Antwoord op vragen van de leden Aukje de Vries en Aartsen over de steunmaatregelen voor de bruine vloot
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2021D15680, datum: 2021-04-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-2517).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z03522:
- Gericht aan: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Indiener: A. (Aukje) de Vries, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A.A. Aartsen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2517
Vragen van de leden Aukje de Vries en Aartsen (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de steunmaatregelen voor de bruine vloot (ingezonden 22 februari 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 28 april 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3032.
Vraag 1
Deelt u de teleurstelling dat de regeling voor de ondernemers van de bruine vloot pas eind tweede kwartaal 2021 gereed kan zijn? Wanneer was bekend dat een regeling pas eind tweede kwartaal 2021 gereed kon zijn?
Antwoord 1
Ik snap de teleurstelling en het ongeduld van deze ondernemers. Tegelijkertijd maken deze ondernemers inmiddels goed gebruik van de TVL, waardoor voor een groot deel van de ondernemers ook op de korte termijn steun beschikbaar is.
Vraag 2
Hoe is dit te rijmen met het bericht in de Flevopost van 11 februari 2021 waarin wordt gesteld dat er in maart een beslissing over de regeling voor de bruine vloot komt, en dus het college van Burgemeester en Wethouders van Lelystad in april een beslissing kan nemen over de liggelden? Is de Staatssecretaris bereid in overleg te gaan met de meest betrokken gemeenten waar de bruine vloot schepen liggen over de liggelden, waarvoor gemeenten ook compensatie krijgen vanuit het compensatiepakket gemeenten?1
Antwoord 2
Het vast stellen van de hoogte van de liggelden valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Ik weet dat de Waddenzee en IJsselmeer gemeentes samen werken aan een plan om de toekomst van deze sector te verzekeren. Mijn ministerie is met de branche en een van de initiatiefnemers van deze samenwerkende gemeentes in gesprek over ondersteuning van deze sector en zal in deze gesprekken ook de liggelden onder de aandacht brengen.
Vraag 3
Hoe is de opmerking in de brief van 17 februari 2021 dat door de recente uitbreidingen ook al veel steun voor deze sector beschikbaar is zodat de ergste nood eraf is, te rijmen met het artikel in het Algemeen Dagblad van 17 februari 2021 «Historische zeilvloot met de ondergang bedreigd», en de signalen van de ondernemers van de bruine vloot? Hoe staat de sector er financieel voor? Kunt u een uitgebreide onderbouwing geven van het feit dat «de ergste nood eraf is»? Zo nee, waarom niet?2
Antwoord 3
De bruine vloot-ondernemers met hun historische zeilschepen zijn door de coronacrisis in het hart getroffen. Het kabinet heeft een generiek pakket aan maatregelen ontwikkeld waar ook ondernemers met een bruine vloot-zeilschip gebruik van kunnen maken.
Zowel de TOGS als de TVL lijken voor bruine vloot-schippers goed te passen hier hebben de aanpassingen van de afgelopen periode zeker aan bij gedragen.
Sinds de start van de crisis in maart vorig jaar is ruim € 23 miljoen euro TOGS/TVL subsidie toegekend aan bedrijven binnen de codes waar deze ondernemers grotendeels toe behoren: 5010, 5030 en 9103.
Ik ben me er van bewust dat naast bruine vloot-ondernemers ook andere ondernemers zoals bijvoorbeeld met motorschepen en rondvaartboten tot deze codes behoren, maar dit geeft wel een beeld van de hulp die deze regelingen bieden.
Vraag 4
Het water staat veel ondernemers tot aan de lippen, bent u bereid om een noodloket te openen voor die ondernemers die het niet meer redden tot eind tweede kwartaal 2021? Zo nee, waarom niet? Is hier in een eerder stadium al naar gekeken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat waren de afwegingen om dit niet te doen?
Antwoord 4
Op dit moment staan er verschillende steunmaatregelen open die ondernemers in nood kunnen helpen. Naast de TVL die liquiditeitssteun biedt voor het ondersteunen van ondernemers in de vaste lasten gaat het hier ook om andere maatregelen uit het steun- en herstelpakket zoals NOW, uitstel van belasting, de TOZO en de TONK. De kamer van Koophandel heeft het «Coronaloket» geopend met het overzicht van de verschillende de steunmaatregelen.
Vraag 5
In hoeverre bent u bereid te kijken naar de mogelijkheid van een voorschot op de regeling? Is hier in een eerder stadium ook al naar gekeken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat waren de afwegingen om dit niet te doen?
Antwoord 5
Bij het uitvoeren van de regeling kijken we ook naar verschillende mogelijkheden om de uit te keren middelen zo snel mogelijk bij de aanvrager te krijgen. Het is hierbij niet mogelijk voorschotten uit te betalen voordat de regeling is gepubliceerd en indien nodig door de Europese Commissie is goedgekeurd.
Een groot deel van deze ondernemers kan ook een aanvraag doen binnen de TVL. De meeste ondernemers krijgen binnen een week, soms zelfs dezelfde dag een goedkeuring van hun aanvraag en dan wordt binnen enkele dagen het voorschot van 80% van de subsidie overgemaakt.
In de Kamerbrief van 17 februari jl. (Kamerstuk 35 420, nr.231) heb ik uw Kamer laten weten dat daarnaast aan een aanvullende regeling wordt gewerkt. Op basis van deze brief zijn de contouren van de regeling uitgewerkt. Ik ben met de Europese Commissie in gesprek of deze regeling past binnen de steunkaders voor cultuur en instandhouding van het erfgoed.
