Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2020-2021

31 066 Belastingdienst

Nr. 813 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 april 2021

Binnen de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) wordt hard gewerkt aan de uitvoering van de Catshuisregeling. Hiermee krijgen alle ouders, die na een lichte toets binnen de doelgroep van de hersteloperatie bij de Kinderopvangtoeslag vallen, een eerste betaling van 30.000 euro, vooruitlopend op een integrale beoordeling van hun situatie.

In de 6^e Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag van 8 april jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 805) heb ik uw Kamer geïnformeerd over communicatie naar een eerste groep ouders waarbij deze lichte toets geen aanwijzing geeft dat zij aanspraak maken op de 30.000 euro, en waarbij een integrale beoordeling nodig is om hierover uitsluitsel te geven. Op 7 en 17 april heeft een groep van respectievelijk 1.000 en 2.360 mensen hierover een brief ontvangen. Dit betrof ouders waarbij de data-analyse ten onrechte suggereerde dat zij voor hun kinderen geen toeslag hadden aangevraagd. Daarmee zou deze groep niet binnen de doelgroep van de hersteloperatie vallen.

Gisteren 20 april informeerde UHT mij dat bij deze data-analyse een fout gemaakt is, waardoor een deel van deze ouders dit bericht mogelijk ten onrechte heeft gehad. De fout zat specifiek bij ouders die kinderopvangtoeslag hebben aangevraagd vóór 2012, toen nog gebruik werd gemaakt van een ander verwerkingssysteem binnen Toeslagen. In de koppeling tussen de oude en nieuwe systemen is bij de data-analyse de informatie uit oude verwerkingssystemen niet goed meegenomen, waardoor de analyse voor deze groep ten onrechte suggereerde dat ze voor hun kinderen geen toeslag hadden aangevraagd. Op 7 april is deze fout gemaakt bij ~50 van verstuurde brieven en op 17 april bij ~1.700 van de verstuurde brieven. In totaal ~1.750 ouders hebben daarmee een mogelijk onjuiste brief ontvangen.

Dit probleem is aan het licht gekomen na verzending van de brieven van 17 april. In de loop van 19 en 20 april heeft een groot aantal ouders contact opgenomen met het Serviceteam van UHT om aan te geven omdat zij dachten dat hun brief niet kon kloppen. Hierop is binnen UHT op 20 april een analyse uitgevoerd om te onderzoeken wat hier aan de hand kon zijn. Daarbij is deze fout aan het licht gekomen. UHT heeft mij op 20 april aan het einde van de dag over deze fout geïnformeerd en hierbij een voorstel voor herstel gedaan.

Ik vind deze fout zeer pijnlijk voor de betrokken ouders, die na jarenlange onzekerheid nu weer met een onjuiste brief worden geconfronteerd. Dit gaat in tegen alles waar iedereen binnen de hersteloperatie zich dagelijks voor inzet. Ik bied hiervoor mijn excuses aan alle gedupeerde ouders die hierdoor opnieuw in onzekerheid verkeren. Alles wordt nu in het werk gesteld om deze ouders hier direct over te informeren en op korte termijn alsnog op een juiste manier te informeren over hun situatie.

Bij ~400 van de ~1.750 ouders blijkt dat zij met een correcte data-analyse juist wél in aanmerking moeten komen voor 30.000 euro, omdat zij gedupeerd zijn door institutionele vooringenomenheid of een onterechte kwalificatie opzet/grove schuld. Deze ouders worden hier deze week over gebeld en zullen ook nog voor 1 mei worden uitbetaald.

Bij de overige ~1.350 verkeerd geïnformeerde ouders is een handmatige toets nodig om hun recht op 30.000 euro te kunnen bepalen. Ook zij worden hier de komende dagen over gebeld en deze handmatige toetsen worden direct opgestart. UHT zet alles op alles om te zorgen dat deze groep nog voor 1 mei geïnformeerd wordt over de uitkomst van de handmatige toets, zodat ook zij weten waar ze aan toe zijn. Helaas is het niet meer mogelijk om deze ouders ook voor 1 mei uit te betalen. Deze ouders zullen op 12 mei worden uitbetaald. Voor de werking van het schuldenmoratorium verandert dit in hun geval de facto niets. De publieke schulden blijven voor iedere ouder die zich meldt gepauzeerd tot dat de integrale beoordeling aangeeft of een ouder recht heeft op het forfaitaire bedrag. In het geval van private schulden zou er een (zeer) kleine kans zijn dat ouders tussen 1 mei en de uitkering van het forfaitaire bedrag weer geconfronteerd worden met de executie van een al gelegd beslag. Dit wil ik uiteraard voorkomen. Daarom heb ik met de gerechtsdeurwaarders afgesproken dat zij afstemmen met schuldeisers om voor deze ouders private invorderingen niet te herstarten, vooruitlopend op het ingaan van de afkoelingsperiode van 1 jaar vanaf het moment dat de ouders het forfaitaire bedrag ontvangen.

Ook zal UHT de komende dagen bellen met de ouders die wel juist geïnformeerd zijn met de brief van 17 april. Voor hen verandert er niets, maar ik kan mij kan voorstellen dat dit nieuws ook bij hen vragen oproept over de juistheid van hun eigen brief. Daarom zal UHT hen hier persoonlijk over informeren.

Ten slotte wil ik verduidelijken dat deze fout geen gevolgen heeft voor andere gedupeerde ouders die zich voor 15 februari bij de hersteloperatie hebben gemeld en die nog op bericht van UHT wachten. Zij krijgen op korte termijn bericht over hun recht op 30.000 euro. Indien zij recht hebben op 30.000 euro dan zal UHT hen voor 1 mei betalen.

Ten slotte

In een complexe uitvoeringscontext, onder hoge druk, is helaas deze ernstige fout gemaakt. Juist bij de gedupeerde ouders in de hersteloperatie is elke fout extra pijnlijk. Ik vind het dan ook belangrijk dat deze fout heel snel wordt rechtgezet, in volledige transparantie richting de betrokken ouders en uw Kamer. Ik zal uw Kamer hier nader over informeren in een tussentijdse voortgangsupdate begin mei.

De Staatssecretaris van Financiën,
A.C. van Huffelen