Verslag van de Informele Energieraad (videoconference) van 22 april 2021
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Brief regering
Nummer: 2021D16717, datum: 2021-05-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-33-854).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-854 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.
Onderdeel van zaak 2021Z07577:
- Indiener: B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-05-11 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-05-25 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-06-03 13:30: Energieraad (formeel) d.d. 11 juni 2021 (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-09-07 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 854 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 mei 2021
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Energieraad die op 22 april 2021 onder Portugees voorzitterschap in de vorm van een videoconference plaatsvond.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
B. van ’t Wout
Verslag van de Informele Energieraad (videoconference) d.d. 22 april 2021
Introductie voorzitterschap en Europese Commissie
Het Portugese voorzitterschap opende de informele energieraad door zijn genoegen uit te spreken over de overeenstemming die de dag voor de raad gevonden was voor de Europese klimaatwet. Ook gaf het aan dat de dag van de raad «Earth Day» was en verwees naar de klimaatconferentie die de Verenigde Staten tegelijkertijd organiseerde. Het voorzitterschap benadrukte de rol van Europees leiderschap op gebied van klimaat- en energiebeleid. Hierin zijn de renovatiegolf en energiesysteemintegratie belangrijke factoren. Ook gaf het voorzitterschap aan dat België namens de landen van het Pentalaterale Energie Forum een update zou geven over de opvolging op gebied van waterstof van de politieke verklaring van 11 mei 2020.
De Europese Commissie stelde verheugd te zijn met de voortgang van het Portugese voorzitterschap op gebied van de TEN-E verordening (Trans European Networks Energy – TEN-E) en de opvolging van de renovatiegolfstrategie en hoopt op een algemene oriëntatie voor de TEN-E en raadsconclusies voor de renovatiegolf tijdens de energieraad van 22 juni 2021. Daarnaast sprak de Commissie over het «Fit for 55»-pakket. Dit pakket bevat belangrijke bouwstenen om het regelgevend kader in lijn te brengen met het doel van 55% emissiereductie in 2030. Versterking en uitbreiding van het emissiehandelsysteem (Emission Trading System – ETS) speelt hierin een grote rol. Daarnaast is het nodig doelen voor hernieuwbare energie (Renewable Energy Directive – RED) aan te scherpen en energie-efficiëntie voor alle sectoren te bevorderen (Energy Efficiency Directive – EED). Hierbinnen is energiesysteemintegratie belangrijk en is er een grotere rol voor elektrificatie en hernieuwbare brandstoffen zoals waterstof weggelegd. Verder noemde de Commissie het belang van carbon sinks en het tegengaan van koolstoflekkage via een grensmechanisme (Carbon Border Adjustment Mechanism – CBAM).
De Commissie wees op het belang om energiesysteemintegratie en de renovatiegolf onderdeel te laten zijn van de herstelplannen van de lidstaten. Ook stelde de Commissie dat naast publieke gelden private investeringen een grote rol moeten spelen voor de energietransitie. De taxonomie is daarin een goede eerste stap. Over energiesysteemintegratie gaf de Commissie aan dat gedecentraliseerde energieproductie door prosumenten1 en energiegemeenschappen veel voordelen met zich meebrengt, zoals werkgelegenheid en publieke acceptatie. Eerste stap om deze voordelen te kunnen benutten, is het vaststellen van de barrières op dit gebied voor de verschillende lidstaten.
Beleidsdebat renovatiegolf
Gedachtenwisseling
Het Portugese voorzitterschap vroeg de lidstaten in te gaan op de toepassing van Europese gelden voor het bijdragen aan de doelen van de renovatiegolf en in het bijzonder de duurzame en digitale transities en de grootste uitdagingen voor lidstaten om de renovatiegolf te implementeren.
Alle lidstaten spraken zich positief uit over de algemene inzet van de renovatiegolf. Een groot aantal lidstaten gaf aan dat de renovatiegolf essentieel onderdeel is van de nationale herstelplannen. Een grote groep lidstaten benadrukte dat renovatie zeer complex is en dat technische en financiële ondersteuning noodzakelijk is. Lidstaten verschilden in de manier waarop zij financiering voor de renovatiegolf willen ondersteunen. Een aantal lidstaten noemt de rol van de Europese Investeringsbank (European Investment Bank – EIB) als klimaatbank. Anderen wezen op de verschillende Europese fondsen of de rol van de private sector.
Veel lidstaten noemden het belang van de sociale dimensie van renovatie en pleitten ervoor om rekening te houden met de armste huishoudens bij het implementeren van de renovatiegolf. Een aantal lidstaten benadrukte dat renovatie toegankelijker moet worden voor huishoudens. Dit ook om publieke acceptatie van de transitie te vergroten. Enkele lidstaten pleitten voor het creëren van zogeheten one-stop-shops als centraal aanspreekpunt voor ondersteuning bij renovaties.