Na een positief advies van de commissie kan de regeling nader worden uitgewerkt, gepubliceerd en zal de Kamer worden geïnformeerd, waarna de regeling, zoals aangekondigd in mijn brief van 17 februari jl., eind tweede kwartaal kan worden opengesteld.
Vraag 6
Heeft u in de afgelopen periode ook gekeken naar de mogelijkheid van een opslag op de TVL (Tegemoetkoming Vaste Lasten) voor deze sector? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat waren de afwegingen om dit niet te doen?
Antwoord 6
Zoals aangegeven in mijn brief van 22 april jl. (2021D14892) is het niet mogelijk deze steun via een opslag in de TVL vorm te geven. De bruine vloot is niet enkel op basis van een SBI-code af te bakenen. De Kamer van Koophandel heeft een overzicht van bedrijven binnen bepaalde SBI-codes, maar het is niet mogelijk op basis daarvan een onderscheid te maken tussen zeilschepen en andere ondernemingen. Binnen de SBI codes 5010, 5030 en 9103 zitten dan ook veel bedrijven die niet tot de historische zeilschepen behoren van meer dan 50 jaar oud. Tevens zal de regeling die we aan het in richten zijn, zien op omzetverlies van afgelopen jaar.
Vraag 7
Welke contacten heeft u al met de Europese Commissie over de steunmaatregel voor de bruine vloot (gehad) en wat is de stand van zaken van het overleg?
Antwoord 7
Ik ben met de Europese Commissie in gesprek of deze regeling past binnen de steunkaders voor cultuur en instandhouding van het erfgoed.
Vraag 8
Wat is het risico dat er nu nog weer maanden wordt gestudeerd op een regeling en dat er straks toch onvrede is over de uitgangspunten van de regeling? In hoeverre is er al overeenstemming met de betrokken organisaties over de uitgangspunten, criteria, et cetera? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waar is overeenstemming over?
Antwoord 8
Mijn ministerie heeft de afgelopen periode nauw contact gehad met de vertegenwoordigende brancheverenigingen waaronder de HSWA-RECRON, FVEN en de BBZ. Daarnaast hebben we contact gehad met verschillende schippers die hun zorgen, wensen en mogelijke oplossingen met ons hebben gedeeld. De input uit deze gesprekken wordt, voor zover mogelijk, gebruikt om de regeling nader uit te werken. Aanvullende suggesties, voor zover passend binnen de kaders zoals deze in de Kamerbrief van 17 februari jl. zijn geschetst, worden hierbij gebruikt voor de Coronaregeling bruine vloot.
Vraag 9
In hoeverre is er overwogen om de regeling niet door de Rijksdient voor Ondernemend Nederland (RVO) uit te laten voeren, maar bijvoorbeeld door een externe partij? Zo nee, waarom niet? Welke partijen zouden hiervoor voldoende kennis en ervaring om dat sneller te doen voor de bruine vloot dan het eind tweede kwartaal 2021?
Antwoord 9
Bij het ontwikkelen van de regeling zijn verschillende opties bekeken. Ook die van het laten uitvoeren van een regeling door een andere uitvoerder dan RVO.nl. Gezien de relatie tussen deze regeling en de TVL-regeling is ervoor gekozen om de uitvoering toch door RVO.nl te laten uitvoeren. Van ondernemers die binnen TVL subsidie hebben aangevraagd, worden de gegevens hergebruikt door RVO.nl, wat voor de ondernemers tijd en moeite scheelt. Tevens zal deze nieuwe regeling aansluiten op de TVL om te voorkomen dat voor dezelfde kosten twee maal subsidie wordt versterkt. Uitvoering door een andere organisatie maakt dat erg ingewikkeld om te controleren, en kan ook voor de ondernemer tot meer onduidelijkheid leiden.
Vraag 10
Op 18 februari 2021 heeft FVEN (Federatie Varend Erfgoed Nederland) een brief gestuurd aan u en demissionair Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, kan de Tweede Kamer een afschrift ontvangen van de reactie van de betrokken demissionaire bewindspersonen op deze brief? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Wij hebben met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap afgesproken dat zij deze brief beantwoorden. Een afschrift van het antwoord zal naar uw Kamer worden verzonden. Daarnaast heeft mijn ministerie op verzoek van de FVEN ambtelijk gesproken over de wensen die deze sector heeft om ook historische motorschepen onder deze regeling te laten vallen. Tijdens dit gesprek hebben wij laten weten dat regeling wordt ontwikkeld langs de lijnen die in de Kamerbrief van 17 februari jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 231) zijn geschetst. Motorschepen worden hiermee dus niet meegenomen.
Vraag 11
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden, samen met de vragen waarop deze vragen een aanvulling zijn en dus ruim voor het eerstvolgende coronadebat van 23 februari 2021 aanstaande beantwoorden? Zo nee, waarom niet? Kunnen deze schriftelijke vragen en de vragen van 15 februari 2021 in ieder geval binnen de daarvoor gestelde termijn van 3 weken worden beantwoord? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
We hebben uw Kamer op 18 maart 2021 gevraagd om uitstel voor het beantwoorden van deze vragen (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2033).
Flevopost, 11 februari 2021, «In april beslissing over innen ligggeld Bruine Vloot voor dit jaar». (flevopost.nl/artikel/1151744/in-april-beslissing-over-innen-liggeld-bruine-vloot-voor-dit-jaar.html)↩︎
AD, 17 februari 2021, «Historische zeilvloot met de ondergang bedreigd». (www.ad.nl/binnenland/historische-zeilvloot-met-de-ondergang-bedreigd-we-zijn-het-visitekaartje-vannederland~a76effac/#:~:text=De%20historische%20vloot%20met%20zeilschepen,de%20rand%20van%20een%20faillissement.)↩︎