Reactie op de motie van het lid Becker over juridisch onderzoeken of een verbod van de Grijze Wolven mogelijk is
Integratiebeleid
Brief regering
Nummer: 2021D16456, datum: 2021-05-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32824-327).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Mede ondertekenaar: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32824 -327 Integratiebeleid.
Onderdeel van zaak 2021Z07435:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2021-05-19 14:30: Procedures en brieven (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-05-20 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-06-22 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2021-06-28 10:00: Inburgering en integratie (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2021-06-30 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
32 824 Integratiebeleid
Nr. 327 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 mei 2021
In het op 12 november jl. (Kamerstuk 35 570 XV, nr. 81) gehouden wetgevingsoverleg integratie met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het lid Becker (VVD) een motie ingediend waarin zij de regering verzoekt om met gelijkgezinde Europese landen te kijken welke juridische grondslag er bestaat of kan bestaan op basis waarvan een verbod van de Grijze Wolven mogelijk is en of het mogelijk is deze organisatie op een Europese sanctielijst te plaatsen1.
Aangezien het verzoek in de motie meerdere departementen raakt wordt deze brief met onze reactie mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken aan u verzonden.
Reactie op de motie
De zorgen in de motie richten zich op de manifestatie van extreemrechts en ultranationalistisch gedachtegoed van de Grijze Wolven en de spanningen die dit gedachtengoed veroorzaakt in de Nederlandse maatschappij.
Verzoek tot verbod op Grijze Wolven
Zoals beschreven in het recente Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN 53)2 manifesteren de Grijze Wolven, een ultranationalistisch en extreem rechtse beweging, zich ook in Nederland. In Nederland is het aantal geweldsincidenten in de afgelopen jaren afgenomen. Aangezien er in de Nederlandse samenleving ruimte is voor een grote diversiteit van beschouwingen, opvattingen, waardepatronen en leefstijlen, is het gedachtegoed van de Grijze Wolven en bijbehorende symbolen niet verboden. Mensen hebben de vrijheid hun eigen keuzes te maken binnen de kaders van de democratische rechtsorde en binnen de grenzen die de (grond)wet stelt. De overheid staat voor de verworvenheden van onze democratische rechtsstaat. In Nederland wordt het instellen van een verbod op de Grijze Wolven als organisatie op dit moment niet proportioneel geacht gezien de beperkte mate waarop geweldsincidenten plaatsvinden. Tevens is een dergelijk verbod op hun organisatie niet realiseerbaar omdat de Grijze Wolven als zodanig geen juridische entiteit is waartegen kan worden opgetreden. Derhalve zie ik op basis van de huidige zeer beperkte geweldsdreiging in Nederland onvoldoende aanleiding tot nader overleg met Europese gelijkgezinde landen naar de specifieke haalbaarheid van een verbod.
Onze vrijheden zijn geen vrijbrief voor antidemocratisch en onverdraagzaam gedrag. Indien dit laatste aantoonbaar het geval is en de vrijheden van anderen in de Nederlandse samenleving worden aangetast, wordt daartegen opgetreden. Indien er sprake is van problematisch gedrag, dan bestaat er vanuit de Taskforce Problematisch Gedrag de mogelijkheid om gemeenten desgewenst te adviseren over de mogelijke handelingsperspectieven. Indien sprake is van verstoring van openbare orde, dan zal de burgemeester daar tegen optreden. De politie is alert op strafbare feiten in woord of gedragingen en treedt ingeval van een strafbaar feit op. Of vervolging opportuun is, bepaalt het Openbaar Ministerie.
Het kabinet is zich ervan bewust dat gedragingen die voortvloeien uit ultranationalistische gedachtegoed mogelijk kunnen leiden tot spanningen of polarisatie in de Nederlandse samenleving. Het kabinet monitort spanningen en zet in op het vergroten van kennis en expertise richting gemeenten en gemeenschappen.
Verzoek tot plaatsing op Europese sanctielijst
Het kabinet ziet op dit moment geen aanleiding voor plaatsing van de Grijze Wolven op de Europese sanctielijst terrorisme. Niet alleen kwalificeert het kabinet de Grijze Wolven niet als een terroristische beweging, ook ontbreekt een nationaal rechterlijke uitspraak die de Grijze Wolven kwalificeert als terroristische beweging, noch is er een uitspraak van een ander Europees land dat de Grijze Wolven kwalificeert als terroristische beweging. Hierdoor bestaat er geen juridische basis voor plaatsing op de Europese sanctielijst terrorisme.
Concluderend ziet het kabinet op dit moment geen aanleiding om met gelijkgezinde Europese landen in overleg te gaan om te kijken naar een juridische grondslag voor een verbod van de Grijze Wolven, of plaatsing van de Grijze Wolven op de Europese sanctielijst terrorisme. Indien een wijziging in de situatie rondom de Grijze Wolven hiertoe aanleiding geeft, zal het kabinet daarover in overleg treden met gelijkgezinde Europese landen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees