[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over de verminderde vaccinlevering door AstraZeneca (Kamerstuk 25295-941)

Infectieziektenbestrijding

Verslag van een schriftelijk overleg

Nummer: 2021D10721, datum: 2021-03-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25295-1065).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 25295 -1065 Infectieziektenbestrijding.

Onderdeel van zaak 2021Z04839:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1065 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 24 maart 2021

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 26 januari over de verminderde vaccinlevering door AstraZeneca (Kamerstuk 25 295, nr. 941).

De vragen en opmerkingen zijn op 19 februari 2021 aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 23 maart 2021 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie,
Lodders

De adjunct-griffier van de commissie,
Krijger

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

AstraZeneca heeft laten weten dat alle inspanningen erop gericht zijn om vanaf de maand maart 2021 de te leveren hoeveelheden zo hoog mogelijk te laten zijn. De leden van de CDA-fractie vragen wat daarin momenteel de stand van zaken is. Kan het kabinet aangeven hoeveel vaccins wanneer geleverd worden?

De leden van de CDA-fractie hebben een aantal vragen over de Europese vaccin inkoop. Deze leden hebben kennisgenomen van verschillende publicaties van Halix B.V. in Leiden en de Europese vaccininkoop. Halix B.V. in Leiden maakt de vaccins van AstraZeneca waarmee tot nu toe meer dan 10 miljoen Britten zijn gevaccineerd. Genoemde leden zouden als eerste graag vernemen welke overleggen er geweest zijn met Halix B.V. en welk standpunt het kabinet daarin heeft ingenomen. Voorts vragen deze leden welke afspraken er gemaakt zijn over de beschikbare vaccins.

De leden van de CDA-fractie vragen vervolgens op welke wijze het contact en het contract van de Nederlandse regering met Halix B.V. is overgedragen aan de Europese Commissie, toen de Europese Commissie vanaf juni 2020 centraal de inkoop van vaccins voor de hele Europese Unie ging regelen. Op welk moment heeft de Nederlandse regering aan de Europese Commissie meegedeeld dat Halix B.V. in Nederland vaccins aan het produceren was?

De leden van de CDA-fractie constateren dat recentelijk de nieuwe regeling is ingegaan dat door landen exportvergunningen moeten worden afgegeven voor de export van vaccins. Dat vereist echter natuurlijk inzicht in de vraag hoeveel vaccins er werkelijk in Nederland geproduceerd zijn en worden. Heeft het kabinet per maand en per fabrikant (Halix B.V., Janssen Biologics B.V. en wellicht anderen) inzicht in de vraag hoeveel vaccins daar het afgelopen jaar geproduceerd zijn en hoeveel vaccins daar nu wekelijks geproduceerd zijn? Indien dat niet zo is, hoe gaat het kabinet dan zo spoedig mogelijk dat inzicht krijgen? Verder vragen deze leden of er vergunningen met betrekking tot de export van vaccins zijn afgegeven en welke dat zijn. Deze leden zouden hierbij willen vernemen de datum van de vergunning, hoeveel vergunningen zijn afgegeven en waarnaar er geëxporteerd is.

De leden van de CDA-fractie vragen tenslotte welke rol de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de douane spelen in het controleren en handhaven van het EU-exportmechanisme.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de Minister van VWS betreffende de verminderde vaccinlevering door AstraZeneca. Het kabinet geeft aan dat «het onacceptabel is om op deze korte termijn met dergelijke ingrijpende wijzigingen in de leveringsschema’s te komen en dat oplossingen noodzakelijk zijn.» Genoemde leden vragen daarom of overwogen is de Minister van Economische Zaken en Klimaat een dwanglicentie af te laten geven inzake het AstraZeneca vaccin. Zo nee, waarom niet?

Tenslotte vragen de leden van de GroenLinks-fractie om het kabinetsstandpunt inzake de constatering van de voorzitter van de Europese Raad, de heer Charles Michel, dat de EU «urgente maatregelen» kan nemen door een beroep te doen op een noodbepaling in de EU-verdragen als reactie op een tekort aan aanbod?1 Zou het kabinet voorstander zijn van het gebruik van de bevoegdheden in artikel 122 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie2 te gebruiken door een dwanglicentie in te zetten? Als dat niet op dit moment aan de orde is, zou het kabinet hier dan voorstander van zijn indien een vergelijkbare situatie zich in de toekomst zou voordoen?

