[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (Zesde incidentele suppletoire begroting inzake voucherkredietfaciliteit en uitvoeringskosten RVO TOGS)

Memorie van toelichting

Nummer: 2021D11856, datum: 2021-04-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35792-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35792 -2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (Zesde incidentele suppletoire begroting inzake voucherkredietfaciliteit en uitvoeringskosten RVO TOGS).

Onderdeel van zaak 2021Z05360:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 792 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (Zesde incidentele suppletoire begroting inzake voucherkredietfaciliteit en uitvoeringskosten RVO TOGS)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze zesde incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk zijn, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Voor de indiening van deze zesde incidentele suppletoire begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd via de Kamerbrief Voucherkredietfaciliteit van 2 april 2021 en de Kamerbrief Noodpakket banen en economie van 17 maart 2020 (Kamerstuk 35 420, nr. 2).

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
B. van ’t Wout

B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. Leeswijzer

Ondergrenzen toelichtingen

Voor wat betreft het toelichten van significanteverschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1.000 5 10
=> 1.000 10 20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

2. Beleidsartikelen

2.1 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

VERPLICHTINGEN 13.039.299 401.000 13.440.299 0 0 0 0
Waarvan garantieverplichtingen 4.335.000 4.335.000
Waarvan overige verplichtingen 8.704.299 401.000 9.105.299
UITGAVEN 8.780.396 401.000 9.181.396 0 0 0 0
Waarvan juridisch verplicht 34% 34%
Subsidies (regelingen) 7.459.235 0 7.459.235 0 0 0 0
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) 41.217 41.217
Eurostars 18.000 18.000
Bevorderen Ondernemerschap 16.590 16.590
Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG 25.590 25.590
Bijdrage aan ROM's 7.330 7.330
Verduurzaming industrie 36.264 36.264
Startup-beleid 18.300 18.300
Urgendamaatregelen industrie 59.500 59.500
Invest-NL 10.582 10.582
Noodloket (TOGS) 1.600 1.600
Qredits 70.000 70.000
Tegemoetkoming vaste lasten 6.562.000 6.562.000
Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch Nederland 19.300 19.300
Tegemoetkoming Starters 180.000 180.000
Omscholing naar tekortsectoren 37.500 37.500
Steunmaatregel mobiliteitscluster 30.000 30.000
TRSEC 325.000 325.000
Overige subsidies 462 462
Leningen 160.000 400.000 560.000 0 0 0 0
Bedrijfssteun 160.000 400.000 560.000
Garanties 307.740 0 307.740 0 0 0 0
BMKB 37.523 37.523
Groeifaciliteit 8.472 8.472
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) 11.745 11.745
Garantie Ondernemingsfinanciering (Corona) 250.000 250.000
Opdrachten 10.998 0 10.998 0 0 0 0
Onderzoek en opdrachten 3.766 3.766
Caribisch Nederland 1.296 1.296
Regeldruk 2.271 2.271
Regiekosten regionale functie 665 665
Small Business Innovation Research 3.000 3.000
Bijdrage aan agentschappen 111.599 1.000 112.599 0 0 0 0
Bijdrage RVO.nl 111.068 1.000 112.068
Bijdrage Agentschap Telecom 531 531
Bijdrage aan ZBO's/RWT’s 326.810 0 326.810 0 0 0 0
Bijdrage aan TNO 177.836 177.836
Kamer van Koophandel 123.498 123.498
Bijdrage aan NWO-TTW 25.476 25.476
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 402.864 0 402.864 0 0 0 0
Internationaal Innoveren 51.986 51.986
PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag) 166.411 166.411
TO2 (Deltares, MARIN en NLR) 59.682 59.682
Topsectoren overig 15.793 15.793
Ruimtevaart (ESA) 72.104 72.104
Bijdrage NBTC 9.239 9.239
Bijdragen organisaties 5.649 5.649
Economische ontwikkeling en technologie 10.000 10.000
EU-cofinanciering JTF 12.000 12.000
Storting begrotingsreserve 1.150 0 1.150 0 0 0 0
Storting reserve BMKB 1.150 1.150
ONTVANGSTEN 153.738 0 153.738 50.000 66.700 66.700 66.700
BMKB 33.000 33.000
Groeifaciliteit 8.000 8.000
Garantie Ondernemings-financiering (GO) 13.000 13.000
Luchtvaartkrediet-regeling 5.912 5.912
Rijksoctrooiwet 37.887 37.887
Eurostars 5.094 5.094
F-35 8.000 8.000
Bedrijfssteun 40.000 40.000 50.000 66.700 66.700 66.700
Diverse ontvangsten 2.845 2.845
1 Kamerstuk 677, nr. 1 en 2, Kamerstuk 685, nr. 1 en 2, Kamerstuk 723, nr. 1 en 2, Kamerstuk 747, nr. 1 en 2 en Kamerstuk 780, nr. 1 en 2.

Toelichting

In deze incidentele suppletoire begroting wordt het parlement om autorisatie verzocht voor het aangaan van verplichtingen en doen van uitgaven zoals vermeld in de Kamerbrief Voucherkredietfaciliteitvan 2 april 2021 met betrekking tot een faciliteit van maximaal € 400 mln aan het garantiefonds SGR voor de verstrekking van liquiditeitsleningen (voucherkredieten) aan reisorganisaties en de Kamerbrief Noodpakket banen en economie van 17 maart 2020 (Kamerstuk 35 420, nr. 2) met betrekking tot de uitvoeringskosten van RVO voor de regeling Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS).

Verplichtingen en uitgaven

Leningen

Voucherkredietfaciliteit reissector

Het kabinet stelt een faciliteit van maximaal € 400 mln aan het garantiefonds SGR beschikbaar voor de verstrekking van liquiditeitsleningen (voucherkredieten) aan reisorganisaties, die tijdelijk onvoldoende middelen hebben om vouchers terug te betalen aan consumenten. Voorwaarde is dat de reisorganisaties deze middelen alleen kunnen inzetten voor het uitbetalen van verstrekte vouchers voor pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen. Het betreft vouchers die zijn afgegeven van 12 maart t/m 31 december 2020, onder de garantieregeling van SGR. Het maximaal te financieren bedrag per onderneming is 80% van de waarde van de aan de consument terug te betalen vouchers. Het krediet dat een reisonderneming kan aangaan is gemaximeerd op € 50 mln.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage RVO.nl

Voor de regeling Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS) worden in 2021 bezwaar- en beroepschriften afgehandeld en wordt een steekproef onder bedrijven uitgevoerd. De kosten hiervan worden geraamd op € 1,0 mln.

Ontvangsten

De aflossing op de voucherkredietfaciliteit zal in tranches plaatsvinden in de periode 2022 tot en met 2028. De raming van de ontvangsten is gebaseerd op de huidige inzichten bij een volledige benutting van de faciliteit. Afhankelijk van de daadwerkelijke benutting van de voucherkredietfaciliteit en de afloscapaciteit van de reisorganisaties zal de raming worden geactualiseerd.

Het kabinet monitort voortdurend hoe het pakket van generieke crisismaatregelen voor diverse economische actoren uitwerkt en of het pakket nog adequaat is. Als de uitgaven hoger uitvallen dan de huidige ramingen dan zal dit generaal worden gecompenseerd. Bij onderuitputting na definitieve beëindiging van de crisismaatregelen vloeien de middelen terug naar het algemene beeld.