[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De openbaarheid van de uurtarieven van de door de overheid ingehuurde advocaten

Schriftelijke vragen

Nummer: 2021D15011, datum: 2021-04-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z06764).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z06764:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2021Z06764

Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de openbaarheid van de uurtarieven van de door de overheid ingehuurde advocaten (ingezonden 22 april 2021).

Vraag 1

Herinnert u zich nog uw antwoorden op eerdere schriftelijke Kamervragen over peperdure advocaten voor politieagenten?1

Vraag 2

Waarom heeft u geweigerd de vraag te beantwoorden wat de door de overheid betaalde uurtarieven van deze advocaten zijn geweest? Kunt u alsnog ingaan op deze vraag, wat nu de uurtarieven zijn die zijn gedeclareerd in de zaak waar naar wordt verwezen in die eerdere Kamervragen, in lijn met de aangenomen motie van het lid Van Nispen en het eerder al openbaar maken van de uurtarieven van de landsadvocaat die ook een «marktconform tarief» ontvangt?2, 3

Vraag 3

Kunt u dan gelijk aangeven hoe deze uurtarieven zich verhouden tot de uurtarieven in andere Europese landen aangezien u zelf geen moment laat schieten om te benoemen dat de kosten voor de gesubsidieerde rechtsbijstand tot de Europese top behoren?

Vraag 4

Welke zwaarwegende belangen zijn er volgens u in deze kwestie die het recht van de Kamer op informatie en de controlerende taak om toezicht uit te oefenen op het budget van de regering in de weg staan?


  1. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2009↩︎

  2. Kamerstuk 34 950 VI, nr. 12↩︎

  3. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 221↩︎