Antwoord op vragen van het lid Van Raak over het nog altijd veel te hoge aantal afgekeurde poststemmen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2021D10373, datum: 2021-03-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-2026).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van zaak 2021Z04670:
- Gericht aan: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: A.A.G.M. van Raak, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2026
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het nog altijd veel te hoge aantal afgekeurde poststemmen (ingezonden 17 maart 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 17 maart 2021).
Vraag 1 en 2
Deelt u de opvatting dat ruim 4 procent ongeldige stemmen bij het briefstemmen veel te hoog is, zoals in Doetinchem ook na de genomen maatregelen nog altijd het geval is?1
Welke maatregelen bent u bereid te nemen om dit percentage alsnog flink te verlagen en veel meer poststemmen wél te laten meetellen?
Antwoord 1 en 2
Er zijn diverse redenen waarom een briefstem terzijde moet worden gelegd (wat iets anders is dan een briefstembiljet ongeldig verklaren; zie daarover verderop in dit antwoord).
Zoals ik in mijn brief aan uw Kamer van dinsdag 16 maart jl. heb laten weten, heb ik alle gemeenten verzocht om de briefstembureaus te vragen om, wanneer de retourenvelop uitsluitend een briefstembiljetenvelop bevat, deze envelop te openen, om te bezien of daarin een stempluspas zit. Als dat het geval is, en de stempluspas blijkt geldig te zijn, dan hoeft de briefstem niet terzijde te worden gelegd. Gelet op de signalen die ik van gemeenten heb ontvangen, verwacht ik dat daarmee het aantal terzijdeleggingen betekenisvol zal dalen.
Verder heb ik de gemeenten eerder gevraagd om hun briefstembureaus te vragen om, wanneer de retourenvelop een briefstembiljet bevat plus een briefstembiljetenvelop die te dun is om een briefstembiljet te kunnen bevatten, de briefstembiljetenvelop te openen, in de veronderstelling dat deze de stempluspas bevat. Als dat het geval is, en de stempluspas blijkt geldig te zijn, dan hoeft de briefstem niet terzijde te worden gelegd.
Voor andere terzijdeleggingen zijn goede redenen. In gevallen waarin ofwel het briefstembiljet ofwel de stempluspas ontbreekt, kan de briefstem niet meetellen. Als het briefstembiljet ontbreekt, is er geen stem uitgebracht. Als de stempluspas ontbreekt, kan het stembureau niet controleren of de kiezer kiesgerechtigd is. Ook in het stemlokaal zal het stembureau een kiezer die geen stempas bij zich heeft, niet toelaten tot de stemming. Dat een envelop zonder een stempluspas in dat geval terzijde wordt gelegd, is uiteraard ook een belangrijke waarborg tegen het uitbrengen van meer dan één stem door een kiezer. De kiezer die geen stempluspas heeft meegestuurd, en zich dat tijdig realiseert, kan overigens met zijn stempluspas alsnog stemmen (in het stemlokaal, of door een briefstembiljet af te halen bij de gemeente en met dat briefstembiljet en de stempluspas alsnog een briefstem af te geven bij een afgiftepunt).
Ook als de stempluspas niet echt is, of als het nummer van de stempluspas voorkomt in het register van ongeldige stempassen (ROS), is terzijdelegging naar mijn overtuiging de enige optie.
Tot ongeldigheid van een stem kan pas besloten worden bij het tellen van de stembiljetten. Een stem is ongeldig als die is uitgebracht op een ander stembiljet dan bij of krachtens de kieswetgeving mag worden gebruikt (artikel N 7, tweede lid, van de Kieswet); voorts is ongeldig de stem die niet als blanco wordt aangemerkt, maar waarbij de kiezer op het stembiljet niet, door het geheel of gedeeltelijk rood maken van het witte stipje in een stemvak, op ondubbelzinnige wijze heeft kenbaar gemaakt op welke kandidaat hij zijn stem uitbrengt, of waarbij op het stembiljet bijvoegingen zijn geplaatst waardoor de kiezer kan worden geïdentificeerd (artikel N 7, derde lid, van de Kieswet).
Vraag 3
Bent u bereid deze vragen voor woensdag 17 maart 21:00u te beantwoorden?
Antwoord vraag 3
Ja.
Toelichting bij vraag 1:
Maandag vooropenen
Totalen voor herstelactie:
1.410 briefstemmen
82 x stempluspas ontbreekt
49 x briefstembiljet ontbreekt
% ongeldige briefstemmen vóór herstelactie: 9,29% op maandag
Na maatregel Minister Olongren de 82 briefstemenveloppen met stembiljet alsnog geopend,
Hiervan:
2 x voorkomen in ROS
15 x stempluspas ontbreekt ook in briefstemenvelop met stembiljet
65 x stempluspas komt tóch voor en stem is dus geldig
Totalen na herstelactie:
1.475 briefstemmen
15 x stempluspas ontbreekt
2 x voorkomen in ROS
49 x briefstembiljet ontbreekt
% ongeldige briefstemmen ná herstelactie: 4,47% op maandag
Dinsdag vooropenen:
Totalen (nieuwe werkwijze Minister Olongren toegepast):
2.170 briefstemmen
3 x voorkomen in ROS
38 x stempluspas ontbreekt
62 x briefstembiljet ontbreekt
% ongeldige briefstemmen: 4,75% op dinsdag
Zie Toelichting bij vraag 1:↩︎