Motie van het lid Segers c.s. over waarborgen dat alle uitvoeringsorganisaties voldoende ruimte krijgen voor maatwerk en de menselijke maat
Reikwijdte van artikel 68 Grondwet
Motie
Nummer: 2021D15962, datum: 2021-04-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28362-52).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G.J.M. Segers, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.A.A. Jetten, Tweede Kamerlid (D66)
- Mede ondertekenaar: C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid (Ooit SGP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A. Kuik, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L.A.J.M. Dassen, Tweede Kamerlid (Volt)
Onderdeel van kamerstukdossier 28362 -52 Reikwijdte van artikel 68 Grondwet.
Onderdeel van zaak 2021Z07220:
- Indiener: G.J.M. Segers, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: L.A.J.M. Dassen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A. Kuik, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.A.A. Jetten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2021-04-29 01:45: Einde vergadering: STEMMINGEN over moties ingediend tijdens het debat over het bericht dat het kabinet informatie over de toeslagenaffaire voor de Tweede Kamer achterhield en over de resterende moties ingediend tijdens het debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus d.d. 22 april 2021) (Stemmingen), TK
- 2021-04-29 11:15: Debat over het bericht dat het kabinet informatie over de toeslagenaffaire voor de Tweede Kamer achterhield (Plenair debat (debat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
28 362 Reikwijdte van artikel 68 Grondwet
Nr. 52 MOTIE VAN HET LID SEGERS C.S.
Voorgesteld 29 april 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de menselijke maat in wetgeving en beleid belangrijk is;
constaterende dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur normstellend zijn voor het handelen van de overheid en de omgang met de burger;
constaterende dat uit het onderzoek van de commissie-Van Dam blijkt dat de bestuursrechtspraak jarenlang een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het in stand houden van de niet dwingend uit de wet volgende, spijkerharde uitvoering van de regelgeving van de kinderopvangtoeslag en de commissie-Bosman heeft geconcludeerd dat er meer aandacht voor de menselijke maat in de uitvoering moet zijn;
overwegende dat de rechtspraak na de toeslagenaffaire duidelijk heeft benoemd dat wetgeving het bestuur enige ruimte moet laten om recht te doen aan de belangen van burgers in het individuele geval;
overwegende dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur klaarblijkelijk bij de afgelopen affaires onvoldoende geldingskracht hadden om de menselijke maat bij deze wetten recht te doen;
overwegende dat de moties-Jetten/Marijnissen (35 510, nr. 15), Van Brenk (35 510) en Omtzigt c.s. (26 448, nr. 643) zijn aangenomen door de Kamer;
verzoekt de regering, te waarborgen dat alle uitvoeringsorganisaties voldoende ruimte krijgen – ook in de wetgeving – voor maatwerk en de menselijke maat;
spreekt uit dat na inventarisatie en doorlichting van de wetten en uitvoeringsorganisaties tevens voldoende middelen beschikbaar gesteld moeten worden om de uitvoeringscapaciteit van de uitvoeringsorganisaties en de rechtspraak dusdanig te vergroten dat deze de geconstateerde opgave daadwerkelijk kunnen realiseren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Segers
Jetten
Kuik
Van der Staaij
Dassen