Antwoord op vragen van het lid Van der Staaij over het bericht ‘Zonder kleding voor de klas in nieuw NPO-Zappprogramma’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2021D10592, datum: 2021-03-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-2068).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Mede namens: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z04287:
- Gericht aan: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Gericht aan: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2068
Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de Ministers voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Justitie en Veiligheid over het bericht «Zonder kleding voor de klas in nieuw NPO-Zappprogramma» (ingezonden 8 maart 2021).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media), mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 19 maart 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Zonder kleding voor de klas in nieuw NPO-Zappprogramma»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Wat is uw oordeel over het programma van NPO Zapp waarin kinderen van de basisschool geconfronteerd worden met poedelnaakte wildvreemden in de klas? Deelt u de opvatting dat dit pedagogisch onverantwoord is en dat het risicovol is om op deze wijze de moeite te doorbreken die kinderen ervaren met het kijken naar blote mensen?
Onderkent u dat dit programma een contraproductief signaal is in het kader van de politieke en maatschappelijke inspanningen om ongewenste intimiteiten tegen te gaan en de positie van minderjarigen sterker te beschermen? Deelt u de mening dat het programma volstrekt overbodig is om leerlingen een realistische kijk op het menselijk lichaam te geven en dat daarvoor allerlei andere respectvolle mogelijkheden bestaan?
Antwoord 2, 3
Vanuit mijn positie als Minister voor media is het niet aan mij om de inhoud van programma’s te beoordelen. Dat past bij de (grond)wettelijke vrijheid van meningsuiting en onafhankelijkheid van de media. Die onafhankelijkheid van de publieke omroep is een groot goed. De NTR, net als alle andere omroepen, maakt daarbij in alle vrijheid zelf zijn afwegingen en keuzes op welke wijze de NTR dat doet.
Ik heb begrepen dat bij de samenstelling van zijn educatieve programmering de NTR samen werkt met educatieve instellingen en deskundigen op educatief-pedagogisch terrein, in dit geval het Rutgers, Kenniscentrum Seksualiteit (hierna: het Rutgers). Bij de totstandkoming van het programma is gebruik gemaakt van de kennis en adviezen van het Rutgers, met name als het gaat om de vraag of het programma aansluit bij de ontwikkeling van kinderen van 9–12 jaar. Zo heeft het Rutgers onder meer meegedacht over de thema’s en het script. Uiteindelijk zijn het de ouders en verzorgers, of de leraar in geval van vertoning in een klas, zelf die bepalen waar hun kinderen naar mogen kijken. Het is niet aan mij als Minister van media om daar een oordeel over te geven. Indien er klachten zijn over een programma van de publieke omroep kan met bij diverse instanties terecht. Zo kan bij het NICAM een klacht ingediend worden wanneer iemand vindt dat een specifiek programma schadelijk is voor jongeren onder de 16 jaar. Voor klachten over journalistieke producties van de publieke omroep kan iemand terecht bij de NPO Ombudsman.2
Vraag 4
Bent u ook van mening dat dit programma volgens algemeen geldende opvattingen niet geschikt is voor vertoning aan personen jonger dan twaalf jaar? Kunt u aangeven wat het oordeel van de Kijkwijzer is over dit programma en bent u bereid hierover in contact te treden met het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)? Waarom is bij de trailer geen classificatie vermeld om een ongewenste confrontatie met bloot te voorkomen?
Antwoord 4
Zoals aangegeven is het niet aan mij als Minister van media om een oordeel te geven over de inhoud van een programma. De NTR heeft mij laten dat vooraf contact gezocht is met het NICAM en is een aflevering van de Deense versie van de serie en een aflevering van de Nederlandse versie van de serie voorgelegd aan het NICAM. Het NICAM heeft mij bevestigd dat op basis van beide afleveringen het NICAM heeft vastgesteld dat de beelden geen schadelijke elementen bevatten, en daarmee de classificatie «Alle Leeftijden» krijgen. De Kijkwijzer-classificatie «Alle Leeftijden» wil zeggen dat het programma geen schadelijke elementen bevat zoals geweld, seks, discriminatie, grof taalgebruik of angstaanjagende beelden. Dit betekent echter niet dat een televisieprogramma of film ook zonder meer geschikt is voor kinderen van alle leeftijden. Kijkwijzer waarschuwt alleen voor mogelijke schadelijke beelden in televisieprogramma’s of films. Uiteindelijk bepalen ouders en verzorgers zelf waar hun kinderen naar mogen kijken of de leraar in geval van vertoning in een klas.
Verder is van het programma geen trailer uitgezonden. Er was een fragment van het programma te zien in een aflevering van het NOS Jeugdjournaal. Zowel aan het begin van deze aflevering van het NOS Jeugdjournaal als aan het begin van het specifieke item over het programma «Gewoon Bloot» binnen dat NOS Jeugdjournaal, wordt de kijker er duidelijk op gewezen dat er beelden van blote mensen getoond zullen gaan worden. De NTR heeft mij laten weten dat aan het begin van iedere uitzending een waarschuwende tekst zal verschijnen met de boodschap dat er beelden van blote mensen te zien zullen zijn. Ter ondersteuning van het programma heeft de NTR een website3 met vragen en antwoorden opgezet.
Vraag 5
Hebben alle ouders van deze kinderen toestemming gegeven voor de deelname van hun kinderen aan het programma en was de informatievoorziening vooraf adequaat? Zo ja, hoe oordeelt u over uitspraken van leerlingen dat zij zich desondanks erg ongemakkelijk voelden? Zo nee, welke consequenties verbindt u hieraan?
