Antwoord op vragen van het lid Van der Woude over het bericht ‘Raad van State vreest dat uitstel tot afstel leidt bij kwaliteitsafspraken’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2021D16899, datum: 2021-05-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-2722).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z06249:
- Gericht aan: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: H.H. van der Woude, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2722
Vragen van het lid Van der Woude (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Raad van State vreest dat uitstel tot afstel leidt bij kwaliteitsafspraken» (ingezonden 16 april 2021).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 10 mei 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Raad van State vreest dat uitstel tot afstel leidt bij kwaliteitsafspraken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wanneer is precies het advies van de Raad van State over «het besluit de kwaliteitsbekostiging toe te voegen aan de lumpsum van hoger onderwijsinstellingen» aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gegeven?
Antwoord 2
Het advies van de Raad van State over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008, houdende de aanpassing van de kwaliteitsbekostiging over het jaar 2021 in verband met de uitbraak van COVID-19 (hierna: het besluit) is op 12 augustus 2020 gegeven.
Vraag 3
Waarom is het advies van de Raad van State over «het besluit de kwaliteitsbekostiging toe te voegen aan de lumpsum van hoger onderwijsinstellingen» destijds niet gedeeld met de Tweede Kamer en de Eerste Kamer?
Antwoord 3
Adviezen van de Raad van State over een algemene maatregel van bestuur (amvb) worden niet toegezonden aan de Tweede Kamer, ook adviezen over een zogenoemde voorhang-amvb niet. De voorhangprocedure, zoals deze is opgenomen in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, houdt in dat de amvb wordt toegezonden aan de Tweede en Eerste Kamer voordat de Koning wordt verzocht het ontwerpbesluit ter advisering aan de Raad van State voor te leggen. De Raad van State heeft dan ook pas geadviseerd over het besluit nadat de voorhangprocedure bij de Tweede Kamer en Eerste Kamer was afgerond. Naar aanleiding van het advies van de Raad van State is de nota van toelichting bij het besluit aangepast en is het besluit in het Staatsblad geplaatst.
Vraag 4
Waarom moet de Kamer via de publicatie in de Staatscourant op 12 april 2021 uitvinden dat dit advies van de Raad van State aan het Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is gegeven?
Antwoord 4
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 worden adviezen van de Raad van State over een amvb niet aan de Tweede Kamer toegezonden. Op grond van de Wet op de Raad van State vindt openbaarmaking van adviezen van de Raad van State over algemene maatregelen van bestuur plaats door publicatie ervan in de Staatscourant. De openbaarmaking moet gelijktijdig met de bekendmaking van de amvb plaatsvinden. Openbaarmaking kan derhalve niet plaatsvinden voordat de amvb waarop het advies betrekking heeft is vastgesteld en gepubliceerd in het Staatsblad.
Wel heeft in dit geval openbaarmaking van het advies ten onrechte niet gelijktijdig met de bekendmaking van het besluit plaatsgevonden. Dit is vergeten in de hectiek van deze met spoed (vanwege de gevolgen van Corona) tot stand gebrachte amvb. Het advies van de Raad van State, is tezamen met het nader rapport en de aan de Raad van State voorgelegde tekst van de amvb, alsnog gepubliceerd in de Staatscourant onmiddellijk nadat uit een administratieve controle bleek dat openbaarmaking van het advies nog niet had plaatsgevonden.
Vraag 5
Klopt de constatering van ScienceGuide dat het advies van de Raad van State over het besluit voor de Tweede Kamer is achtergehouden en dat de Kamer dus niet volledig is geïnformeerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u dit verklaren? Klopt het dat u in het schriftelijke overleg van juni 2020 de vraag van de VVD-fractie «Hoe weten we achteraf dat dit geld daadwerkelijk besteed wordt aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs?» niet heeft beantwoord?2 Kunt u hier alsnog antwoord op geven?
Antwoord 5
In het artikel van Science Guide wordt aangegeven dat de Tweede en Eerste Kamer het advies niet hebben kunnen betrekken bij het overwegen van het besluit. Dit vormt kennelijk de onderbouwing voor de constatering dat het ministerie het advies achterhield. Zoals echter aangegeven in het antwoord op vraag 3 worden adviezen van de Raad van State over een amvb niet toegezonden aan de Tweede Kamer, ook adviezen over een voorhang-amvb niet. Bovendien kunnen adviezen van de Raad van State niet eerder openbaar worden gemaakt dan nadat de amvb waarop het advies betrekking heeft is vastgesteld en bekendgemaakt. De constatering dat het advies is achtergehouden is dan ook onterecht.
In het schriftelijk overleg heb ik de uitgangspunten en het proces van de kwaliteitsafspraken geschetst en daarbij de vragen beantwoord. Ik zal hier nogmaals ingaan op de vraag. Met de kwaliteitsafspraken hebben we beoogd dat instellingen de middelen werkelijk investeren in de kwaliteit van het onderwijs. Daartoe hebben instellingen een plan ingediend of moeten dat nog doen. Indien het plan van een instelling niet wordt goedgekeurd ontvangen zij over de jaren 2022 tot en met 2024 geen kwaliteitsbekostiging. Wanneer een plan bij de realisatiebeoordeling in 2022 onvoldoende voortgang heeft geboekt, ontvangt de instelling de oploop tussen 2023 en 2024 niet. Instellingen dienen ook jaarlijks, al vanaf 2019, verantwoording af te leggen over de voortgang van de realisatie van de plannen én het proces dat is gevolgd, waarbij afspraken met de medezeggenschap over de besteding van de studievoorschotmiddelen terugkomen3. De medezeggenschap wordt ook in de gelegenheid gesteld om jaarlijks te reflecteren op de stand van zaken en het proces in een bijlage van het jaarverslag van 2021 te voegen. De NVAO zal bij de realisatiebeoordeling zich ook mede baseren op deze reflectie voor het oordeel van de medezeggenschap.
Vraag 6
Wat is uw reactie op het advies van de Raad van State? Bent u bereid om de kritiek van de Raad van State op de regeling serieus te nemen en in te grijpen wanneer er onvoldoende zicht is op de besteding van de kwaliteitsgelden?
Antwoord 6
In het nader rapport met datum 26 augustus 2020, gepubliceerd op 12 april 2021, heb ik gereageerd op het advies van de Raad van State. Met de kwaliteitsafspraken hebben we beoogd dat instellingen de middelen werkelijk investeren in de kwaliteit van het onderwijs. In de jaarverslagen reflecteren de instelling op de inzet van de kwaliteitsmiddelen. Bij de realisatiebeoordeling in 2022 zal de NVAO naar de voortgang kijken en ook de reflectie van de medezeggenschap hierop betrekken. Als de voortgang als onvoldoende wordt beoordeeld, zal de oploop voor 2023 en 2024 niet worden toegekend.
Vraag 7
Welke instellingen hebben nog steeds geen goedkeuring voor hun kwaliteitsafspraken maar hebben door uw regeling wel de kwaliteitsbekostiging ontvangen? Welke instellingen hebben inmiddels een herstelplan ingediend?
Antwoord 7
De volgende instellingen hebben een aangepast plan ingediend en vervolgens een positief besluit ontvangen:
Hogeschool Utrecht;
Fontys Hogescholen;
Hogeschool van Amsterdam;
Hogeschool VIAA;
Gerrit Rietveld Academie;
Iselinge Hogeschool;
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen;
Hogeschool Rotterdam;
Tilburg University;
Hogeschool IPABO Amsterdam Alkmaar;
Hogeschool The Hague;
Pedagogische hogeschool De Kempel;
Breda University Applied Science;
Aeres Hogeschool, en;
NHL Stenden Hogeschool.
Er dient nog een besluit genomen te worden over de aangepaste plannen van de volgende instellingen:
Hogeschool Van Hall Larenstein;
Vrije Universiteit van Amsterdam;
Christelijke Hogeschool Ede, en;
Haagse Hogeschool.
Vraag 8
Deelt u de mening dat u het advies van de Raad van State op «het besluit de kwaliteitsbekostiging toe te voegen aan de lumpsum van hoger onderwijsinstellingen» wel met de Tweede Kamer en Eerste Kamer had moeten delen? Zo nee, waarom niet? Op welke wijze gaat u er nu voor zorgen dat alle instellingen zo snel als mogelijk voldoen aan de kwaliteitsafspraken, zodat studenten van deze instellingen ook daadwerkelijk kunnen profiteren van de vrijgekomen kwaliteitsgelden?
Antwoord 8
Ik deel de mening dat ik het advies van de Raad van State met de Tweede en Eerste Kamer had moeten delen niet. Ik verwijs hierbij naar mijn antwoorden op vraag 3 en 4.
De NVAO heeft de afgelopen periode meerdere aangepaste plannen beoordeeld. Dit heeft ertoe geleid dat er op dit moment nog 4 instellingen zijn die nog geen besluit op hun nieuwe aanvraag hebben ontvangen. Ook de genoemde 4 instellingen zijn op dit moment bezig met het aanpassen van het plan of het ingediende plan ligt nu voor advies voor bij de NVAO.
Vraag 9
Kunt u alle vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.