met de huur van het huidige complex?
Vraag 6
Is het waar dat Nederland vanwege de vertraging van drie jaar ten minste drie maal € 9,1 miljoen (totaal € 27,3 miljoen) extra dient te betalen aan Bilthoven Biologics en dit als tegenvaller dient te registreren?
Vraag 7
Kunt u aangeven of de thans verwachte oplevering in het najaar van 2021 wel met zekerheid wordt gehaald? Zo nee, wat is dan de nieuw verwachte opleverdatum?
Vraag 8
Klopt het dat twee van de drie gecontracteerde bouwmaatschappijen, namelijk Heijmans en Hurks, reeds voor aanvang van de bouw met ruzie zijn vertrokken wegens het niet kunnen starten met de bouw, omdat er door het Rijksvastgoedbedrijf geen aanvangscertificaat kon worden afgegeven vanwege het niet kunnen voldoen aan de trillingsvereisten?
Vraag 9
Klopt het dat het Rijksvastgoedbedrijf de opdracht heeft gegeven aan het bouwconsortium, namelijk Strukton, Heijmans en Hurks, die door een second opinion van het bedrijf Arup al snel ontdekten dat het oorspronkelijke ontwerp van dit consortium voor het nieuwe hoofdgebouw van het RIVM en CBG absoluut niet aan de vereiste trillingsvereisten zou voldoen?
Vraag 10
Heeft de Nederlandse staat zich volgens u aan alle wettelijke regels rondom aanbesteding gehouden, ook nadat twee van de drie bouwmaatschappijen zijn vertrokken en er reeds voor de bouw begon, grote tekorten aan het ontwerp van de huidige overgebleven aannemer (Strukton) zijn vastgesteld?
Vraag 11
Vindt u niet dat Nederland, bij het tijdig ontdekken van deze gebreken en het overblijven van slechts een derde van het oorspronkelijke bouwconsortium, opnieuw een aanbestedingsronde had moeten organiseren?
Vraag 12
Is het waar dat de bouw ruim een jaar heeft stilgelegen, teneinde nieuwe berekeningen uit te voeren met betrekking tot de vraag hoe het gebouw wél aan de trillingsvereisten zou kunnen voldoen?
Vraag 13
Klopt het dat, teneinde aan de trillingsvereisten te voldoen, er extra materiaal – in de vorm van onder andere heipalen – ter waarde van € 21 miljoen benodigd is, welke kosten voor 40% door de Nederlandse staat worden gedragen?
Vraag 14
Zijn bij u, naast de meerkosten voor het materiaal ten opzichte van het oorspronkelijke bouwplan, nog meer materiële tegenvallers bekend geworden? Zo ja, kunt u deze kosten specificeren?
Vraag 15
Klopt het dat de Nederlandse staat eveneens heeft ingestemd om een deel, namelijk € 5 miljoen van de in totaal beraamde € 25 miljoen, te betalen voor het meerwerk van het personeel?
Vraag 16
Kunt u aangeven hoeveel meerkosten in totaal zijn gemaakt? Kunt u deze kosten specificeren?
Vraag 17
Kunt u garanderen dat, gezien dit enorm complexe bouwproces en uitzonderlijk stroeve verloop van dit project, het later opgeleverde gebouw aan alle trillings-en veiligheidsvereisten voldoet en het oorspronkelijk beoogde gebruik bij aanvang van het project, in de vorm van een nieuw hoofdkantoor voor het RIVM en CBG plus BSL 1,2 en 3 laboratoria, mogelijk is?
Vraag 18
Bent u nog steeds van mening dat het verstandig is om een gebouw met zulke strenge eisen te plaatsen in één van de dichtstbevolkte gebieden van Europa en pal naast een snelweg en trambaan?
Mededeling
De vragen van het Kamerlid Baudet (FvD) over de misstanden rondom de ontwikkeling van het nieuwe RIVM gebouw (2021Z03514) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
De reden van het uitstel is dat de afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt.
Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.