Tussenrapportage evaluatie Perspectief op Werk
Uitvoering en evaluatie Participatiewet
Brief regering
Nummer: 2021D10402, datum: 2021-03-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34352-209).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 34352 -209 Uitvoering en evaluatie Participatiewet.
Onderdeel van zaak 2021Z04706:
- Indiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2021-03-24 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-13 16:30: Procedures en brieven (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-02-23 18:00: Participatiewet/Breed Offensief (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-09-08 14:35: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet
Nr. 209 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 maart 2021
Bij brief van 15 november 20191 is uw Kamer geïnformeerd over de Intentieverklaring Perspectief op Werk(PoW). Met PoW willen VNO-NCW, MKB Nederland, LTO Nederland, CNV, FNV, VCP, VNG, G4 en G40, UWV, de MBO-raad, het Ministerie van OCW, en het Ministerie van SZW gezamenlijk de kansen die de arbeidsmarkt biedt optimaal benutten. In de intentieverklaring is afgesproken te investeren in een hernieuwde samenwerking van publieke en private partijen, met als doel om meer mensen naar een baan of leerwerkplek te begeleiden. Het plan richt zich daarbij op mensen die willen en kunnen werken, maar niet zelfstandig aan het werk komen. Gedacht wordt daarbij aan bijstandsgerechtigden, oudere werklozen, statushouders en mensen met een arbeidsbeperking.
Met Perspectief op Werk zetten de partijen zich in om een betere aanpak voor duurzame plaatsing van de doelgroep te realiseren. Werk is meer dan een baan met inkomen, het zorgt ook voor sociale contacten, ritme en zingeving. Perspectief op Werk beoogt niet alleen een impuls op de korte termijn te zijn, maar ook een leertraject op de lange termijn voor hoe de bemiddeling van deze doelgroepen naar werk kan worden verbeterd. De partijen hebben aan de centrumgemeenten gevraagd om een gezamenlijk actieplan op te stellen.
Impulsfinanciering
Om deze beweging te ondersteunen heeft de toenmalig Staatssecretaris, via een decentralisatie-uitkering aan de centrumgemeenten, een impulsfinanciering beschikbaar gesteld van 1 miljoen euro per arbeidsmarktregio voor 2019 en 1 miljoen euro voor 2020.
Alle arbeidsmarktregio’s zijn aan de slag gegaan met de uitvoering van actieplannen (doe-agenda’s). De regio’s kijken gezamenlijk naar slimme aanpakken en oplossingen ter versterking van de duurzame arbeidstoeleiding van de doelgroep. Een Landelijk Ondersteuningsteam – bestaande uit een afvaardiging van alle betrokken partijen – monitort de voortgang van de uitvoering en ondersteunt de regio’s waar mogelijk bij de uitvoering. Met een leeragenda, landelijke bijeenkomsten en een lerende evaluatie wordt continu bezien of de aanpakken werken.
In de brief van 15 november 2019 is toegezegd uw Kamer op de hoogte te houden van de voortgang van de uitvoering van de actieplannen van Perspectief op Werk.
Hierbij zend ik uw Kamer ter informatie de tussentijdse rapportage die door onderzoeksbureau KplusV is opgeleverd als onderdeel van de lerende evaluatie van het programma Perspectief op Werk2.
De in mijn ogen belangrijkste bevindingen tot nu toe zijn:
• Door de ontschotte middelen die vanuit PoW beschikbaar waren, zijn regio's uitgedaagd gezamenlijk een plan te ontwikkelen en is de samenwerking versterkt.
• PoW wordt in vrijwel alle regio’s gezien als belangrijke aanjager voor betere samenwerking. Een veelgehoord geluid is dat de contacten en gesprekken die voor het maken en uitvoeren van PoW-plannen zijn gevoerd, ertoe hebben geleid dat men elkaar in de Corona-crisis beter en sneller wist te vinden.
• De eerste lockdown in maart 2020 volgde voor veel regio’s redelijk snel op de start van de uitvoering. Hierdoor is de uitvoering van de doe-agenda’s later gestart dan oorspronkelijk gepland was. Dit noodzaakte de regionale samenwerkingspartners om opnieuw naar de beoogde plannen te kijken en waar nodig te komen tot het herstructureren van de activiteiten in het licht van de veranderende arbeidsmarktsituatie. Dit is voortvarend opgepakt.
• Vanaf de zomer 2020 is de uitvoering van de PoW-activiteiten met hernieuwde energie opgepakt. De oorspronkelijke activiteiten werden grotendeels gehandhaafd, zij het vaak in aangepaste vorm, en met vertraging of aangepaste ambities. Het besef dat juist de oorspronkelijke doelgroep nu, – in deze veranderde arbeidsmarkt –, extra steun en aandacht nodig heeft, leeft breed onder alle betrokken partijen.
• Aanbevelingen voor de komende periode zijn het zorgen voor een goede borging van de resultaten en het breed zichtbaar maken van de meerwaarde van de geleerde lessen en ontwikkelde aanpakken.
Tot slot
Volgens de oorspronkelijke planning zou het project PoW in december 2020 zijn afgerond. Door de – mede door corona – opgelopen vertragingen zal de uitvoering in de regio’s van de diverse activiteiten uit de doe-agenda’s vaak nog heel 2021 en soms zelfs tot begin 2022 duren. De samenwerkende partners hebben daarom besloten om de ondersteuning vanuit een landelijk ondersteuningsteam en de stuurgroep tot de zomer van 2021 voort te zetten.
De komende periode zal ik de aanbevelingen van de tussenevaluatie onder de aandacht gaan brengen van de partijen in de regio’s en samen met de landelijke partners en regio’s bezien hoe we de geleerde lessen en ontwikkelde producten structureel impact kunnen laten hebben op de publiek-private samenwerking in de 35 arbeidsmarktregio’s en het proces van arbeidstoeleiding. De eindevaluatie wordt in oktober 2021 opgeleverd en zal ik met een beleidsreactie aan uw Kamer toezenden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees