EU-begroting 2021: derde aanvullende begroting
Begrotingsraad
Brief regering
Nummer: 2021D16808, datum: 2021-05-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-03-158).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 03-158 Begrotingsraad.
Onderdeel van zaak 2021Z07611:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2021-05-12 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2021-05-18 14:00: Eurogroep/Ecofinraad (ter vervanging van het commissiedebat van 20 mei 2021) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2021-05-18 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-05-11 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
21 501-03 Begrotingsraad
Nr. 158 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 mei 2021
Op 15 april jl. presenteerde de Europese Commissie een voorstel voor de derde aanvullende EU-begroting van 2021 (Draft Amending Budget 3, DAB3). Met deze brief informeer ik uw Kamer over de inhoud van het voorstel, de gevolgen voor de Rijksbegroting en de inzet van het kabinet. Hiermee vervangt deze brief, zoals gebruikelijk, het BNC-fiche over dit voorstel.
In DAB3 verwerkt de Europese Commissie het verschil tussen de inkomsten en uitgaven (het surplus) van de Europese begroting van het jaar 2020 in de Europese begroting voor het jaar 2021. Dit surplus over het voorgaande begrotingsjaar wordt ieder jaar verrekend met de EU-afdrachten van de lidstaten middels een DAB.
De definitieve implementatie van de Europese begroting 2020 heeft tot een surplus geleid van 1.769 miljoen euro. Het surplus is een resultaat van lager dan verwachte uitgaven en hoger dan verwachte ontvangsten. De uitgaven waren in totaal 121 miljoen euro lager dan begroot, bij zowel de Europese Commissie als bij de overige instellingen gefinancierd door de EU-begroting. Deze lagere uitgaven zijn onder andere toe te schrijven aan de COVID-19-pandemie waardoor er minder administratieve kosten zijn gemaakt door een afname van het aantal missies, vergaderingen en werving van medewerkers. De ontvangsten van de EU-begroting 2020 zijn met 1.647 miljoen euro hoger uitgevallen dan begroot. Dit komt grotendeels door hoger dan verwachte inkomsten van invoerrechten en hogere dan verwachte boete-ontvangsten en ontvangen rente op late betalingen.
Voor Nederland leidt het surplus tot 101 miljoen euro lagere afdrachten in 2021. Dit budgettaire effect op de Nederlandse afdrachtenraming wordt bij het eerstvolgende begrotingsmoment op de begroting van Buitenlandse Zaken verwerkt.
Het kabinet steunt het voorstel voor DAB3. Naar verwachting zullen alle lidstaten kunnen instemmen en stemmen zowel de Raad (met gekwalificeerde meerderheid) als het Europees parlement (met gewone meerderheid) in juni met dit voorstel in.
Tabel 1 geeft een overzicht van de aanvullende Europese begrotingen voor 2021 die op dit moment zijn gepubliceerd.
DAB1 – Brexit Adjustment Reserve1 | 4.245 | 4.245 | – |
DAB2 – COVID-19 bestrijding | 261 | 253 | – |
DAB3 – Surplus | 1.769 |
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Besluitvorming over DAB1 vindt plaats zodra de onderhandelingen over het voorstel voor een verordening tot oprichting van een Brexit Adjustment Reserve zijn afgerond.↩︎