[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Opvolging advies Van Geel over de toekomstgerichte organisatie van het overleg met de omgeving van Schiphol

Evaluatie Schipholbeleid

Brief regering

Nummer: 2021D16656, datum: 2021-05-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29665-408).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29665 -408 Evaluatie Schipholbeleid.

Onderdeel van zaak 2021Z07561:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

29 665 Evaluatie Schipholbeleid

Nr. 408 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 mei 2021

Op 10 december stuurde ik u het advies van de heer Van Geel over de toekomstgerichte organisatie van het overleg met de omgeving rond Schiphol; «Schiphol Vernieuwd Verbinden»1. Daarin gaf ik aan er naar te streven u begin dit jaar een inhoudelijke reactie op het advies te sturen. Hierbij wil ik u informeren over de voortgang.

Voor betrokken partijen vind ik het van belang dat duidelijk is wat ze de komende periode kunnen verwachten, en dat er geen vacuüm ontstaat tot een kabinetsbesluit over de toekomst van de ORS.

Daarom heb ik de heer Van Geel gevraagd om nog tot eind 2021 betrokken te blijven als interim--voorzitter van de ORS, om de continuïteit te bewaken op weg naar de besluitvorming over de toekomstige inrichting van het overleg met de omgeving rond Schiphol.

Onder leiding van een ambtelijk kwartiermaker voert het ministerie een verkenning uit van verschillende opties voor de uitwerking van het advies van dhr. Van Geel. Op basis van deze verkennende werkzaamheden kan een besluit over de definitieve inrichting van een nieuw kabinet worden voorbereid.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


  1. Kamerstuk 29 665, nr. 397↩︎