Beleidsnota Drinkwater 2021-2026
Waterbeleid
Brief regering
Nummer: 2021D15371, datum: 2021-04-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27625-530).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 27625 -530 Waterbeleid.
Onderdeel van zaak 2021Z06949:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-05-11 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-05-12 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-06-09 18:00: Water (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-06-16 14:59: Aansluitend aan de Stemming: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
27 625 Waterbeleid
Nr. 530 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 april 2021
Op 23 april 2021 heeft het kabinet de Beleidsnota Drinkwater 2021–2026 vastgesteld. Volgens de Drinkwaterwet moet elke 6 jaar een «beleidsnota inzake de openbare drinkwatervoorziening» worden opgesteld. Voorliggende beleidsnota is de tweede in die reeks. Met deze brief bied ik u de nieuwe Beleidsnota Drinkwater aan1.
Deze beleidsnota benoemt de ambitie van het kabinet voor de drinkwatervoorziening, beschrijft de opgaven voor de komende jaren en bevat de hoofdkeuzes voor het drinkwaterbeleid. Een nadere uitwerking volgt in de implementatie en uitvoeringsagenda, die ik samen met de regionale overheden en de drinkwaterbedrijven opstel. De in 2020 herziene Europese Drinkwaterrichtlijn vormt daarbij een belangrijk kader.
Opgaven
De hoofddoelstelling van het drinkwaterbeleid is voorzien in voldoende drinkwater van goede kwaliteit, voor iedereen in Europees en Caribisch Nederland, voor nu en in de toekomst. De beleidsnota onderscheidt een aantal uitdagingen voor het realiseren van deze ambitie. De beschikbaarheid van schoon en voldoende drinkwater wordt vaak ervaren als vanzelfsprekend, maar is sterk afhankelijk van de robuustheid van het Nederlandse watersysteem. De vraag naar drinkwater neemt toe en tegelijkertijd neemt de natuurlijke beschikbaarheid van drinkwaterbronnen af. Op jaarbasis beschikken we in Nederland over voldoende water, maar regionaal en seizoen afhankelijk kunnen er watertekorten ontstaan. Dit stelt extra eisen aan de robuustheid van het watersysteem en aan de (toekomstige) drinkwatervoorziening.
Daarbij staat de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater onder toenemende druk. Zowel bekende als opkomende stoffen worden aangetroffen op de winningslocaties. Deze komen vrij in de industrie, landbouw en rioolwaterzuiveringen. Ook het toenemend gebruik van bodem en ondergrond, met onder meer bodemenergiesystemen en warmteopslag, vergt aandacht. Klimaatverandering met hogere temperaturen, verzilting en langere perioden van droogte vergroot de risico’s voor de drinkwatervoorziening.
Tussen productie en levering zijn er risico’s als gevolg van omstandigheden die de groei van micro-organismen, zoals legionella, bevorderen en als gevolg van de aanwezigheid van loden leidingen (resterende loden distributie- en aansluitleidingen en nog niet gesaneerde loden leidingen in huizen/gebouwen met een bouwjaar voor 1960). Over de aanpak van loden leidingen is uw Kamer geïnformeerd via de brief «Acties lood in drinkwater van 2 juli 2020 (Kamerstuk 27 625, nr. 506).
In Caribisch Nederland is de beschikbaarheid en de betaalbaarheid van drinkwater een opgave.
Hoofdkeuzes voor het drinkwaterbeleid
Ik continueer het beleid dat zich richt op de preventie- en bronaanpak, de risicobenadering van bron tot tap en het maken van zorgvuldige afwegingen tussen het drinkwaterbelang en andere belangen in de fysieke leefomgeving. Op basis van de ervaringen in de afgelopen jaren, de evaluatie van de Beleidsnota Drinkwater 2014 (Kamerstuk 27 625, nr. 314) en voorziene ontwikkelingen zet ik met deze tweede Beleidsnota Drinkwater meer in op:
Voldoende drinkwaterbronnen
Het robuuster maken van het watersysteem is van groot belang voor een klimaatbestendige drinkwatervoorziening. Dat betekent het zuinig omgaan met en het beter vasthouden van zoet water. Daarbij is het belangrijk om voldoende ruimte te reserveren voor de (toekomstige) drinkwatervoorziening en hier tijdig besluiten over te nemen. Het kader waarbinnen het beleid rond waterbeschikbaarheid wordt vormgegeven is het Deltaprogramma Zoetwater
Ook is het nodig om bestaande en toekomstige drinkwaterbronnen ruimtelijk te beschermen en de inzet van alternatieve bronnen te verkennen. Met het zekerstellen van voldoende bronnen voor drinkwater en dit in het kader te plaatsen van een robuust watersysteem en rekening te houden met de nieuwe klimaatscenario’s van het Deltaprogramma Zoet water, geef ik invulling aan motie met Kamerstuk 35 140, nr. 11 met het verzoek om de samenhang van beide trajecten in deze beleidsnota te verankeren.
Bewust en zuinig drinkwatergebruik
De vraag naar drinkwater neemt toe door zowel de groei van de bevolking in Nederland, de economische groei en een groeiend drinkwaterverbruik per hoofd van de bevolking. Dat zet de toekomstige drinkwatervoorziening onder druk. Daarom richt het drinkwaterbeleid zich niet alleen op het zorgen voor voldoende drinkwaterbronnen, maar ook op meer bewust en zuinig gebruik van drinkwater. Een versterkt drinkwaterbewustzijn bij huishoudens en zakelijke gebruikers voorkomt verspilling van drinkwater en vermindert energieverbruik. Hierbij wordt ingezet op het juiste water voor het juiste gebruik en het circulair maken van waterstromen. Dit moet tevens laagwaardig gebruik van drinkwater tegengaan. Onder laagwaardig gebruik verstaan we toepassingen waarvoor drinkwaterkwaliteit niet strikt noodzakelijk is en waarvoor doelmatige alternatieven voorhanden zijn.
Ik laat een verkenning uitvoeren naar een effectieve instrumentenmix voor waterbesparing voor zowel huishoudens als bedrijven. Onderdeel hiervan is het onderzoek naar de opties met de voor- en nadelen van beprijzing van leidingwater. In de verkenning onderzoek ik ook de beprijzing voor grootverbruikers. Dit in samenhang met andere (financiële) instrumenten en de herziening van het belastingstelsel van de waterschappen. Voor de inzet van fiscale instrumenten is het Ministerie van Financiën primair verantwoordelijk, daarom betrek ik mijn collega bij de verkenning.
Goede kwaliteit drinkwaterbronnen
Hoewel de drinkwaterkwaliteit in Nederland zeer goed is, staan de drinkwaterbronnen in toenemende mate onder druk en stagneert de beoogde waterkwaliteitsverbetering. Dit geldt zowel voor oppervlaktewater- als grondwaterbronnen. Oorzaken zijn onder meer emissies van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen, verzilting en opkomende stoffen. Ook klimaatverandering en nieuwe ontwikkelingen, waaronder de toegenomen activiteit in de ondergrond zoals warmte-koudeopslag en geothermie, hebben effect op de kwaliteit van drinkwaterbronnen. Door de toenemende druk is structurele aandacht voor de kwaliteit en bescherming van drinkwaterbronnen van belang. Het waterkwaliteitsbeleid geeft prioriteit aan het aanpakken van verontreinigingen daar waar ze ontstaan. Belangrijke kaders zijn de Kaderrichtlijn Water, de (herziene) Drinkwaterrichtlijn en de Structuurvisie Ondergrond.
Drinkwaterbereiding, -kwaliteit en -levering blijvend op orde
Drinkwater moet voor iedereen schoon, veilig, toegankelijk en betaalbaar zijn. In Nederland zijn de bereiding van drinkwater en de kwaliteitseisen van het drinkwater geregeld via de Drinkwaterwet, het Drinkwaterbesluit, de Drinkwaterregeling, de Regeling materialen en chemicaliën drink- en warmtapwatervoorziening en de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater. Hierbij moet ten minste worden voldaan aan de vereisten van de Drinkwaterrichtlijn. Deze wettelijke kaders borgen de toegang tot drinkwater, de doelmatigheid van de drinkwatervoorziening, de kwaliteitseisen voor drinkwater, de kwaliteit van materialen die in contact zijn met drinkwater, monitoring en rapportage en stellen eisen aan toezicht en handhaving.
Het drinkwaterbeleid richt zich op het zorgen voor een drinkwatervoorziening die blijvend op orde is en toegankelijk is voor iedereen, het beheersen van risico’s, en het adequaat omgaan met actuele of opkomende bedreigingen zoals te hoge concentraties poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS), microbiële ziekteverwekkers, waaronder legionella, en lood in leidingwater. Daarnaast is voor het borgen van de levering een veilige, beheersbare en beschermde ligging van de infrastructuur en het voorkomen van kwaliteitsverlies tijdens transport van belang.
Beveiligde en weerbare drinkwatervoorziening
De drinkwatervoorziening behoort tot de top-vitale infrastructuur in Nederland. De continuïteit van de drinkwatervoorziening kan negatief beïnvloed worden door onder meer cybercrime, terrorisme of natuurrampen. Daarom is een beveiligde en weerbare drinkwatersector van vitaal belang. Om dit te realiseren werken het Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven samen aan het identificeren van dreigingen, het beheersen van risico's en het aanpakken van kwetsbaarheden.
Gezamenlijke implementatie- en uitvoeringsagenda
Het Rijk is systeemverantwoordelijk voor de drinkwatervoorziening. Voor een toekomstbestendige drinkwatervoorziening is samenwerking tussen provincies, waterschappen, gemeenten, drinkwaterbedrijven en het Rijk essentieel. Het oplossen van knelpunten voor de (toekomstige) drinkwatervoorziening vraagt in de komende jaren om het maken van een aantal politiek-bestuurlijke keuzes. Besluitvorming hierover wil ik zorgvuldig voorbereiden met medeoverheden, de drinkwatersector en andere belanghebbenden. Hiertoe introduceert de Beleidsnota Drinkwater een gezamenlijke implementatie- en uitvoeringsagenda.
De implementatie- en uitvoeringsagenda is een levend document dat jaarlijks wordt geactualiseerd en politiek-bestuurlijke keuzes rond de drinkwatervoorziening agendeert. Samen met medeoverheden, drinkwaterbedrijven en andere belanghebbenden werk ik te maken keuzes nader uit om besluitvorming te onderbouwen. De implementatie- en uitvoeringsagenda is ook bedoeld om samen de voortgang van activiteiten en maatregelen die zich richten op de duurzame veiligstelling van de drinkwatervoorziening te monitoren.
Ik bespreek de beleidskeuzes en de voortgang in de Stuurgroep Water.
Tot slot
Deze nota is in nauw overleg met provincies, gemeenten, waterschappen en de drinkwaterbedrijven opgesteld, ook maatschappelijke organisaties zijn betrokken. Er is steun voor de hoofdlijnen van het drinkwaterbeleid en het ambitieniveau, zoals deze in de beleidsnota uiteen zijn gezet. Samen met het IPO, de Unie van Waterschappen, de Vewin en de VNG werken we dit nader uit in de implementatie en uitvoeringsagenda drinkwater. Ik zal uw Kamer later dit jaar informeren over deze nadere uitwerking van de implementatie- en uitvoeringsagenda.
Over de financierbaarheid van de investeringsopgave van de drinkwatersector en de doorwerking van de EFSA opinie voor PFAS in drinkwater en vis ontvangt uw Kamer separaat nadere informatie.
Met de Beleidsnota drinkwater 2021–2026 en de implementatie- en uitvoeringsagenda zorgen we er gezamenlijk voor dat goed en voldoende drinkwater voor iedereen vanzelfsprekend blijft.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