Enkele lidstaten pleitten voor een ambitieuze herziening van de richtlijn voor energieprestaties van gebouwen (Energy Performance of Buildings Directive – EPBD)met bindende doelen; Nederland gaf aan dat EU-normen ambitieus nationaal beleid niet zouden moeten belemmeren. Enkele lidstaten spraken over de complexiteit van renovatie van gebouwen die als cultureel erfgoed zijn benoemd. Andere thema’s die lidstaten benoemden, waren de rol die digitalisering kan spelen voor energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving, het ontwikkelen van groene vaardigheden in de bouw, circulaire en organische materialen en de decarbonisatie van warmte- en koude systemen via de ecodesign-richtlijn. Een groot aantal lidstaten wees bovendien op het tekort aan gekwalificeerd personeel om de benodigde renovaties uit te kunnen voeren. Een enkele lidstaat sprak zich uit voor CO2-beprijzing in de gebouwde omgeving; een andere lidstaat gaf echter aan hier geen voorstander van te zijn.
In de context van de renovatiegolfdiscussie spraken enkele Oost-Europese lidstaten hun teleurstelling uit over de gedelegeerde handeling voor de taxonomie die de dag voor de raad gepresenteerd was. Met deze gedelegeerde handeling geeft de Europese Commissie voor een eerste groep activiteiten aan of en onder welke voorwaarden deze als duurzaam kunnen worden beschouwd. In deze eerste gedelegeerde handeling doet de Europese Commissie echter nog geen uitspraak over aardgas en nucleair, wat deze lidstaten wel hadden gehoopt. In het najaar zullen aardgas en nucleair worden geadresseerd in het kader van de taxonomie. Een paar andere lidstaten stelden juist zeer tevreden te zijn met deze gedelegeerde handeling. Mijn appreciatie van de gedelegeerde handeling ontvangt u op een later moment.
Beleidsdebat energiesysteemintegratie
Gedachtenwisseling
Het Portugese voorzitterschap vroeg de lidstaten in te gaan op de rol van prosumenten en energiegemeenschappen voor energiesysteemintegratie en gingen in op de barrières en ervaringen van lidstaten op dit gebied. Het voorzitterschap stelde hierin technologische ontwikkelingen en het regelgevend kader centraal.
Over het algemeen zien alle lidstaten een cruciale rol voor consumenten die zelf energie produceren als individu of als onderdeel van een energiegemeenschap. Zij stelden dat dit van belang is voor het publiek draagvlak van de energietransitie. Er spelen echter wel financiële en organisatorische uitdagingen om decentrale productie van energie in het energiesysteem te integreren. Volgens sommige lidstaten zijn bijvoorbeeld de hoge kosten van energieopslag een factor die het integreren van lokale energieproductie bemoeilijkt.
Een aantal lidstaten geeft aan voorstander te zijn van nieuwe Europese regelgeving voor lokale energiegemeenschappen. Andere lidstaten, waaronder Nederland, willen liever eerst de nadruk leggen op implementatie van het Schone Energiepakket van 2018. Enkele lidstaten wijzen op moeilijkheden met integratie van lokale energieproductie en de balans met centrale energieproductie in deze implementatie. Voor een actievere rol van consumenten in het energiesysteem wezen een paar lidstaten op het belang van digitalisering en slimme meters. Een enkele lidstaat benadrukte in dit verband op het belang van cyberveiligheid.
Een aantal lidstaten verwees naar verschillende regelgeving die zij belangrijk vinden voor effectieve energiesysteemintegratie. Volgens een aantal lidstaten zouden bindende nationale doelen voor hernieuwbare energie en energiebesparing onderdeel moeten zijn van het «Fit for 55»-pakket wat de Commissie eind juni waarschijnlijk presenteert. Een paar lidstaten stellen dat de richtlijn voor hernieuwbare energie (RED) exclusief gericht moet blijven op hernieuwbare energie en andere vormen van CO2-arme energie hier niet in meegenomen moeten worden. Verder gaf een aantal lidstaten aan een verklaring te willen uitbrengen over het uitfaseren van ondersteuning voor fossiele infrastructuur onder de TEN-E verordening.
Diversenpunt samenwerking Pentalaterale Energie Forum op gebied van waterstof
Als huidig voorzitter van het Pentalaterale Energie Forum gaf België informatie over de voortgang van de samenwerking op gebied van waterstof sinds de politieke verklaring van 11 mei 2020. Momenteel werken de Penta-landen aan een gezamenlijke positie over het regelgevende kader voor een Europese interne markt voor waterstof. België benadrukte het belang van waterstof voor een toekomstig energiesysteem en van samenwerking tussen landen met een kust en geheel door land omgeven landen.
Consumenten die zelf energie produceren.↩︎