Motie van het lid Azarkan c.s. over het opzeggen van het vertrouwen in het voltallige kabinet
Reikwijdte van artikel 68 Grondwet
Motie
Nummer: 2021D15802, datum: 2021-04-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28362-37).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. Azarkan, Tweede Kamerlid (Ooit DENK kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.A.M. van der Plas, Tweede Kamerlid (BBB)
- Mede ondertekenaar: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid (Ooit Groep Van Haga kamerlid)
- Mede ondertekenaar: G. Wilders, Tweede Kamerlid (PVV)
- Mede ondertekenaar: S.H. Simons, Tweede Kamerlid (Ooit BIJ1 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 28362 -37 Reikwijdte van artikel 68 Grondwet.
Onderdeel van zaak 2021Z07151:
- Indiener: F. Azarkan, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.A.M. van der Plas, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: G. Wilders, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.H. Simons, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2021-04-29 01:45: Einde vergadering: STEMMINGEN over moties ingediend tijdens het debat over het bericht dat het kabinet informatie over de toeslagenaffaire voor de Tweede Kamer achterhield en over de resterende moties ingediend tijdens het debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus d.d. 22 april 2021) (Stemmingen), TK
- 2021-04-29 11:15: Debat over het bericht dat het kabinet informatie over de toeslagenaffaire voor de Tweede Kamer achterhield (Plenair debat (debat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
28 362 Reikwijdte van artikel 68 Grondwet
Nr. 37 MOTIE VAN HET LID AZARKAN C.S.
Voorgesteld 29 april 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit de vrijgegeven notulen blijkt dat de regering de Kamer om politieke redenen bewust onvolledig, onjuist en ontijdig heeft geïnformeerd en dat dit in strijd is met artikel 68 van de Grondwet;
constaterende dat uit de vrijgegeven notulen blijkt dat de Ministers in de ministerraden meermaals hebben gesproken over het tegenwerken van Kamerleden, het sensibiliseren van een Kamerlid en het «inkaderen» van kritische Kamerleden;
overwegende dat dit buitengewoon schadelijk is, omdat het de suggestie wekt dat kritische leden van de Kamer buitenspel moet worden gezet;
overwegende dat in het licht van onder meer de toeslagenaffaire versterking van vertrouwen in de overheid en versterking van de rol van de Kamer als tegenmacht tegenover de regering een urgente opgave is;
van mening dat deze gang van zaken ernstige schade heeft toegebracht aan het vertrouwen van de burger in de overheid en aan de parlementaire democratie;
zegt het vertrouwen in het voltallige kabinet op,
en gaat over tot de orde van de dag.
Azarkan
Wilders
Van Haga
Van der Plas
Simons