Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2020-2021

31 066 Belastingdienst

Nr. 806 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 april 2021

De uitbetaling van het forfaitaire bedrag van 30.000 euro in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag is voor veel gedupeerde ouders een belangrijke stap naar herstel. Een deel van deze gedupeerde ouders heeft of had echter problematische schulden, die mede zijn veroorzaakt of verergerd door de problemen rond de kinderopvangtoeslag. Om ervoor te zorgen dat gedupeerde ouders na de herstelbetaling een nieuwe start kunnen maken, heb ik diverse maatregelen aangekondigd, waaronder kwijtschelding van belastingschulden en toeslagschulden.¹ Op basis van dit kabinetsbesluit hebben inmiddels publieke schuldeisers, en ook gemeenten en waterschappen (onder voorwaarden) toegezegd bij hen openstaande schulden kwijt te schelden².

De afgelopen periode is in samenwerking met de publieke schuldeisers en de verantwoordelijke departementen het kwijtschelden van publieke schulden verder uitgewerkt. Voor een nieuwe start is ook een oplossing voor private schulden nodig. Het door de leden van uw Kamer Lodders en Van Weyenberg ingediende amendement (Kamerstuk 35 704, nr. 4), dat ziet op het inrichten van een moratorium voor de ouders die 30.000 euro ontvangen, is inmiddels in werking getreden waardoor de invordering van publieke en private schulden wordt gepauzeerd en zo rust en ruimte komt om te zoeken naar een oplossing voor de ouders en de schuldeisers. De gesprekken met private schuldeisers over het oplossen van schulden lopen nog. Gezamenlijk wordt daarbij gezocht naar een oplossing voor de totale schuldenproblematiek. Zodra hier meer over bekend is, informeer ik uw Kamer hierover.

Van gedupeerde ouders die recht hebben op het forfaitaire bedrag van 30.000 euro worden publieke schulden kwijtgescholden. Gedupeerde ouders kunnen echter pas écht een nieuwe start maken als hun partner, die mogelijk ook kampt met (problematische) schulden, niet met deze schulden blijft zitten. Daarom is ervoor gekozen ook de schulden van de partner kwijt te schelden. Als partner wordt aangemerkt degene die op 31 december 2020 de toeslagpartner van de ouder was.

Vandaag ontvangt uw Kamer ook de zesde voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag (VGR) (Kamerstuk 31 066, nr. 805), waarin u over de beleidsmatige aspecten rondom kwijtschelding verder wordt geïnformeerd.

Budgettaire consequenties

De uitgaven en de derving van inkomsten relevant voor het uitgavenplafond door kwijtschelding door publieke schuldeisers en mede-overheden worden generaal verwerkt op basis van nacalculatie (werkelijke kosten). Met deze brief ontvangt u ook de incidentele suppletoire begrotingen waarin de budgettaire consequenties van het kwijtschelden van de publieke schulden zijn opgenomen per departement.

Hiernaast resulteert het kwijtschelden van de relevante belastingschulden van toeslagengedupeerden in een inkomstenderving op de begroting van Financiën van cumulatief € 83,5 mln. In 2021 wordt daarom een kadercorrectie binnen het inkomstenkader toegepast. Hier wordt ook de zorgtoeslagderving van € 6,5 mln. in opgenomen. De inkomstenderving loopt in eerste instantie in het EMU-saldo waarbij tijdens de formatie of in augustus nog kan worden besloten om het bedrag te dekken.

Doordat de kosten afhangen van het uiteindelijke aantal ouders dat recht heeft op de herstelregelingen en er geen volledig overzicht is van de publieke schulden van gedupeerde ouders en hun partners, zijn deze kosten nog onzeker. Een overzicht van de verwachte budgettaire consequenties is opgenomen in tabel 1.

Financiën	Belastingschulden	25	83
SZW	Kinderopvangtoeslag	81
SZW	Kindgebonden budget	15
VWS	Zorgtoeslag		7
BZK	Huurtoeslag	25
BZK	Gemeenten en waterschappen	230
OCW	DUO	253
JenV	CJIB	17
JenV	LBIO	2
SZW	UWV/SVB	3
VWS	CAK en SVB	17
	Subtotaal	668	90
	Reeds gereserveerd	– 58
	Totaal	610	90

Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Omdat het kabinet, als onderdeel van de Toeslagenherstelactie, de publieke schulden van de gedupeerden zo snel mogelijk wil kwijtschelden zodat gedupeerden met een schone lei verder kunnen, acht de regering het wenselijk en in het belang van het Rijk om – vooruitlopend op formele autorisatie door beide Kamers – uitvoering te geven aan het besluit tot kwijtschelding en de incidentele suppletoire begrotingen. Met het voorgaande wordt gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

Mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister voor Rechtsbescherming, de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst

De Staatssecretaris van Financiën,
A.C. van Huffelen

---

1. Kamerstuk 31 066, nr. 773.↩︎

2. Schulden die voortvloeien uit ernstig misbruik, nalatigheid of strafbare feiten worden niet kwijtgescholden.↩︎