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

Vraag 1

AstraZeneca heeft laten weten dat alle inspanningen erop gericht zijn om vanaf de maand maart 2021 de te leveren hoeveelheden zo hoog mogelijk te laten zijn. De leden van de CDA-fractie vragen wat daarin momenteel de stand van zaken is. Kan het kabinet aangeven hoeveel vaccins wanneer geleverd worden?

Antwoord 1

Het kabinet communiceert verwachte leveringen aan de kamer met elke stand van zakenbrief Covid-19, meest recentelijk op 8 maart 2021 (Kamerstuk 25 295, nr. 1032). De meest recente verwachtingen voor AstraZeneca zijn als volgt:

week 12 40.800

week 13 388.548

week 14 100.170

week 15 94.156

week 16 156.372

week 17 446.567

Vraag 2

De leden van de CDA-fractie hebben een aantal vragen over de Europese vaccin inkoop. Deze leden hebben kennisgenomen van verschillende publicaties van Halix B.V. in Leiden en de Europese vaccininkoop. Halix B.V. in Leiden maakt de vaccins van AstraZeneca waarmee tot nu toe meer dan 10 miljoen Britten zijn gevaccineerd. Genoemde leden zouden als eerste graag vernemen welke overleggen er geweest zijn met Halix B.V. en welk standpunt het kabinet daarin heeft ingenomen. Voorts vragen deze leden welke afspraken er gemaakt zijn over de beschikbare vaccins.

Antwoord 2

Het kabinet zet sinds april vorig jaar alles op alles om waar mogelijk een impuls te geven aan het ontwikkelen van vaccins en ook het versnellen of vergroten van de productie. In dat kader is ook gesproken met Halix, toen als lid van het consortium rond het kandidaat-vaccin van de Universiteit van Oxford. Op 4 mei jl. is er mede op verzoek van Halix verkennend gesproken over het mogelijk investeren in het schalen van productiecapaciteit. Daarbij is Halix uitgenodigd om met een concreet voorstel te komen, ter nadere beoordeling. Ook is daarbij aangeboden mee te denken, mochten er overige belemmeringen zijn. Halix gaf aan dat op dat moment geen andere vragen te hebben. Het verzoek tot financiële steun bleek kort na de afspraak niet meer nodig, omdat vanuit het consortium met meerdere bedrijven zelf in voldoende middelen werd voorzien. Een concreet voorstel is daarna dus niet a de orde geweest. Op 28 mei jl. is wederom contact geweest met Halix waarbij met bovengenoemde nogmaals is bevestigd.

De Nederlandse aankoopstrategie in algemene zin is gericht op overeenkomsten met producenten voor de levering van vaccins. De productie daarvan moet bij voorkeur binnen de EU plaatsvinden. Het organiseren van de productieketen is echter primair de verantwoordelijkheid voor de producent.

Dit was het uitgangspunt van de Inclusieve Vaccin Alliantie met Duitsland, Frankrijk, Italië en Nederland, alsook in de opvolgende samenwerking met de Europese Commissie via het Joint Negotiation Team. Op 13 juni jl. zijn er door de vier landen afspraken over 400 miljoen dosis van het Oxford-vaccin gemaakt via de overeenkomst met AstraZeneca, die later is overgenomen door de Europese Commissie.

Vraag 3

De leden van de CDA-fractie vragen vervolgens op welke wijze het contact en het contract van de Nederlandse regering met Halix B.V. is overgedragen aan de Europese Commissie, toen de Europese Commissie vanaf juni 2020 centraal de inkoop van vaccins voor de hele Europese Unie ging regelen. Op welk moment heeft de Nederlandse regering aan de Europese Commissie meegedeeld dat Halix B.V. in Nederland vaccins aan het produceren was?

Antwoord 3

Ik verwijs hierbij mede naar mijn antwoord op uw vorige vraag. Het kabinet heeft geen contract gesloten met Halix noch overgedragen aan de Europese Commissie. Afspraken over het Oxford-vaccin verliepen via AstraZeneca, welke zelf overeenkomsten heeft met CMO’s (contract manufacturing organisations). Overigens zijn de leden van het Joint Negotiation Team en de Europese Commissie op de hoogte van de samenwerking tussen Halix en AstraZeneca.

