Memorie van toelichting
Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2020
Memorie van toelichting
Nummer: 2021D17037, datum: 2021-05-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35830-IV-4).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 35830 IV-4 Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2020 .
Onderdeel van zaak 2021Z07738:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2021-05-20 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-05-27 14:00: Slotwet Koninkrijksrelaties en het BES fonds 2020 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2021-06-10 11:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2021-07-01 15:00: Jaarverslag en slotwet 2020 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2021-07-08 00:00: EINDE VERGADERING: STEMMINGEN (over alle resterende onderwerpen) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020–2021 |
35 830IV | Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2020 |
Nr. 4 |
|
A Artikelgewijze toelichting bij het wetsvoorstel
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in:
- de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV);
- de begrotingsstaat van het BES-fonds (H).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
B Artikelgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen (slotverschillen)
1 Leeswijzer
De beleidsmatige mutaties en technische mutaties, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, worden toegelicht. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.
1. Versterken rechtsstaat | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
4. Bevorderen sociaaleconomische structuur | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
8. Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
6. Apparaat | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
7. Nog onverdeeld | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
1. BES-fonds | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
2 Beleidsartikelen Koninkrijksrelaties
2.1 Artikel 1 Versterken rechtsstaat
Op dit artikel is circa € 0,1 minder uitgegeven.
2.2 Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur
Op dit artikel is circa € 0,4 mln. meer verplicht. Daarnaast is er circa € 0,2 mln. minder uitgegeven.
Toelichting
De overschrijding van de verplichtingen hangt zoals in de veegbrief aangekondigd samen met de eerste subsidie aan het Rode Kruis (Kamerstukken II 2020/21, 35570 IV nr. 26). Hiervan wordt 10% (€ 1,6 mln.) pas uitbetaald bij vaststelling van de subsidie in 2021. Dit bedrag is in de tweede suppletoire begroting overgeheveld naar 2021, maar hierbij is abusievelijk ook het verplichtingenbudget overgeheveld. De verplichting is in 2020 vastgelegd, waardoor het verplichtingenbudget in 2020 wordt overschreden.
2.3 Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
Op dit artikel is circa € 11,9 mln. minder verplicht en uitgegeven. Daarnaast is er circa € 7,4 mln. meer ontvangen.
Toelichting
Op artikel 5 zijn dit jaar in drie tranches liquiditeitsleningen verstrekt aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De onderuitputting van € 11,9 mln. op de uitgaven en verplichtingen is veroorzaakt door de eerste tranche van Sint Maarten waarin op advies van het College financieel toezicht (Cft) aan Sint Maarten € 4,9 mln. minder liquiditeitssteun is toegekend. Het resterende bedrag aan onderuitputting wordt veroorzaakt door wisselkoerswinst op de leningen (ten opzichte van de vaste begrotingskoers).
In 2020 is er op uitstaande leningen € 7,8 mln. aan niet geraamde aflossingen ontvangen. Daarnaast is er € 0,4 mln. minder aan verwachte rentes ontvangen door wisselkoersverlies. Per saldo komt dit neer op € 7,4 mln. meer ontvangsten.
2.4 Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden
Op dit artikel is circa € 14,5 mln. minder verplicht. Daarnaast is er circa € 12,6 mln. minder uitgegeven.
Toelichting
De onderschrijding van de verplichtingen hangt grotendeels samen met de onderuitputting van de uitgaven. Als gevolg van Covid-19, de lockdowns en de reisbeperkingen zijn diverse wederopbouwprojecten op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba vertraagd. De niet bestede middelen voor wederopbouw (€ 12,6 mln.) worden toegevoegd aan de begroting 2021.
3 Niet-Beleidsartikelen
3.1 Artikel 6 Apparaat
Op dit artikel is circa € 1,8 mln. meer verplicht. Daarnaast is er circa € 0,9 mln. meer uitgegeven en circa € 0,4 mln. minder ontvangen.
Toelichting
Het verplichtingenbudget is met circa € 0,8 mln. overschreden doordat de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) geen verplichtingenadminstiratie kent en deze daarom jaarlijks aan artikel 6 wordt toegevoegd. Daarnaast is door RCN circa € 1 mln. meer verplicht en uitgegeven door wisselkoerseffecten op de middelen die gedurende het jaar extra zijn toegevoegd.
Zoals in de veegbrief gemeld zijn de ontvangsten € 0,4 mln. lager uitgevallen, dan geraamd bij de tweede suppletoire begroting 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 35570 IV nr. 26). Oorzaak hiervoor zijn de lager uitgevallen verrekeningen met de afnemers van SSO CN.
3.2 Artikel 7 Nog onverdeeld
Op dit artikel is circa € 7,7 mln. minder verplicht en uitgegeven.
Toelichting
Op artikel 7 wordt een reserve aangehouden vanwege wisselkoersrisico's. Bij tweede suppletoire begroting en bij Slotwet zijn aanpassingen gedaan in verband met te verwachten wisselkoersrisico's en daadwerkelijk gerealiseerde wisselkoerseffecten.
Bij slotwet 2020 is circa € 3,7 mln. toegevoegd aan de wisselkoersreserve, waarmee de wisselkoers toeneemt tot € 11,4 mln. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de begroting 2021.
4 Beleidsartikel BES-fonds
4.1 Artikel 1 BES-fonds
Op dit artikel is circa € 4,6 mln. minder verplicht, uitgegeven en ontvangen.
Toelichting
De lagere realisatie wordt veroorzaakt door wisselkoersverschillen. Per tweede suppletoire begroting is het BES-fonds aangevuld voor koersverschillen. Door het aantrekken van de euro-dollar koers in het tweede halfjaar lag de realisatie lager en is het verschil (onderuitputting) teruggestort in de wisselkoersreserve op artikel 7 op de begroting Koninkrijksrelaties (IV).