De uitvoering van de motie Koerhuis over het niet uit huis zetten van weeskinderen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D16351, datum: 2021-05-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z07389).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.A.N. Koerhuis, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z07389:
- Gericht aan: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: D.A.N. Koerhuis, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z07389
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de uitvoering van de motie Koerhuis over het niet uit huis zetten van weeskinderen (ingezonden 4 mei 2021).
Vraag 1
Kunt u een stand van zaken geven over de uitvoering van de motie Koerhuis1 sinds de mondelinge vragen van 13 april 2021?
Vraag 2
Wat zijn de ondergrens en de bovengrens voor de leeftijd van weeskinderen die u overweegt om erfbelasting uit te stellen en weeskinderen niet uit huis te zetten? Kunt u een toelichting geven op uw overwegingen?
Vraag 3
Wat is op dit moment de ondergrens voor de leeftijd van kinderen om alleen in een huis te mogen wonen en een voogd op afstand te mogen hebben?
Vraag 4
Deelt u de mening dat corporaties moeten kunnen worden gedwongen om weeskinderen niet uit huis te zetten?
Vraag 5
Welke aanknopingspunten ziet u in de Woningwet om corporaties te dwingen?
Vraag 6
Welke aanknopingspunten ziet u in een bestaande algemene maatregel van bestuur (AMvB) onder de Woningwet om corporaties te dwingen?
Vraag 7
Welke aanknopingspunten ziet u in een nieuwe AMvB onder de Woningwet om corporaties te dwingen?
Vraag 8
Deelt u de mening dat met oplossingen komen «voor de zomer» erg laat is voor deze kwetsbare doelgroep?
Vraag 9
Wilt u deze vragen beantwoorden voor het Commissiedebat Wonen en Corona 3 juni 201?
Kamerstuk 35 570 VII, nr. 42↩︎