Vraag 4

De leden van de CDA-fractie constateren dat recentelijk de nieuwe regeling is ingegaan dat door landen exportvergunningen moeten worden afgegeven voor de export van vaccins. Dat vereist echter natuurlijk inzicht in de vraag hoeveel vaccins er werkelijk in Nederland geproduceerd zijn en worden. Heeft het kabinet per maand en per fabrikant (Halix B.V., Janssen Biologics B.V. en wellicht anderen) inzicht in de vraag hoeveel vaccins daar het afgelopen jaar geproduceerd zijn en hoeveel vaccins daar nu wekelijks geproduceerd zijn? Indien dat niet zo is, hoe gaat het kabinet dan zo spoedig mogelijk dat inzicht krijgen? Verder vragen deze leden of er vergunningen met betrekking tot de export van vaccins zijn afgegeven en welke dat zijn. Deze leden zouden hierbij willen vernemen de datum van de vergunning, hoeveel vergunningen zijn afgegeven en waarnaar er geëxporteerd is.

Antwoord 4

Het exportmechanisme dat recentelijk is ingegaan heeft tot doel om aard en volume van de export van vaccinfabrikanten beter in beeld te brengen. Veelal is voor de productie van vaccins een wereldwijd productienetwerk noodzakelijk, waarbij er diverse goederenstromen zijn tussen landen en continenten. Met de exportverordening wordt beoogd meer inzicht en transparantie te verkrijgen in het totale proces van levering van vaccins, zowel van gebruikte materialen als half- en eindfabricaten. De uitkomsten van de exportcontroles zijn echter vertrouwelijk van aard waardoor hier geen nader inzicht in gegeven kan worden. Tot op heden zijn er echter nog geen verzoeken ingediend voor de export van vaccins vanuit Nederland. Alleen voor onderzoekssamples.

Vraag 5

De leden van de CDA-fractie vragen tenslotte welke rol de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de douane spelen in het controleren en handhaven van het EU-exportmechanisme.

Antwoord 5

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is door Nederland aangewezen als de bevoegde autoriteit voor het uitvoeren van de controles en beoordeling zoals omschreven in de EU-verordening omtrent exportlicenties. De douane voert de daadwerkelijke exportcontroles uit in nauw contact met de IGJ.

Vraag 1

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de Minister van VWS betreffende de verminderde vaccinlevering door AstraZeneca. Het kabinet geeft aan dat «het onacceptabel is om op deze korte termijn met dergelijke ingrijpende wijzigingen in de leveringsschema’s te komen en dat oplossingen noodzakelijk zijn.» Genoemde leden vragen daarom of overwogen is de Minister van Economische Zaken en Klimaat een dwanglicentie af te laten geven inzake het AstraZeneca vaccin. Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1

Het instrument dwanglicenties is, met toepassing van een zorgvuldig afwegingskader, een optie die het kabinet openhoudt. Een dwanglicentie komt echter pas in beeld als de octrooihouder niet bereid is de licentie onder redelijke voorwaarden vrijwillig te verlenen, andere instrumenten niet helpen, inzet van de dwanglicentie proportioneel is richting octrooihouder en daadwerkelijk kan leiden tot beschikbaarheid van een vaccin. Het kabinet heeft op dit moment niet de overtuiging dat het afgeven van dwanglicenties op korte termijn kan bijdragen aan het vergroten van de productie.

Vraag 2

Tenslotte vragen de leden van de GroenLinks-fractie om het kabinetsstandpunt inzake de constatering van de voorzitter van de Europese Raad, de heer Charles Michel, dat de EU «urgente maatregelen» kan nemen door een beroep te doen op een noodbepaling in de EU-verdragen als reactie op een tekort aan aanbod?3 Zou het kabinet voorstander zijn van het gebruik van de bevoegdheden in artikel 122 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie4 te gebruiken door een dwanglicentie in te zetten? Als dat niet op dit moment aan de orde is, zou het kabinet hier dan voorstander van zijn indien een vergelijkbare situatie zich in de toekomst zou voordoen?

Antwoord 2

Het antwoord op deze vraag is in lijn met dat op de voorgaande vraag. Het kabinet is van mening dat een dwanglicentie in beeld komt als de octrooihouder niet bereid is de licentie onder redelijke voorwaarden vrijwillig te verlenen, andere instrumenten niet helpen, inzet van de dwanglicentie proportioneel is richting octrooihouder en daadwerkelijk zal leiden tot beschikbaarheid van een vaccin. Het kabinet heeft geen indicatie dat een dergelijke situatie zich nu voordoet.


  1. Politico, 18 februari 2021, «Europe hints at patent grab from Big Pharma» https://www.politico.eu/article/europe-patent-grab-big-pharma/↩︎

  2. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Rome, 25 maart 1957↩︎

  3. Politico, 18 februari 2021, «Europe hints at patent grab from Big Pharma» https://www.politico.eu/article/europe-patent-grab-big-pharma/↩︎

  4. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Rome, 25 maart 1957↩︎