Antwoord 5
Alle ouders van deze kinderen, en de kinderen zelf, hebben volgens de NTR toestemming gegeven voor deelname van hun kinderen aan de opnames van het programma. De ouders en kinderen zijn uitvoerig ingelicht over de opzet en doelstelling van het programma waarbij ook de kennis en adviezen van het Rutgers zijn betrokken.
De betreffende uitspraken van leerlingen zijn gedaan in een item van het NOS Jeugdjournaal waarin verslag wordt gedaan van een (voor)vertoning van een aflevering van dit programma aan groep 8 van een basisschool. Dit zijn geen kinderen die hebben deelgenomen aan de opnames van het programma. Volgens de NTR is er door de kinderen van de opnames juist erg enthousiast gereageerd op de opnames. In het betreffende item van het NOS Jeugdjournaal geven enkele leerlingen aan zich ongemakkelijk te hebben gevoeld, maar zijn er ook kinderen die aangeven het normaal te vinden. Scholen en leraren zijn vrij om te bepalen welk lesmateriaal zij inzetten in de klas. Het gaat er uiteindelijk om dat de leraar in de klas het goede gesprek aan gaat met de leerlingen over dit onderwerp en recht doet aan de gevoelens die dit bij kinderen op kan roepen.
Vraag 6
Heeft de Arbeidsinspectie op grond van de Arbeidstijdenwet een ontheffing verleend van het verbod op kinderarbeid voor de deelname van deze kinderen aan het programma? Welke rol speelt het belang van de zedelijke ontwikkeling van het kind hierin?
Antwoord 6
Ja, conform het bepaalde in de Beleidsregel ontheffing verbod op kinderarbeid 2016 heeft de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontheffing verleend. De Inspectie toetst de ontheffing aan de voorwaarden van deze Beleidsregel, die onder meer ziet op de bescherming van kinderen, die bij wijze van uitzondering op het verbod op kinderarbeid mogen deelnemen aan audio-visuele opnamen.
Vraag 7
In hoeverre kwalificeert u de confrontatie van kinderen met poedelnaakte wildvreemden als schennis van de eerbaarheid (art. 239 Sr) op grond van de jurisprudentie, waarin aan de orde komt dat het gaat om zeer hinderlijke feiten die bij jonge kinderen sterke gevoelens van angst op kunnen wekken?4 Hoe weegt u daarbij dat de makers van het programma naar eigen zeggen bewust de situatie willen doorbreken dat kinderen het moeilijk vinden om naar blote mensen te kijken?5 Wat is het verschil is tussen het tonen van geslachtsdelen tijdens een televisieopname voor kinderen en het tonen van geslachtsdelen in een speeltuin?
Antwoord 7
Iemand maakt zich schuldig aan schennis van de eerbaarheid wanneer hij of zij handelt in strijd met de hier te lande heersende opvattingen omtrent zedelijk gedrag».6 Iemand die zomaar zijn/haar geslachtsdeel in een speeltuin toont, stelt het aldaar aanwezige publiek dus bloot aan een ongevraagde en ongewenste seksueel getinte confrontatie. In het programma waar het om gaat, is geen sprake van een dergelijke gedraging. Het programma is volgens de NTR in een beschermde en veilige studio-omgeving in alle zorgvuldigheid geproduceerd en afgestemd met Rutgers, Kenniscentrum Seksualiteit. Daarbij is mij verzekerd dat de deelnemende kinderen voor, tijdens en na de opnames uitgebreid geïnformeerd en begeleid zijn. Zo is volgens de programmamakers aan de kinderen steeds duidelijk gezegd dat het niet oké is om je blote lichaam zomaar aan iemand te laten zien of als iemand dat zo maar aan jou laat zien. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 5 heb aangegeven, hebben alle ouders van de betrokken kinderen toestemming verleend voor deelname aan de opnames van het programma.
Vraag 8
Bent u bereid een appél te doen op de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) om van uitzending af te zien en om in gesprek te gaan over het ontwikkelen van een ethische richtlijn als het gaat om deze onderwerpen? Wilt u deze vragen beantwoorden voor de vertoning van de serie op de publieke omroep?
Antwoord 8
De verantwoordelijkheid voor wat de publieke omroep uitzendt ligt bij de NPO en de omroepen zelf. De Grondwet en de Mediawet 2008 verbieden toezicht vooraf op programma’s. Het past dan ook niet dat de overheid een appél doet op de NPO of de omroepen om van uitzending af te zien.
https://www.tipsenweetjes.nl/overig/zonder-kleding-voor-klas-nieuw-programma/↩︎
Zie voor meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/media-en-publieke-omroep/vraag-en-antwoord/waar-kan-ik-een-klacht-indienen-over-een-programma-op-de-televisie-tv-of-de-radio↩︎
Zie voor deze website: https://ntr.nl/site/nieuws/Kinderen-ontdekken-de-naakte-waarheid-in-GEWOON-BLOOT/509/↩︎
Zie onder meer Rechtbank Oost-Nederland, 25 maart 2013, ECLI:NL:RBONE:2013:BZ5731; Rechtbank Oost-Nederland, 25 maart 2013, ECLI:NL:RBONE:2013:BZ5755 en Rechtbank Oost-Nederland, 25 maart 2013, ECLI:NL:RBONE:2013:BZ5766.↩︎
Jeugdjournaal, 4 maart 2021 https://jeugdjournaal.nl/artikel/2371223-nieuw-kinderprogramma-over-blote-mensen.html↩︎
Artikel 239 Sr richt zich in de eerste plaats tegen ongevraagde en ongewenste seksueel getinte confrontatie met het menselijk lichaam of delen daarvan (HR 17-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:2027).↩︎