[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Rijden onder invloed-onderzoek en verlaging grens onderzoek alcohol

Maatregelen verkeersveiligheid

Brief regering

Nummer: 2021D10476, datum: 2021-03-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29398-908).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29398 -908 Maatregelen verkeersveiligheid.

Onderdeel van zaak 2021Z04731:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 908 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 maart 2021

Rijden onder invloed van alcohol en/of drugs beïnvloedt de rijvaardigheid en verhoogt de ongevalskans. Het is een van de negen thema’s in het Strategisch plan verkeersveiligheid 2030 (SPV 2030). Met deze brief bied ik u het Rijden onder invloed-rapport 2019 aan, breng ik u op de hoogte van de stand van zaken betreffende de bestuursrechtelijke maatregel vorderingenonderzoek alcohol en bied ik het WODC-onderzoek Recidive na het CBR-onderzoek alcohol aan1.

Rijden onder invloed-onderzoek

Sinds 1999 laat Rijkswaterstaat onderzoek doen naar rijden onder invloed van alcohol. In samenwerking met de politie worden tweejaarlijks alcoholcontroles uitgevoerd, verdeeld over de 10 regionale eenheden van de politie. In 2019 zijn 10.000 metingen uitgevoerd tijdens fuikcontroles, bestaand uit een aselecte steekproef op vooraf vastgestelde locaties van automobilisten die in de weekendnachten (vrijdag en zaterdag) tussen 22.00 en 4.00 uur aan het verkeer deelnamen. Tevens werd een vragenlijst afgenomen met kenmerken.

Het aandeel bestuurders dat meer dan 0,5‰ (strafbaarheidsgrens in de wet voor ervaren bestuurders) heeft gedronken is gestegen van 1,4% in 2017 naar 2,3% in 2019. In 2019 is de grootste stijging in overtredingen geconstateerd in de politieregio Rotterdam (van 1,7% in 2017 naar 5,5% in 2019), Maar ook in Midden-Nederland (van 1,1 in 2017 naar 2,5% in 2019) en Oost-Brabant (van 1,1% in 2017 naar 2,5% in 2019) is het aandeel overtreders relatief sterk gestegen. De grootste daling van het aandeel overtreders is in Noord-Nederland (van 2% in 2017 naar 1,2% in 2019).

Verklaringen voor de toename en de grote regionale verschillen zijn er niet. De vraag is dan ook of er daadwerkelijk sprake is van een structurele stijging van het aandeel bestuurders die rijden onder invloed van alcohol of dat het een eenmalige piek is geweest.

Het ROI-onderzoek wordt opnieuw aanbesteedt vanaf 2023. In samenspraak met betrokken partijen zoals politie, JenV en SWOV zal worden bezien op welke wijze prevalentieonderzoek voor de komende jaren verder vorm wordt gegeven. Het doel van prevalentieonderzoek is het verkrijgen van meer kennis over rijden onder invloed, toewerken naar een safety performance indicator (SPI) alcohol en het gerichter inzetten van de handhavingscapaciteit. In dit traject worden de resultaten meegenomen van het eerder uitgevoerd onderzoek Haalbaarheid van een alcoholmeetnet, de activiteiten die de SWOV gaat uitvoeren in het kader van een nationaal prevalentieonderzoek alcohol en drugs en de uitkomsten van de pilot drugs in het verkeer die in het Rijden onder invloed-onderzoek zijn opgenomen.

Nader onderzoek vorderingenonderzoek alcohol

Het vorderingenonderzoek alcohol is een van de bestuursrechtelijke maatregelen bedoeld om rijden onder invloed tegen te gaan. Het vorderingenonderzoek alcohol bestaat uit een psychiatrisch, een lichamelijk en een bloedonderzoek en is primair bedoeld om vast te stellen of bij de betrokkene sprake is van problematisch alcoholgebruik. Afhankelijk van de uitslag van het vorderingenonderzoek – «geschikt» of «ongeschikt» – volgt respectievelijk het opleggen van een EMA-cursus of een ongeldigverklaring van het rijbewijs, die beiden tot doel hebben recidive van rijden onder invloed te voorkomen.

In 2018 is toegezegd de grens voor het vorderingenonderzoek alcohol2 te verlagen van 1,8 ‰ naar 1,3‰. Ten tijde van het besluit om de grens te verlagen is uitgegaan van een stijging van het aantal bestuurders dat «geschikt» uit het vorderingenonderzoek zou komen bij een dergelijke verlaging van de grens voor het vorderingenonderzoek, van 20% naar 40% van het totale aantal bestuurders dat een dergelijk vorderingenonderzoek ondergaat. Nadat ik de opdracht gaf aan het CBR deze maatregel te implementeren heeft het CBR nogmaals een check uitgevoerd waaruit bleek dat begin 2020 al 40% van de bestuurders die naar het vorderingenonderzoek alcohol gaan «geschikt» is verklaard bij het huidige promillage van 1,8 promille. Daarnaast is in juli 2020 een nieuwe richtlijn voor onderzoek naar alcoholmisbruik in het kader van rijgeschiktheidskeuringen ingevoerd door de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVVP). De invloed van deze nieuwe richtlijn op het percentage bestuurders dat geschikt uit het vorderingenonderzoek komt is nog niet duidelijk. Ik heb het CBR gevraagd nader onderzoek te doen naar de gevolgen van de twee geschetste ontwikkelingen voor de effectiviteit van deze beoogde maatregel. Op basis van dit nader onderzoek neem ik medio 2021 een besluit over het wel of niet verder implementeren van de verlaging van de grens voor het onderzoek alcohol.

WODC-rapport Recidive na het CBR-onderzoek alcohol

Het WODC heeft de afgelopen jaren gekeken naar de recidive van deelnemers aan bestuursrechtelijke maatregelen. In 2020 heeft het WODC onderzoek gedaan naar het effect van het vorderingenonderzoek alcohol (zie bijlage) op de recidivekans van deelnemers. Daarbij worden bestuurders die deelnamen aan het vorderingenonderzoek alcohol in 2015 vergeleken met bestuurders die alleen volgens het strafrecht zijn berecht. Voor de bestuurders die «geschikt» zijn bevonden (en daarna een EMA-cursus moeten volgen) is de kans op rijden onder invloed-recidive na twee jaar 4 procentpunt lager dan van de bestuurders die enkel volgens het strafrecht zijn berecht (7% versus 11%). Van de bestuurders die «ongeschikt» zijn bevonden en van wie het rijbewijs ongeldig is verklaard, recidiveert nog 6% tegenover 12% die enkel volgens het strafrecht zijn berecht. Opvallend is dat 6% van de bestuurders van wie het rijbewijs ongeldig is verklaard opnieuw binnen 2 jaar rijdt onder invloed. Volgens het WODC lijkt deelname aan het vorderingenonderzoek alcohol een bijdrage te leveren aan het voorkomen van rijden onder invloed van alcohol.

Tot slot

Gezien al het bovenstaande, blijft onverminderd aandacht nodig voor de handhaving op en preventie van rijden onder invloed van alcohol. Dit doe ik samen met de Minister van Justitie en Veiligheid onder meer met de BOB-campagne en de wetsvoorstellen Verbetering aanpak rijden onder invloed en Alcoholmeter (waarmee de landelijke invoering van de Alcoholmeter mogelijk wordt gemaakt) die in voorbereiding zijn.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  2. Kamerstuk 29 398, nr. 588↩︎